Robert Doisenau, 'Le Baiser de l'Hotêl de Ville', Parijs 1951. |
In het Museumtijdschrift Museum(nr.5, juli-augustus 2013, blz.58-62) lees ik
in een artikel van Rik Suermondt over de tentoonstelling van de
Franse fotograaf Robert Doisneau (1912-1994) in het Nederlands Fotomuseum te Rotterdam de volgende zinnen: “Terugblikkend op
zijn gehele oeuvre blijft een nostalgische 'feel good' -atmosfeer
overheersen. Doisneau stelde zich Parijs voor als een romantisch
filmdecor waarin mensen het leven vieren. Materiële welvaart speelt
daarbij geen enkele rol. Voor zijn foto's wilde hij slechts het loon
van een 'artisan-photographe' rekenen, zelfs toen hij al beroemd
was.Altijd was er de drang om de weerbarstige werkelijkheid om te
buigen naar een ideaalbeeld van vriendschap, tederheid en harmonisch
samenzijn. Het deed hem veel pijn toen aan het einde van zijn leven
zijn goede bedoelingen in twijfel werden getrokken door twee
acteurs.”
Ik
omcirkelde de zinnen met de aantekening dat ik
me daarin als
fotograaf herken. Wat
Parijs was voor
Doisneau, was Mexicostad voor
mij. Die stad bood mij mijn
eerste filmdecor waarin ik
mensen fotografeerde.
Mexicostad
was ook mijn eerste echte ontdekkingstocht in de fotografie. Voordien
fotografeerde ik zoals de meesten onder ons om herinneringen vast te
leggen van familie en vrienden met daarnaast toch ook een bescheiden zoektocht naar
schoonheid en betekenis.
Een
zoektocht zonder systematische aanpak behalve dan de technische kant
van fotograferen inclusief het werk in de donkere kamer. Met dank aan de
fotoboeken van Dick Boer. Ik wist van scherptediepte, diafragma,
belichting, contrasten, grijstinten en zelfs van composities maar
voor de rest rommelde ik maar wat aan op mijn gevoel. Ik had er toen ook het geld niet voor. Als student
had ik andere financiële prioriteiten. Natuurlijk had ik een camera
en op een gegeven moment zelfs een donkere kamer maar het bleef
behelpen. Fotorolletjes, chemicaliën en fotopapier waren duur.
Pas
tijdens mijn verblijf in Mexicostad begon ik mij echt
te verdiepen in de
fotografie. Mede dank zij de
serie boeken die Time-Life books in die jaren uitgaf onder
de titel 'Life Library of
Photography' en
fototijdschriften die ik te hooi en te gras kocht. Het
is natuurlijk een cliché van jewelste maar door die boeken ging een
heel nieuwe wereld van vakmanschap en vooral
ook zeggingskracht en zelfs kunst
voor me open.
Ik begon de meesters van de
fotografie te bestuderen.
Ik
voelde me meteen het meest aangesproken door de foto's die gemaakt zijn door
fotografen van de Farm Security Administration in de vroege jaren
dertig met fotografen als Rusell Lee, een van zijn foto's 'Iowa
Homesteader's Wife van 1936 maakte ik bijna letterlijk na, net als
van John Vachon (Ozark Mountain Family 1940) en Dorothe Lange. Hun
sociale fotografie inspireerde me enorm en ik probeerde hen te
imiteren en het liefst te evenaren, wat uiteraard heel moeilijk is.
Was
het thema van Doisneau zoals
Suermondt schrijft “het ideaalbeeld
van vriendschap, tederheid en harmonisch samenzijn”, het
mijne was het sociale
probleem. Zijn
thema was levensvreugde en liefde.
Hij is niet voor niks beroemd geworden met een foto van een kus: 'Le
baiser de l'Hotel de Ville' gemaakt in Parijs. Mijn
thema was compassie met de sociale nood en daarvan kon je in de
straten van Mexicostad meer dan genoeg vinden. Was voor Doisneau de
stad Parijs waar
je” het leven kon vieren” zoals Suermondt schrijft, Mexicostad
was de stad waar je de strijd om te overleven op straat kon zien en
fotograferen.
Waarin
ik me ook herken, is dat Doisneau genoeg had aan zijn loon van een
'artisan-photographe'. Hij hoefde niet beroemd te worden of
rijk. Fotograferen was bij hem een innerlijke noodzaak, een niet
aflatende manier om zijn kijk
op de wereld vast te leggen.
Hij kon
als het ware niet anders. En
ook daarin herken ik mij,
geobsedeerd door je thema en
de fotografie als middel om dat thema uit te werken.
Waar je op moet letten is dat
het geen obsessie wordt, een niet te beheersen drang waarin elke
vorm, elke betekenis en elke schoonheid ten onder gaat. Me dunkt dat
Doisneau daarin is geslaagd. Ik hoop het hem na te doen, al is het
maar een ietsje-pietsie.
Tegenwoordig gaat het fotograferen o zoveel gemakkelijker :-).
BeantwoordenVerwijderenDat lijkt maar zo.
Verwijderen