dinsdag 31 juli 2018

DE EENZAAMHEID VAN DE ONGELOVIGE 50


Zebra, Etosha, Namibia 2005, Met de hand bijgewerkte foto op houten paneel.

De paters Karmelieten van het Titus Brandsma Lyceum waar ik mij school in moderne talen, wiskunde, natuur en scheikunde, geschiedenis en aardrijkskunde, boekhouden, sporten, tekenen en schilderen waken meer over mijn zedelijk gedrag dan mijn ouders. Een van de paters die godsdienstles geeft en bij het arbeiderspastoraat werkt, spreekt mijn vader aan op zijn vakbondskantoortje. Bezorgd vraagt hij of hij ervan op de hoogte is dat zijn oudste zoon met een meisje door bos en hei wandelt en in het centrum van de dorp-stad met haar paradeert?

Geen probleem, hij weet ervan. Gelukkig, anders zou er misschien heibel van zijn gekomen. Tussen de soep en de aardappels door zegt hij aan tafel dat hij er  geen probleem mee heeft zo lang ik maar goeie punten haal. Bovendien heeft hij zelf wel andere dingen aan zijn hoofd dan mijn doen en laten in mijn liefdesleven te volgen. Als vakbondsman heeft hij het altijd druk. Hij had al een 24 uurs rooster toen het nog moest worden uitgevonden. Er zijn doorlopend problemen. Het loon wordt niet volgens de CAO uitbetaald, het vakantiegeld is te weinig, de ontslagprocedure onrechtmatig, de ploegbaas stelt onmogelijke eisen, geen werkkleding, onvoldoende pauzes enz. enz.  Daar komt nog bij het moeizame onderhandelen met de bazen van de fabrieken, waaronder de grote slachterijen Hartog en Zwanenberg.

Dat de paters de woon en verblijfplaats van mijn danspartner kennen, evenals het eerzame beroep van haar vader, verbaast me. Dat ze tijd hebben om dat uit te zoeken! Haar ouders worden niet ingelicht. Zij zit immers niet bij de paters op school en dus zullen ze zich voor haar ook niet verantwoordelijk voelen. Gelukkig voor de paters zijn er niet al teveel leerlingen die met meisjes rondwandelen want dan zou een enkele pater er een voltijdse dagtaak aan hebben om al die bedreigde zeden te onderzoeken.

Mij hebben ze ook niet over de affaire aangesproken. Met de ouders te waarschuwen vinden de paters waarschijnlijk dat ze genoeg gedaan hebben voor het zedelijk heil van hun leerling. Ik vertel het verhaal nog wel aan mijn tekenleraar de V.  Hij mag me geloof ik wel. Ik ben de enige van de klas die hij met de hoogst persoonlijke bijnaam Zebra aanspreekt. Dat schept een speciale band. Zijn commentaar op de affaire is kort en krachtig. In zijn jeugd mocht je nog niet eens met je grootmoeder door de stad lopen. Tijden zijn verandert, de paters nog niet.

 
(verschijnt elke dinsdag)

1 opmerking: