In april dit
jaar werd een cursus over de vakbeweging afgesloten met een inleiding
door Paul de Beer, hoogleraar arbeidsverhoudingen aan de UVA in
Amsterdam. Hij zocht naar een antwoord op de vraag of de vakbeweging
nog toekomst heeft. De Beer adviseerde de vakbeweging toch vooral
keuzes te maken. ‘Alles willen doen is op termijn noodlottig’.
Kiezen we voor een vakbond met een brede maatschappelijke oriëntatie
of voor een doelgerichte belangenbehartiger? Het verleden leert,
aldus De Beer, dat met kleine stappen forse resultaten kunnen worden
bereikt. Kees van Kortenhof doet in de digitale nieuwsbrief “Het geheugen van de vakbeweging”, een uitgave van de “stichting Vrienden van de Historie van de
Vakbeweging” VHV verslag van de afsluitende bijeenkomst.
De Beer keek
terug op de successen die de vakbeweging de afgelopen honderdtien
jaar in Nederland boekte. Het reële loon per arbeidsjaar is sterk
gestegen terwijl de arbeidsduur is afgenomen. Een werknemer verdient
nu per uur tien maal zoveel als 100 jaar geleden. Als we de
verhouding tussen arbeid en kapitaal over die periode onderzoeken,
moeten we echter concluderen dat ‘de Franse econoom Thomas Piketty
met zijn boek Kapitaal gelijk heeft en de kapitalisten aan de
winnende hand zijn’. De werkzekerheid is groter dan in de 19e eeuw
maar ook in de afgelopen eeuw kwamen crises voor die, tot op de dag
van vandaag, leidden tot grote werkloosheid.
Uitdagingen
De Beer
schilderde ook de uitdagingen voor de vakbeweging van nu. De
organisatiegraad is ‘een glijbaan omlaag’. In 1980 waren nog 1 op
de 3 werknemers lid van een bond, nu nog slechts 1 op de 6. Het
aandeel van ouderen in de beweging is groot en de organisatiegraad
onder 25-jarigen en jonger is laag, namelijk 7%. Dat verzwakt de
legitimering van acties en uitspraken van de vakbeweging. Hij weet
dit ondermeer aan de defensieve houding van de vakbeweging en
vergeleek die van nu, met die uit de jaren zestig en zeventig.‘ De
politiek-economische agenda wordt niet langer bepaald door de
vakbeweging maar veel meer door politiek Den Haag en de werkgevers’.
De vakbeweging
moet ophouden alles te willen doen. Dat is op termijn noodlottig.
Bovendien moet duidelijk worden wie de doelgroep vormt van de
vakbeweging. Zijn dat de leden? Zijn dat alle werknemers of alle
werknemers inclusief de zzp’ers of misschien alle (indirect)
loonafhankelijken inclusief de uitkeringsgerechtigden en
gepensioneerden?
Tijdens een afsluitend forum werden twee vragen behandeld: Is kennis van de geschiedenis voor de vakbeweging noodzaak? en Bestaat de vakbeweging in 2040 nog? Paul de Beer waarschuwde voor te veel achteruit kijken omdat ‘kennis van de geschiedenis ook kan leiden tot conservatisme en het vasthouden aan oude modellen.’ Piet Hazenbosch (bestuursadviseur CNV en onderzoeker van de geschiedenis van het CNV) stelde daarentegen vast dat wanneer men wil begrijpen wat er aan de hand is, men moet weten waar men vandaan komt. Volgens Hazenbosch verschilt de tijd waarin de vakbeweging ontstond, fundamenteel van de huidige en hij constateerde dat de vakbeweging van nu onvoldoende aansluit bij de hedendaagse maatschappelijke ontwikkeling. Hij pleitte voor een terugkeer van de ‘ideologische veren’ waarbij we de vraag beantwoorden: ‘Waartoe zijn we op aarde?’. Hier vinden de christelijke vakbondsman Hazenbosch en de links-socialistische Van der Velden elkaar. Want de laatste ook betreurt is het verlies aan ideologische diepgang en visie op de maatschappij bij de vakbeweging. ‘Misschien heeft het CNV nog minder die veren verloren’. Sjaak van der Velden, specialist op het terrein van de Nederlandse arbeidsverhoudingen, zal het verder ‘worst zijn’ of de vakbeweging in 2040 nog bestaat. ‘De organisatie is een middel om bepaalde doelen te bereiken. Daar gaat het om.’
Zonsondergang
Leontine
Bijleveld, zelfstandig onderzoeker en adviseur vrouwenrechten en
arbeidsverhoudingen én historica, acht geschiedenis onontbeerlijk
maar dan graag breed en als inspiratiebron voor het heden. Zij deelt
de opvatting van haar CNV-collega dat de vakbeweging in 2014 niet
meer bestaat zoals nu maar er zullen altijd sociale bewegingen zijn,
die de wereld een beetje beter maken. Harry Peer, deskundige
medezeggenschap en ondernemingsraden, wijst met de vinger naar de
vakbeweging zelf als het om de geschiedenis gaat ‘want de
diepgravende kadertrainingen zijn er allemaal verdwenen. Er is te
weinig vraag naar de drijfveren van de vakbeweging en
vakbondsmensen.’ Hij vreest Amerikaanse toestanden waar werkgevers
met alle macht de vakbeweging buiten de deur kunnen houden. ‘We
praten veel over het Rijnlandse model maar ondertussen komt het
VS-model op ons af.’ Lodewijk de Waal, voormalig voorzitter van de
FNV en tegenwoordig voorzitter VHV, sloot de bijeenkomst af en vroeg
zich af hoe optimistisch hij zelf is. Zelf werd hij 35 jaar geleden
actief in de FNV en is groot geworden met Bob Dylan’s The Times, They Are A-Changin'. Maar diezelfde Dylan zou in de jaren tachtig de
zonsondergang van de vakbeweging aankondigen. Wie de tekst leest van
Sundown in the Union, kan niet anders concluderen dat er nog werk
genoeg is voor de vakbeweging.
Kees van
Kortenhof
April 2015
Dat het niet gaat goed met de vakbeweging als het gaat om ledental en representativiteit van de werknemers, blijkt ook uit onderstaand rapport van het CBS.
Opnieuw minder vakbondsleden, wel sinds lange tijd meer jongeren lid.
Het aantal vakbondsleden daalt in 2014 opnieuw, maar er werden meer jongeren lid. Het aantal vrouwelijke vakbondsleden neemt, na een incidenteel dipje vorig jaar, ook weer toe. Het aantal oudere leden daalt. Eind maart 2014 telde de vakbeweging ruim 1,7 miljoen leden, 30 duizend minder dan een jaar eerder. Bij alle vakcentrales, maar ook bij de niet-aangesloten bonden, daalde het ledental. De FNV was met ruim 1,1 miljoen leden de grootste vakcentrale.
Vakbond verjongt
Het aantal jongeren (tot 25 jaar) dat lid is van een vakbond is vergeleken met vorige eeuw bijna gehalveerd. In 1999 bedroeg het aantal jonge leden nog 117 duizend, in 2013 waren dat er nog 61 duizend. Aan de daling van het aantal jongeren lijkt een einde te zijn gekomen. De afgelopen jaren daalde het aantal jongere leden al nauwelijks, in 2014 kwamen er voor het eerst 6 duizend jonge leden bij. Van alle vakbondsleden is nu 3,8 procent jonger dan 25 jaar.
Een op de zes leden 65 jaar of ouder
Het aantal vakbondsleden daalde in de leeftijden 25 tot 45 jaar en 45 tot 65 jaar. Deze laatsten vormen nog wel steeds de grootste groep met 906 duizend leden. Dit zijn er 19 duizend minder dan vorig jaar. Een deel zegde hun lidmaatschap op, een ander deel bleef lid, maar hoort nu bij de gepensioneerde vakbondsleden (65 jaar en ouder). Het aantal leden dat ook na de pensionering lid blijft, nam in 2014 toe. Het aandeel 65-plussers kwam uit op 17 procent, een op de zes vakbondsleden is dus 65 jaar of ouder. Gepensioneerden kunnen vaak voor een lager contributietarief gebruik blijven maken van de diensten van een vakbond.
Meer vrouwen lid van vakbond
Na een daling in 2013 zijn in 2014 weer iets meer vrouwen lid van een vakbond. Hun aantal komt uit op 630 duizend.
Centraal Bureau voor deStatistiek, Webmagazine , 31 oktober 2014
Jongeren in de Solidariteitsmars met de Stakers in de Metaal, Oss 1977 (foto: petrus nelissen) |
Dat het niet gaat goed met de vakbeweging als het gaat om ledental en representativiteit van de werknemers, blijkt ook uit onderstaand rapport van het CBS.
Opnieuw minder vakbondsleden, wel sinds lange tijd meer jongeren lid.
Het aantal vakbondsleden daalt in 2014 opnieuw, maar er werden meer jongeren lid. Het aantal vrouwelijke vakbondsleden neemt, na een incidenteel dipje vorig jaar, ook weer toe. Het aantal oudere leden daalt. Eind maart 2014 telde de vakbeweging ruim 1,7 miljoen leden, 30 duizend minder dan een jaar eerder. Bij alle vakcentrales, maar ook bij de niet-aangesloten bonden, daalde het ledental. De FNV was met ruim 1,1 miljoen leden de grootste vakcentrale.
Vakbond verjongt
Het aantal jongeren (tot 25 jaar) dat lid is van een vakbond is vergeleken met vorige eeuw bijna gehalveerd. In 1999 bedroeg het aantal jonge leden nog 117 duizend, in 2013 waren dat er nog 61 duizend. Aan de daling van het aantal jongeren lijkt een einde te zijn gekomen. De afgelopen jaren daalde het aantal jongere leden al nauwelijks, in 2014 kwamen er voor het eerst 6 duizend jonge leden bij. Van alle vakbondsleden is nu 3,8 procent jonger dan 25 jaar.
Een op de zes leden 65 jaar of ouder
Het aantal vakbondsleden daalde in de leeftijden 25 tot 45 jaar en 45 tot 65 jaar. Deze laatsten vormen nog wel steeds de grootste groep met 906 duizend leden. Dit zijn er 19 duizend minder dan vorig jaar. Een deel zegde hun lidmaatschap op, een ander deel bleef lid, maar hoort nu bij de gepensioneerde vakbondsleden (65 jaar en ouder). Het aantal leden dat ook na de pensionering lid blijft, nam in 2014 toe. Het aandeel 65-plussers kwam uit op 17 procent, een op de zes vakbondsleden is dus 65 jaar of ouder. Gepensioneerden kunnen vaak voor een lager contributietarief gebruik blijven maken van de diensten van een vakbond.
Meer vrouwen lid van vakbond
Na een daling in 2013 zijn in 2014 weer iets meer vrouwen lid van een vakbond. Hun aantal komt uit op 630 duizend.
De tekst van Bob Dylan's lied "Union Sundown"
Well, my shoes, they come from Singapore
My flashlight’s from Taiwan
My tablecloth’s from Malaysia
My belt buckle’s from the Amazon
You know, this shirt I wear comes from the Philippines
And the car I drive is a Chevrolet
It was put together down in Argentina
By a guy makin’ thirty cents a day
Well, it’s sundown on the union
And what’s made in the U.S.A.
Sure was a good idea
’Til greed got in the way
Well, this silk dress is from Hong Kong
And the pearls are from Japan
Well, the dog collar’s from India
And the flower pot’s from Pakistan
All the furniture, it says “Made in Brazil”
Where a woman, she slaved for sure
Bringin’ home thirty cents a day to a family of twelve
You know, that’s a lot of money to her
Well, it’s sundown on the union
And what’s made in the U.S.A.
Sure was a good idea
’Til greed got in the way
Well, you know, lots of people complainin’ that there is no work
I say, “Why you say that for
When nothin’ you got is U.S.–made?”
They don’t make nothin’ here no more
You know, capitalism is above the law
It say, “It don’t count ’less it sells”
When it costs too much to build it at home
You just build it cheaper someplace else
Well, it’s sundown on the union
And what’s made in the U.S.A.
Sure was a good idea
’Til greed got in the way
Well, the job that you used to have
They gave it to somebody down in El Salvador
The unions are big business, friend
And they’re goin’ out like a dinosaur
They used to grow food in Kansas
Now they want to grow it on the moon and eat it raw
I can see the day coming when even your home garden
Is gonna be against the law
Well, it’s sundown on the union
And what’s made in the U.S.A.
Sure was a good idea
’Til greed got in the way
Democracy don’t rule the world
You’d better get that in your head
This world is ruled by violence
But I guess that’s better left unsaid
From Broadway to the Milky Way
That’s a lot of territory indeed
And a man’s gonna do what he has to do
When he’s got a hungry mouth to feed
Well, it’s sundown on the union
And what’s made in the U.S.A.
Sure was a good idea
’Til greed got in the way
Het is dat lid zijn van de vakbond bijna een vereiste is hier in België, anders had ik het ook niet gedaan ...
BeantwoordenVerwijderen