vrijdag 1 juni 2018

DE EENZAAMHEID VAN VLAANDEREN 40

Amsterdam 1977
©petrus nelissen

Ontdaan van het Spaanse juk combineerde Amsterdam de ontdekking van de wereld overzee met vrijhandel. Aan de ene kant was het een strenge protestantse stad, aan de andere kant een stad waar alles mogelijk was of zoals Russell Shorto schrijft tegelijk een orthodoxe en liberale stad.

“De burgers van Amsterdam liepen wel rond in stemmige zwarte mantels en de in zekere zin nog stemmiger witte kanten kragen, maar (ook hier weer het scherpe contrast) de stad was tegelijkertijd een broeinest van hervormingen en experimenten.” (Blz. 169 in Russell Shorto, Amsterdam, Geschiedenis van de meest vrijzinnige stad  ter wereld)

In Amsterdam waren veertig uitgevers gevestigd en nog eens tientallen in andere Nederlandse steden, “en zij waren het liberaalst van Europa en bovendien het meest vrij van restricties”  (idem Blz. 169). De Franse filosoof Descartes was naar Nederland gekomen om er zijn boek te laten drukken “dat de toetssteen voor de moderniteit zou worden. Discours de la Méthode pour bien conduire sa raison, et chercher la vérité dans les sciences (Verhandeling over de methode om de rede op de juiste manier te leiden en de waarheid in de wetenschappen te zoeken). (beide citaten op blz. 169 van voornoemd boek)

Hoe ga je in een stad als Amsterdam met de tegenstelling om tussen aan een de ene kant strenge protestantse orthodoxie en aan de andere kant al die moderne opvattingen en activiteiten met daar tussendoor ook nog eens katholieken? Volgens Shorto was dat mogelijk dankzij wat we tegenwoordig gedoogbeleid noemen..

“Al deze grensverleggende activiteiten kunnen in verband gebracht worden met ‘gedogen’, de vorm van tolerantie waarbij je de andere kant opkijkt, die Amsterdam in de 16e eeuw had toegepast op wederdopers en andere radicalen (en die nog steeds wordt gehanteerd voor seks en drugs). En uiteindelijk vindt het allemaal zijn oorsprong in het water: in mensen die samenwerkten om huizen te kunnen  bouwen op wat eerst de zee was, bij wie een ethiek van samenwerking ingesleten raakte, zodat tolerantie jegens anders-zijn het won van ideologieën. Althans, vaak.” (blz.170 van genoemd boek)


De laatste verklaring is te mooi om waar te zijn. De zorg om de waterhuishouding dwong de Nederlanders tot samenwerking en overleg en dat werd de basis van de Nederlandse democratie. Het gedoogbeleid is een vorm van tolerantie die in Amsterdam tot bloei kwam dankzij het protestantisme dat zorgde voor een nieuwe maatschappelijke ordening gebouwd op de voormalige katholieke  orde en de nieuwe handelsmogelijkheden die veel geld in het laatje brachten. Kortom, de bekende Nederlandse yin-yang, de dominee en de koopman, een contrast waar men in de Nederlandse politiek tot vandaag mee leeft en worstelt.

(verschijnt elke vrijdag)

2 opmerkingen: