donderdag 16 januari 2020

MASKERS IN MUSEUM JAN CUNEN

Het Papoea beeld ter herdenking van Omoma gemaakt door zijn vrienden die de boom voor het beeld eigenhandig in het woud gehakt hebben. ( Beeldscherm foto).

Het mooiste om te zien vind ik de documentaire film “Voice Over” van de Maastrichtse kunstenaar Roy Villevoy. Het bijschrift vertelt het volgende: “In het tropisch regenwoud maken Papoea’s een groot traditioneel beeld van hout om hun overleden dierbare Omoma te gedenken. De kunstenaar, die goed bevriend was met Omoma, volgt het ritueel van dichtbij. Gelijktijdig wordt hij elders geconfronteerd met een harde zakelijke realiteit.”


Het gezicht van Omoma is een abstractie en daardoor nog indrukwekkender als monument ter herdenking van hun vriend. (Beeldscherm foto)

Die confrontatie met een harde zakelijke realiteit is een telefoongesprek tussen de kunstenaar en een galerie die de kijker als voice over hoort en als ondertiteling leest. Het gesprek gaat over geld. In eerste instantie begreep ik niet wat dat gesprek te maken heeft met de documentaire. Het beeld komt namelijk niet ter sprake. Het irritante telefoongesprek is - denk ik - door de kunstenaar bedoeld als een voorbeeld van een confrontatie tussen twee werelden. Enerzijds onze Westerse Wereld van het geld en de productie, anderzijds de wereld van de Papoea’s die uit vriendschap  en ter afscheid de tijd nemen om gezamenlijk een beeld te maken voor hun overleden vriend. De voice over is goed bedoeld maar respectloos naar de Papoea's die met overgave aan het beeld voor hun overleden vriend werken.


Een kleine selectie van de bewerkte maskers die te zien zijn op de tentoonstelling "Sign of the Times". De 32 kunstenaars hebben allemaal hetzelfde onbewerkte masker gekregen ter bewerking.


Ik heb me gestoord aan dat gesprek. Het vreet ook nog eens aan de aandacht die ik wil geven aan de makers van het beeld. Dat op zich is al zo mooi om te zien en mee te beleven dat ik niks anders nodig heb. Bovendien weet ik ook wel zonder dat gesprek, dat kunst, onderworpen is aan de wetten van de markt en het geld. Jammer, maar wie het telefoongesprek negeert kan genieten van de documentaire.


Nog twee bewerkte maskers zoals die aan de muur in het Museum Jan Cunen als onderdeel van de tentoonstelling "Sign of the Times."


Waarschijnlijk zijn de makers van de tentoonstelling “Sign of the Times” zich niet bewust dat de boven genoemde documentaire een prachtige illustratie is van wat er bij ons in het Westen met maskers gebeurt. In de tentoonstelling "Sign of the Times" wordt het Afrikaanse masker gebruikt door 32 hedendaagse kunstenaars om er hun tekenen des tijds van te maken. Het resultaat laat zich raden. Een kakafonie aan maskers die op de een of andere manier versierd zijn en dienen tot decoratie.

Pablo Picasso, Las Demoiselles d'Avignon, olieverf op doek, 1907 (243,9 × 233,7 cm). Zoals bekend liet met name voor dit schilderij Picasso zich inspireren door Afrikaanse maskers. "Het doek toont vijf prostituees die de kijker aanstaren. Opvallend is dat de dames er weinig aantrekkelijk uitzien (evenals het fruit op de voorgrond) en nogal vreemde lichamen hebben. Enkele van de vrouwen zijn gebaseerd op prehistorische Iberische beelden of Afrikaanse maskers." (Wikipedia: Les demoiselles d' Avignon)


Daar is op zich niks op tegen. Alles kan uiteindelijk gebruikt worden als decoratie voor boven de zitbank. Zelfs authentieke maskers kunnen daarvoor gebruikt worden. Toch heb ik meer waardering voor het beeld dat de Papoea’s in de documentaire maken voor hun overleden vriend Omoma. Zo een beeld zegt wat over de vriendschap en de betekenis die men er aan geeft. Dat nu mis ik in onze hedendaagse kunst. Waar gaat kunst over?

De tentoonstelling "Sign of the Times" in het Museum Jan Cunen is te zien t/m 26 januari. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten