dinsdag 5 juni 2018

DE EENZAAMHEID VAN DE ONGELOVIGE 42

Dansles, Mexico 2010
©petrus nelissen

Telkens tref ik hetzelfde meisje tegenover me op de dansles. Toeval en toch gekozen? We zien elkaar wel zitten en zorgen er dus voortaan voor dat we tegenover elkaar komen te staan. Ze heeft veel zwart krullend haar, helder donkere ogen (ogen als van een hert zegt de dichter), ze beweegt elegant maar zonder overdrijven en ze is smaakvol gekleed. Onder het dansen zie ik haar slanke vingers. Ze danst soepel en meegaand met gevoel voor ritme. We dansen zo dicht tegen elkaar als de dansmeester ons leert “er moet een krant tussen kunnen”.

Ze vertelt dat ze helemaal alleen naar de dansles komt. Het groepje vriendinnen waarmee ze had afgesproken, is niet komen opdagen. Ze durfden niet maar ze besloot toch te gaan omdat ze zo graag danst. Ik stel voor om bij te komen zitten. Dat is gezelliger en praat gemakkelijker. Zo raken we meer vertrouwd met elkaar. 

Ze woont een goed kwartier lopen van het hotel. Op een avond durf ik haar te vragen of ik haar naar huis mag brengen. We lopen de straat uit, steken de spoorbaan over, lopen een tijdje over een donker fietspad langs de schutting naast het spoor totdat we de straat inlopen waar ze woont. Ik neem afscheid en fiets meer dan gelukkig naar huis.

Ik ben verliefd aan het worden. Maar zaterdag zie ik mijn buurmeisje weer en wat dan? Er zit niets anders op dan een einde te maken aan onze ontmoetingen maar hoe? Ik wil haar geen pijn doen. Daarvoor is ze me veel te lief. Alweer niemand die mij advies kan geven. Ook in het ‘Handboek voor Verkenners’ komen zulke problemen niet aan de orde. Er staat van alles in van tanden poetsen tot knopen leggen, van tent opzetten tot houtvuur maken maar hoe je het uit moet maken met een lief meisje, daar hebben ze het niet over.

(verschijnt elke dinsdag)

2 opmerkingen: