woensdag 14 november 2018

DE TACHTIGJARIGE OORLOG IN OSS

De Kerk & Pastorie der Ned. Herv. Gemeente Osch nam de plaats in van de voormalige katholieke Schuurkerk die overbodig werd toen de katholieken hun kerkgebouwen terugkregen. In 1966 moest deze Hervormde waterstaatskerk met pastorie en tuin, gelegen op de hoek van de Wal en de Molenstraat, plaats maken voor een wanstaltig consumptiepaleis van de V&D dat tot op de dag van vandaag de stad ontsiert. Er zijn plannen om op de plek een Cultuurhuis te bouwen waarmee de plek weer een bestemming krijgt die aansluit bij het geestelijke en culturele erfgoed.

Toevallig ben ik tijdens de uitzending van de TV serie ‘De Tachtig Jarige Oorlog’ het boekje “De tijd van Theodardus, Oss en omgeving beschreven door frater Theodardus Roelofs (1872-1954) een uitgave van het Stadsarchief Oss, aan het lezen. Hij was als frater zijn hele leven onderwijzer en leraar met een passie voor geschiedenis. Hij schreef een nooit uitgegeven geschiedenis van Oss en van het Land van Ravenstein. Die beide manuscripten vormen in ingekorte vorm het boekje.

Het boekje illustreert net als de TV serie de nuances van de Tachtig Jarige Oorlog als zou het een bevrijdingsoorlog zijn geweest waar alle weldenkende bewoners der Nederlanden op zaten te wachten. Integendeel, met name onder de grote rivieren bleven steden en dorpen trouw aan de koning en katholiek. Het gevolg was dat Brabant nog heel lang leed onder de naweeën van de brandschatting, plundering en moorden die gelijkelijk door Staatse en Spaanse troepen gepleegd werden. Na de zogeheten bevrijding van Brabant door de Staatse legers werd katholieken de vrijheid van godsdienst ontzegd, katholieke eigendommen onteigend en pastoors verbannen of opgesloten.

“Pastoor Septius werd in 1623 met het pastoraat van de stad belast. Hij moest het aanzien, dat zijn kerk voor de nieuwe leer (het protestantisme) in gebruik werd genomen. Vijftien maanden zuchtte hij in de kerker en na zijn bevrijding vestigde hij zich in Herpen in het vrije land van Ravenstein, om vandaar uit zijn verweesde parochie te besturen. In het rampjaar 1846 werden de katholieken in Oss gedwongen hun kerk aan de Hervormden af te staan, die haar tot 1800 in gebruik hielden. Wel werd hen omstreeks 1672 toegestaan op de Wal, waar thans de kerk van de Nederlandse Hervormden staat een schuilkerk met pastorie te bouwen… Op 17 oktober 1800 kwamen de katholieken weer in het bezit van hun vroeger kerkgebouw, dat door de bloei van de stad in de negentiende eeuw te klein werd” (blz. 51-52 van voornoemd boekje)

De Hervormde Kerk, een zogeheten Waterstaatskerk, met pastorie en omliggende tuin zijn in 1966 afgebroken om plaats te maken voor een misplaatst en wanstaltelijk consumptiepaleis van de V&D. Zo werd cultuur en geestelijk erfgoed opgeofferd aan het gouden kalf van de consumptiemaatschappij.

Met de inname van den Bosch in 1629 door de Staatse troepen deed de strijd tussen de koning van Spanje en de Republiek zich pas goed gevoelen onder de bevolking in de streek de Meierij bij den Bosch.

“In ’s Hertogenbosch werd na de inname van de stad in 1629 de priesters aangezegd haar te verlaten en de kerken aan de predikanten te geven. Nog in hetzelfde jaar ontvingen de geestelijken in de Meierij eenzelfde bevel. De koning van Spanje deelde echter niet de zienswijze van de Staten van Holland, dat met ’s Hertogenbosch ook de Meierij in hun bezit was gekomen en liet een plakkaat afkondigen, waarin aan de geestelijkheid in dat gewest streng verboden werd hun parochies te verlaten. De vroegere toestand bleef er voortduren tot 1632, toen in de voornaamste plaatsen predikanten werden aangesteld.
Ook in Oss werd in 1632 een protestantse gemeente gesticht, die er steeds is blijven bestaan, maar in de eerste jaren van haar bestaan ene gering aantal leden telde. Zo vinden wij vermeld , dat in die dagen de predikant slechts een twee- of drietal stadsbewoners onder zijn gehoor telde….
In 1648 bij het sluiten van de Vrede van Munster kwam de Meierij aan onze Republiek. Toen vestigde zich een predikant blijvend in Oss. De grote kerk met haar bezittingen en inkomsten werden eigendom van de staat…
Omstreeks 1800 werd oss bewoond door 2890 katholieken, 94 protestanten en 32 joden.”
(blz. 57 t/m 59 in voornoemd boekje)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten