zaterdag 12 januari 2013

MIKE KELLEY'S KNUFFELKUNST


De voorkant van de tentoonstellingsfolder van het Stedelijk Museum met een knuffel van Kelley maar dan wel een klein beetje bewerkt door mij.Ik weet het, een beetje kinderlijk van mij maar dat is wat Kelley's kunst ook bij me oproept. 
Ik kende Mike Kelley tot voor kort niet. Wat ik van zijn werk te zien kreeg in de kranten en op internet sprak me niet aan. Het eerste woord dat bij mij opkwam bij het zien van zijn werken was 'knuffelkunst'. Dat de knuffel ook inderdaad zijn huismerk is, maak ik op uit het feit dat op de voorkant van de gratis tentoonstellingsfolder van het Stedelijk Museum een knuffel staat. Het is een geslachtsloos poppetje met een grijns en wenkbrauwen zonder ogen. Zo een dat een kleuter zonder bijgedachten mee naar bed kan nemen en ruimte biedt voor elke kinderlijke interpretatie. Ik kon het niet laten om als een ondeugend kind er een piemel bij te tekenen, twee tepeltjes en oogjes, waardoor het poppetje meteen minder onschuldig is. 



De 'knuffelkunst' is ruim gesorteerd aanwezig zoals je op bovenstaande foto van een knuffeltapijt met begeleidende attributen kunt zien.(Je mag in het Stedelijk Museum zoveel als je wilt fotograferen zo lang je maar geen flits gebruikt. Een verademing vergeleken met veel andere musea in de wereld). Vanwaar die knuffels? In de eerder genoemde folder lees ik dat knuffels en poppen een geefcultuur en schuld symboliseren. Als lid van de naoorlogse generatie heb ik nooit een knuffel gekregen en daarom vermoedelijk ook nooit gegeven. Waarom knuffels bij Kelley schuld symboliseren begrijp ik niet. Voor mij symboliseren ze het tegengestelde, d.w.z. onschuld tenzij zoals ik hierboven heb gedaan, je de knuffel een geslacht geeft.
Ik lees verder: "Sommige zachte sculpturen (poppen en knuffels dus) zijn enorme gestikte verzamelingen (bedoeld wordt waarschijnlijk het tapijt dat je op de foto ziet), andere zijn kleiner of mensvormig (kenmerkend voor poppen en knuffels), weer anderen liggen op de grond. Kelley's prikkelende werken verstrengelen onschuld (dus toch onschuld in plaats van schuld?) en identificatie met dreiging en kwaadaardige imitatie." Ik snap niet wat met dat laatste bedoeld wordt. Ik vind het juist allemaal aandoenlijk wat ik te zien krijg. De zaal van het museum lijkt meer op een kinderkamer dan een kunstkamer.
Op de bovenstaande foto zie je links aan de muur een siamese tweeling knuffel door Kelly gemaakt van twee gevonden clownachtige knuffels. Precies die knuffel staat ook afgebeeld in de tentoonstellingsfolder met als titel ' Estral Star #3'.
Al ronddwalend lees ik in de folder dat "tijdens de rondgang door de tentoonstelling duidelijk wordt dat Kelly's werk nooit eenduidig is, dat hij zich niet zuiver lineair ontwikkelde, en steeds terugkeerde naar bepaalde onderliggende thema's - zoals onderdrukte herinneringen uit de kindertijd en het breukvlak van het heilige en het wereldse. Zijn werk kenmerkt zich door voortdurend zelfonderzoek, reflectie en hergebruik." 
Misschien ben ik een beetje onnozel in de kunsten maar wat staat hier eigenlijk? Dat kunst niet eenduidig is, ligt voor de hand. Je komt niet naar bijvoorbeeld eenduidige blikopeners en autokrikken kijken. Al hoewel met enige fantasie kun je daarin ook weer van alles zien. Wat zuiver lineair ontwikkelen is, weet ik niet. Misschien dat een wiskundige daarover wat kan zeggen? Wat waren de onderdrukte jeugdherinneringen van Kelley? Mocht hij niet met knuffels naar bed? En zo kan ik nog wel even doorgaan maar dat doe ik niet. Dat moeten de lezertjes zelf maar doen.


Ik dwaal verder tussen heel wat tekeningen, voornamelijk zwart-wit en altijd met teksten. Tekeningen met teksten ken ik uit de honderden stripverhalen die ik vooral in mijn jeugd gelezen heb. Dat mocht niet op school want daar werd je leeslui van volgens de toenmalige onderwijskundige wijsheid. Gelukkig mocht ik ze thuis wel lezen zodat mijn vader me dan weer eens aanmoedigde om buiten te gaan voetballen. Het is dus ook nooit goed maar van onderdrukking was geen sprake. Ik ben ze blijven lezen tot ver in mijn studententijd en af en toe vergrijp ik me er nog wel eens aan. 
Tekeningen met tekst zoals die van Kelley vind ik beeldend gezien een zwaktebod tenzij die tekst zich beperkt tot een enkele duiding. Met uitwerpselen heb ik niks, nooit gehad ook. Vermoedelijk ben ik streng zindelijk opgevoed en werden mijn luiers op tijd verschoond.



Het hierboven afgebeelde schilderij bestaat uit een hoeveelheid spullen die me herinneren aan de knopendoos van mijn moeder. In mijn jeugd werd versleten of kapotte kleding door mijn moeder gerepareerd of versteld zodat het weer enige tijd gebruikt kon worden. Er was te weinig huishoudgeld om telkens nieuwe kleren te kopen.  Mijn moeder bewaarde daarom alle oude knopen, gespen, ritsen enz. in een oude blikken doos. Kelley heeft kennelijk van de inhoud van zo'n doos een schilderij gemaakt. Ik vind het een mooi voorbeeld van hergebruik van materiaal en dat het daarom ook navolging verdient. Voor degenen die ook zoiets willen maken voor thuis of op kantoor, Kelley heeft zo'n zelfde schilderij gemaakt maar dan van de sieraden die je vroeger bij je moeder in de la van het boudoir op de slaapkamer vond. 

Interessant is te lezen wat Joyce Roodnat in NRC Handelsblad ('Het Stedelijk biedt ons straatvuil - pijn is fijn', 3 en 4 januari 2013) over die schilderijen schreef: "Hij maakte mozaïeken met stopcontacten, scherven en duizenden valse-parelsieraden van de buurtparfumerie. En nee, dat oogt niet als uit de hand gelopen moederdagcadeaus. Die megalomane collages zijn net zo verwarrend als zijn narrige installaties en video's. Zijn werk zindert, maar niet van geluk. Een klein jaar geleden maakte Kelley zich van kant."

Naar ik aanneem een zelfportret van Kelly dat hij geplaatst heeft tussen portretten van knuffels. Beschouwde Kelley zichzelf als een  knuffel of zag hij knuffels als aan hem gelijk dus eigenlijk als mensen? (De reeks is niet compleet. Ik kon die helaas niet in zijn geheel op de foto krijgen)

Kelley pleegde dus op 56 jarige leeftijd zelfmoord. Waarom? In zijn overlijdensbericht in de NRC van 2 februari 2012 lees ik daar niets over, net zo min als in andere voorlichtende folders. Ik lees wel in dat bericht dat met hem 'een overweldigend talent is overleden' wat als volgt nader wordt toegelicht: "Kelley's carrière werd gevoed door het rebelse karakter van de punkrock en de kitscherige popcultuur. Hij stond bekend om de sculpturen en onorthodoxe objecten die hij in musea en galerieën neerzette. Zijn solo-tentoonstelling 'Catholic Tastes' in het Whitney Museum of American Art, waarin hij poppen, tekeningen en andere objecten samenvoegde, zette hem in 1993 op de kunstkaart." Ik ben Katholiek opgevoed maar ik herken in het werk van Kelley helemaal niets van Katholieke smaken. Zo zie je maar weer dat de een zijn wereld niet die van de ander is.

4 opmerkingen:

  1. Ik ken(de) hem ook niet.
    Een interessante analyse.

    Groet
    Laila

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Overigens las ik net in de laatste FM dat hij door zijn vader misbruikt is.

    Groet
    Laila

    BeantwoordenVerwijderen
  3. @LAILA

    Ik vermoedde al zoiets. Je proeft de frustratie uit zijn kindertijd als je rond kijkt. Dat plaatst de knuffels vermoedelijk in een ander licht, net als zijn poep tekeningen en ook zijn rusteloosheid en uiteindelijk zelfmoord.

    BeantwoordenVerwijderen