Salvador Dali, De Grote Masturbator, olieverf op canvas, 1929 , Museo Nacional Centro de Arte reina Sofia, Madrid (110x150 cm) |
“Nederland verschilt niet zoveel van de mof. Het gajes, gespuis, de klaplopers, zwarthandelaars, inbrekers, dieven, onderdrukte politieambtenaartjes, parasieten, verraders enzovoort, al het schorem bedrijft nu de wandaden, waarvoor ze de mof zo haatten, onder het mom van Binnenlandse Strijdkrachten. Er is wanorde op de politiebureaus, mensen worden per ongeluk vermoord tijdens de verhoren of op de vlucht neergeschoten, een veelgebruikte term. Iedereen blijkt opeens in held in het verzet geweest te zijn. Bij ons aan de overkant wordt een meisje opgehaald door de BS. Zij is een moffenhoer. Tien man trappen de deur in en komen even later met het spartelende meisje naar buiten.” ( Ik, Jan Cremer, hoofdstuk 9, blz. 20 in de winnaars collectie van Wegener Dagbladen, Tweeënvijftigste Druk, september 2005)
VJ trekt met zijn boek een spoor van vernieling door het naoorlogse beeld van de slechte Duitser en de goede Nederlander. Kwaad en goed zijn grenzenloos. De meeste mensen weten dat uit eigen ervaring. Ze kennen van nabij schaamteloze profiteurs en hebben botte klootzakken meegemaakt. Wie anders heeft Anne Frank verraden?
In zijn boek schildert VJ een seksueel luilekkerland voor mannen en alle mannen willen hetzelfde aldus mijn moeder toen ze me waarschuwde er niet te vroeg mee te beginnen. En net als in de pornoboekjes onder de toonbank bij de sigarenhandelaar (doe maar een TUK) laat VJ weinig over aan de verbeelding. Je weet waar je aan toe bent. Niks spanningsboog maar recht op het doel af. Hij komt klaar en zij ook als het uitkomt. C’est simple comme dire bonjour zeggen de Fransen.
Zelfseks houdt VJ staande in de gevangenis. Als een seksuele Baron van Münchausen trekt hij zich uit de ellende van de gevangenis door zich af te trekken. Zelfbevrediging als middel tot herstel van zijn geestelijke balans. Hij adviseert de lezer dat ook te doen. Dat is heel wat anders dan wat de Roomse kerk leert. Daar is zelfseks verspilling van zaad, maar is moedertje natuur voor alle zekerheid niet altijd royaal geweest met zaad? Roomse zelfbevlekking heette te leiden tot blindheid, een weke ruggenmerg en uiteindelijk -hoe kan het anders- impotentie.
“Wanneer u gevangen wordt gehouden, urenlang verhoord bent, al of niet mishandeld bent door de Sterke Arm, u nog geen bekentenis is afgedwongen en u de volgende martelende kruisverhoren moet afwachten, u niet weet wanneer, hoe of wat ze met u gaan doen, u gek wordt van de tientallen keren getelde klinknagels, ruitjes, oneffenheden op de muren, het getingel van de tram buiten, het stappen van de bewakers op de gangen, het slaan van de deuren, als ze u verteld hebben dat uw vrouw u verlaten wil, dat uw maat u heeft aangegeven, dat uw kind ziek is geworden, dat u nooit meer vrijkomt als u niet tekent, en u weet dat u gaat tekenen, al is het vandaag niet, dan is het morgen, want de bloedhonden laten niet los, weet dat er maar één remedie is, om alles gelaten aan te horen, om u voor alles onverschillig maakt, u afmat zodat u ook geen fouten kunt maken en u bovendien nog een tijdelijk kortstondig prettig gevoel kan geven, en dat is MASTURBEREN = Zelfbevrediging.” ( hoofdstuk 26 ,blz.55 van gelijknamig boek)
Het probleem bij VJ is een teveel aan Ik, stront voorop zou mijn moeder zeggen, een teveel aan seks en te weinig aan liefde en solidariteit. ‘Ik Jan Cremer’ kun je gerust het begin van het ik-tijdperk noemen met zijn nieuwe schaamteloosheid, zijn altijd durende zoektocht naar seksuele bevrediging en het verzet tegen Orde en Gezag. VJ staat aan het begin van de Sprookjesjaren Zestig.
(verschijnt elke vrijdag)
De laatste alinea slaat de spijker op zijn kop.
BeantwoordenVerwijderen