dinsdag 24 april 2018

DE EENZAAMHEID VAN DE ONGELOVIGE 37

Art Corner op Brussels Art 2014
©petrus nelissen


Nu ons buurmeisje bij ons komt staan, valt me pas op hoe veranderd ze is. Ze is een openbaring zo maar naast de deur. Haar aanwezigheid verandert onze plek rond de straatlantaarn meteen in een kleine huiskamer. Is dit nu wat meisjes doen, van de straat een huiskamer maken? Mijn vriend en buurjongen J. en ik zijn er blij mee. Onze gesprekken veranderen van toon en onderwerp. Het is weer eens wat anders dan alleen jongenspraat.

Bij het vallen van de lente avond wordt de intussen verlichte lantaarnpaal een schemerlamp. In de schaarse verlichting zien we alleen nog elkaars gezichten en dan vooral de ogen. Ons gevoel voor tijd en plaats maakt plaats voor een intens heden. Er is niets of niemand wat ons geluk daar onder die lantaarnpaal in de weg kan staan. We zijn een volmaakt gezelschap in een wereld zonder bijklanken en vervelende ruis. Zo zou het altijd moeten zijn. Geen wonder dat ik al bij het avondeten verlang naar onze ontmoeting onder de schemerlamp op straat.

Ik zie en hoor vooral ons buurmeisje. J. is er ook altijd bij maar naar hem gaat weinig aandacht van mij uit en dat is wederkerig. Hij is een figurant bij mijn optreden met het buurmeisje. De avond draait wat mij betreft om haar. Totdat J. aan het einde van de zoveelste opvoering van ons toneelstuk van geluk en liefde mij ineens vraagt om met hem mee naar huis te lopen. Ik ben verbaasd maar loop mee.

Gedrieën lopen we nu dezelfde kant op. Aan het tuinpoortje van J. nemen we zacht fluisterend afscheid van ons buurmeisje. Samen blijven we staan in de donkere achtertuin. J. overvalt mij direct met zijn bekentenis dat hij verliefd is op ons buurmeisje. Ik ben tegelijk wel en niet verbaasd. Dat hij verliefd is op haar moet haast wel, wie zou niet verliefd worden op zo een mooi en lief buurmeisje? Iedere jongen toch? Dat ik dat niet eerder heb bedacht. Ik stel meteen vast dat we twee vrienden zijn verliefd op hetzelfde buurmeisje. 

Maar helaas voor hem heeft ze meteen verteld dat de liefde niet wederkerig is. Ze bekende hem daarop dat ze verliefd is op mij. Ik zou liegen als ik niet zou schrijven dat ik daar in die donkere tuin paf sta. Verliefd op mij? Je hoopt het, maar durft het niet te denken. Wat nu? Mijn vriend troosten dat het nog wel goed zal komen met zijn liefde kan niet meer. dat zou een leugen zijn en dus verraad aan onze vriendschap. Ik zou ook liegen als ik nu zou doen alsof ik niet verliefd ben op haar net als hij en daarmee zou ik ook verraad plegen aan onze vriendschap. 

(verschijnt elke dinsdag)


1 opmerking: