woensdag 7 augustus 2013

KENNIS IS GELUK

Een van de vele versies die Andy Warhol heeft gemaakt van Da Vinci's Laatste Avondmaal waarop Jezus staat afgebeeld omringd door zijn 12 leerlingen, apostelen genaamd. Warhol zou een 'spirituele bussinesskunstenaar' zijn, "een kunstenaar die spiritualiteit direct verbond met de zorgen van alle dag". Volgens Stoker in diens boek 'Hemel en aarde' zou Warhol niet alleen de kunst gedemocratiseerd hebben maar ook maakte hij een spiritueel besef toegankelijk voor de op consumptie gerichte kleinburger (blz. 142 in genoemd boek). Ik vind dat een verrassend vergezicht dat nog wel enig onderzoek verdient.  


Ik heb net het boek “Kennis is geluk, nieuwe omzwervingen in de kunst” van Joost Zwagerman gelezen (De Arbeiderspers 2012). Over Zwagerman schrijven is geen sinecure. In Wikipedia lees ik dat hij de bijna-opvolger van Harry Mulisch is en dat is wel wat ook al heb ik het niet zo op Mulisch. Ik lees ook dat hij al op zijn negende jaar begon met het maken van een eigen krantje. Dat jong geleerd oud gedaan is, blijkt uit de indrukwekkende rits geschreven fictie en non fictie boeken. 10 romans in 20 jaar (1986 – 201) dat is 1 per 2 jaar. 7 Gedichtenbundels in 13 jaar (1987-2010) dat is dus zelfs meer dan 1 per 2 jaar. En maar liefst 16 non-fictie boeken in 19 jaar tijd (1993 – 2012) . Dat is bijna 1 boek per jaar. De lijst met overige boeken laat ik dan maar voor wat ze is om niet helemaal te bezwijken onder deze indrukwekkende productiviteit.  


Ik beken met enige schroom dat ik tot nu toe niks van hem gelezen had. Vaag herinner ik me enige commotie over zijn pamflet “De schaamte voor links” waarin hij opriep tot samenwerking tussen PvdA en SP. De schaamte kon ik begrijpen want de PvdA heeft er de laatste decennia heel weinig van gebakken. Ik heb ook 1 of 2 keer zijn enthousiaste optreden gezien in DWDD. Aanstekelijk legde hij dan iets uit over schilderkunst, een onderwerp dat me interesseert. Ik bespeurde zelfs een zekere geloofsijver in zijn uitleg. Niet zo gek, zei Reve al niet dat alle goede kunst religieus is?

Met de titel van zijn boek “Kennis is geluk” wil hij vast zeggen dat hij andere kennis bedoelt dan die in het gezegde “Kennis is macht”. Daarmee wordt instrumentele kennis bedoeld, bruikbaar om macht uit te oefenen over anderen: meer weten dan een ander zodat je hem of haar politiek, sociaal of financieel aan het lijntje hebt. Dat soort kennis wil je ook liefst niet delen. Het soort kennis dat Zwagerman bedoelt, wil je juist wel delen omdat het gelukkig maakt. Het is kennis die inzicht en besef geeft van de kunsten en daardoor van onszelf en onze medemensen.

Hij schuwt geen enkel onderwerp en je kunt lezen dat hij zich inspant om de diepste waarheid in zichzelf naar boven te brengen. Hij verschuilt zich niet achter grapjasserij, scepsis, ironie of het ergst van alles cynisme. Het gaat hem om de zoektocht naar de waarheid en de werkelijkheid. Zo'n zoektocht is niks voor luiaards. Er moet gelezen worden, veel gelezen, tentoonstellingen bezocht, gesprekken gevoerd en uiteraard nagedacht. Zwagerman is wat dat betreft verfrissend, ook omdat hij niet achter trends aanloopt of modieus wil zijn. Hij is een echte classicus en die zijn zeldzaam geworden.

Dat hij af en toe zich teveel laat gaan in zijn associaties tot op het lyrische af, zij hem vergeven. Je krijgt er veel voor terug. Zijn terloopse kritiek op het jezelf zijn van onze tijd in zijn beschouwing over “Parijs: de folklore van de avant-garde” (blz. 36 – 39) is me uit het hart gegrepen. Behartenswaardig is zijn beschouwing “Het brein wordt oog” (125-128) over kijken zonder te zien naar aanleiding van een boek van Rudi Fuchs met als titel “Kijken”. Wie durft nog beweren in deze tijd van vermaak zonder inspanning dat het museum als eens school is waar je je ogen leert gebruiken?

Zwagerman durft te zoeken naar het Schone, het Ware en het Goede, naar ik zou zeggen het Goddelijke in de kunsten. Dat is niet mis want de kunst van onze tijd gelooft zelfs niet meer in het Goddelijke. Of Zwagerman daarin gelooft, weet ik niet maar hij durft er in ieder geval naar te zoeken. Geen arrogant zelfverzekerde afwijzing van het eeuwige, het verheven of het sublieme. Naar aanleiding van zijn bezoek aan de Seagram Murals van Rothko in Tate Modern (2008) schreef hij in VN “We zien het grootste, het sacraalste, het monumentaalste, het subliemste. En tegelijkertijd is er het besef dat de kunstenaar wenst dat we worden omhuld dor het teerste, warmste, ijlste, stilste, ja, het menselijkste wat de kunst kan voortbrengen. Zijn dit grote woorden? Dat moet dan maar.” (blz. 265). Ja, je moet maar durven.

Zijn verhandeling over het geloof in de moderne kunst ('Het hogere daalt in', blz. 138 -143) vind ik moedig en verhelderend. Hij bespreekt daarin het boek “Religie voor atheïsten” van De Botton. Ik moet bekennen dat wat Zwagerman daarin vertelt voor mij tegelijk een eye opener is en een bevestiging van een vermoeden is. Kunst is voor veel mensen plaatsvervangende religie geworden. Bij gebrek aan religie, beseffen ze dat emoties en ervaringen ergens een plaats moeten krijgen. Tegelijk beseffen ze dat er meer is dan het hier en nu, dat er een verleden is en een toekomst kortom dat mensen geschiedenis maken.

Een besef dat in de hedendaagse kunst geheel lijkt te verdwijnen. Het is alles hier en nu waarmee kunst nog slechts een foefje, een trucje, een voorvalletje wordt dat de aandacht weet te trekken. Heel even maar want dan wordt de aandacht weer opgeëist door een ander foefje of trucje. Dank zij de (kunst)markt blijft dat balletje aan het rollen, ingeklemd in de tijd van het nu. Straks weet niemand meer waar het over ging maar dat deert niet want alleen vandaag telt.

Zelf beken ik me tot de categorie sentimentele atheïsten zoals Zwagerman dat noemt. Dat zijn zij die betreuren dat ze niet in God kunnen geloven. Zoals Zwagerman schrijft is dat het type van de gevoelige natuur die zijn gelovige medemens “met een soort seculier-oecumenisch gebaar de hand drukt en tegelijk ontvankelijk wil blijven voor de schoonheid van religieus geïnspireerde kunst en tradities.” Een echte kunstenaar zoekt het Goddelijke ook al gelooft hij niet in God. Alleen zo kan iemand kunst maken.

1 opmerking:

  1. Heb ook nog nooit iets van Zwagerman gelezen. Denk niet dat daar snel verandering in komt.

    BeantwoordenVerwijderen