vrijdag 6 december 2019

DE SPROOKJESJAREN ZESTIG (VOORHEEN MAKE LOVE, NOT WAR) 37: VIEZE JAN

"Venus on the Road", digitale collage van petrus, 2009
Ik weet niet of er leven na de dood is maar na het verlaten van de Roomse kerk en het Roomse geloof is er nog genoeg te leven. Na mijn afscheid van de Roomse kerk, God de Vader, Zijn Zoon Jezus, Zijn Moeder Maria en alle heiligen in de hemel gaat het leven zijn gewone gang. Alsof er niks is gebeurd stap ik uit bed, ontbijt in de keuken van het Achterhuis, stap op mijn fiets op weg naar een of ander college en praat met medestudenten over het wel en wee van de wereld. De zon schijnt of niet, het regent of niet, je hebt forse tegenwind of niet, hoe dan ook het leven gaat gewoon door. De kranten gaan ook gewoon door met slecht nieuws over de Vietnamoorlog. Dat ik uit de Roomse Kerk ben gestapt, lees ik nergens. 

Terwijl ik toch bijna twintig jaar naar de kerk ben gegaan, in God, zijn Zoon en en diens Moeder geloofd heb, doet het vertrek me niks. Dat ik een eeuwenlange erfenis van mijn voorvaderen aan de kant schuif, beroert me niet. Ik heb de erfenis afgelegd als is het een oude en versleten jas. Is dat jeugdige overmoed de kracht en de zwakheid van een nieuwe generatie? We zullen zien. 


Met de liefde gaat het gelukkig prima sinds ik op mijn zolderkamer met dakkapel woon. Niet dat we elk weekeinde onze seksuele bevrijding uitbundig en gretig vieren,  doordeweeks werkt en woont mijn Verloofde in de industriestad Oss, maar we schuwen regelmatig gezonde seks niet. Aangezien haar ouders nog niet zo ver zijn,  weten ze niet beter dan dat als mijn Verloofde een nachtje overblijft in Nijmegen zij bij een vriendin slaapt. Dat is goed voor onze wederzijdse zielenrust.


Maar misschien vermoeden ze toch wel wat. Ze zijn niet achterlijk. Pas nog zag ik op het namaak Perzische tafelkleed in de huiskamer de bestseller “Ik Jan Cremer” liggen. Toen ik het boek belangstellend doorbladerde, vroeg haar moeder of ik het gelezen had er meteen aan toevoegend dat ze het gekregen had van vrienden. Die vonden dat ze het moesten lezen. 


Haar vader is nooit flauw geweest met seks en erotiek. Hij trok zich niks aan van de benauwde voorschriften van de Roomse kerk. Elke week na een paar uur boekhouden in de huiskamer las hij met zichtbaar genoegen pikante bladen als De Lach en de Piccolo uit de leesmap. Brave ontspannings- of misschien wel ontsnappingslectuur met zwart-wit foto’s van mooie meisjes in bikini en schuine moppen over schoonmoeders. 


Vergeleken met die bladen zijn de avonturen van Jan Cremer straffe kost. Vieze Jan is de Casanova voor de gewone man. Met zijn vulgaire taal zonder romantiek democratiseert hij seks en erotiek voor de arbeider.  Hij trekt als het ware in een enkele ruk het schaamdoek van de seksuele taboes achter de dijken in de polders. Maar daar laat hij het niet bij. Net als de Markies moet ook bij hem de maatschappelijke orde en het gezag het ontgelden. Vieze Jan speelt zijn eigen anti-autoritaire held die zich schaamteloos door zijn opstandige leven neukt.


(verschijnt elke vrijdag)

1 opmerking: