maandag 4 juli 2016

GEVAARLIJK AVONTUUR IN DE BERGEN

Cabine van een kabelbaan met kabouters in de tuin van Alpengasthof Enzingerboden,
het startpunt van onze uitstap in de bergen.

Volgens de weerberichten werd het weer heet in Bramberg am Wildkogel, rond de 35 graden. Wat kun je dan beter doen dan boven in de bergen gaan wandelen, zo dachten we nog in onze onschuld? Dat scheelt een paar graden. Dus we gaan naar de Weisssee met 3 essen in de Hohe Taueren boven het dorp Ottendorf met twee tees. In de winter is het daar een groot skigebied dus kabelbanen genoeg om ons te hijsen naar een hoogte van 2315 meter waar de Weissee met Berghotel Rudolfshütte op ons wacht. 

Vergezicht vanuit de kabelbaan naar de Weisssee.

Volgens onze toeristenkaarten kun je vandaar naar beneden wandelen. De eerste etappe is van de Weisssee naar de wat lager gelegen Tauerenmoossee. De volgende etappe is naar Mittelstation Grünsee op 1780 meter hoogte. Vandaar kun je dan teruglopen naar de parkeerplaats bij Alpengasthof Enzingerboden op 1480 meter. In totaal dus een wandeling van ongeveer 800 meter naar beneden. Dat lijkt weinig, maar in de bergen betekent dat toch een flink stuk. Volgens de wandelkaart zouden we er een uur of 4 over doen. We dachten dat wel aan te kunnen. We hadden immers net 6 dagen aan een stuk gefietst. 

Voor alle zekerheid vroeg ik beneden in het Alpengasthof en aan de kaartjesverkoopster van de kabelbaan of het veilig was om aan de wandeling te beginnen met het soort gymschoenen dat we aan hadden. Ze vonden van wel. Het weer was goed dus waarom niet? Vanuit de cabine zagen we dat de berg er prachtig groen bij lag. Boven werd het natuurlijk kaal, hier en daar lag nog sneeuw.

De Weisssee op 2315 meter hoogte. Het startpunt van onze trektocht door de bergen naar beneden.
Er ligt op de top nog veel sneeuw.

Boven aangekomen lag er meer sneeuw dan we dachten maar je kon er zo over heen lopen. Er stond een paal met een paar bordjes, ook onze wandeling nummer 3. Maar een vervolg zagen we niet. Een Oostenrijker met vrouw en 2 hondjes zei dat we moesten zoeken naar rotsen met daarop de wit-rode Oostenrijkse vlag geschilderd. Dan zou de weg vanzelf volgen.

Gesterkt door deze aanwijzingen gingen we op weg en staken het eerste sneeuwveld over niet beseffend dat er nog vele zouden volgen. Van wandelen was geen sprake. Het was vooral over en tussen stenen door klauteren en goed uitkijken waar je je voeten zette. De Oostenrijker met vrouw en hondjes gingen ons voor, dus dachten we niet dat het nog moeilijker zou worden.

Op de voorgrond een hoop stenen die dient als oriëntatiepunt.
Op de achtergrond een gletsjer.

Maar al gauw ontdekten we dat het vanwege de sneeuwvelden her en der verspreid over de berg, wel degelijk moeilijk en zelfs op een gegeven moment gevaarlijk zou worden. De sneeuwvelden vulden de plooien of kleine ravijnen in de berg. Sommige moesten we dwars oversteken wilden we ons pad naar beneden volgen. Naarmate we verder naar beneden klauterden, werden die oversteekplaatsen steeds stijler, gevaarlijk stijl vonden we.

Toen we dachten de gevaarlijkste gehad te hebben, kwam er een afdaling die we niet zagen zitten zo gevaarlijk steil was hij en dan ook nog met in het midden een rots waarom heen de sneeuw gesmolten was. Iemand had weliswaar een soort trapje in de sneeuw gemaakt maar het gevaar van uitglijden en dan in het gat te vallen tussen de sneeuw en de rots was er niet minder om. We durfden er niet aan te denken hoe een val in zo’n gat zou aflopen maar hoogst waarschijnlijk dodelijk.

Naar gelang we afdaalden werden de sneeuwvlaktes die we moesten oversteken steeds steiler.

Terug gaan was ook geen optie meer dus zette ik de eerste stap naar beneden. Naar 3 stappen besloot ik zittend verder te gaan om de kans weg te schuiven kleiner te maken. Zo kon ik handen en voeten gebruiken om weg glijden te voorkomen. Maar halverwege gebeurt het toch. Ik was toen gelukkig het gevaarlijke gat voorbij. Ik gleed op mijn rug razend snel ongeveer 10 meter naar beneden. Gelukkig met mijn voeten vooruit en de snelheid geremd door mijn rugzakje. Ik kwam tot stilstand tegen een rots met mijn voeten vooruit.

Diny, mijn vrouw had ondertussen doodsangsten uitgestaan en durfde niet verder. Maar wat dan? Er was geen alternatief. Uiteindelijk heeft ze alle moed verzameld en is ze uiterst langzaam al zittend over de trap naar beneden geschoven. Tot ons beider opluchting liep het goed af en konden we verder.Wat we er aan overhielden waren ijskoude handen die langzaam in de zon tintelend begonnen warm te worden.

Het bleek dat dit onze laatste heftige hindernis was geweest. De resterende 3 uren waren een piece of cake al moesten we nog wel klauteren tot aan de boomgrens. Vanaf daar naar beneden was het min of meer wandelen. Op het terras van het Alkpengasthof bleek dat ik mijn schoenen letterlijk kapot had gelopen. Ook dat nog.

Onderweg genoten we van de prachtige vergezichten en de natuur.
De rust en de eenzaamheid deden ons soms onwennig aan,
alsof we alleen op de wereld waren.

2 opmerkingen: