Posts tonen met het label Katholieke Universiteit Nijmegen. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Katholieke Universiteit Nijmegen. Alle posts tonen

vrijdag 9 december 2022

TERUG NAAR NIJMEGEN. ZWARTBOEK.

Het geheel met de hand geschreven en gecopieerde 'zwartboek derde wereld centrum' (54 pagina's)

 

Eenmaal thuis wordt de misselijkheid van Krullenbol op de boot door de huisarts verklaard. Ze is al van voor de oversteek zwanger. Daar hadden we helemaal niet aan gedacht. Gelukkig is alles in orde. Als het goed blijft gaan, zal ons eerste kind van de zomer geboren worden. Alle tijd om ons voor te bereiden.

Nu is het meer dan ooit zaak om zo snel mogelijk af te studeren. Ik was dat al van plan maar nu Krullenbol zwanger is, wordt het nog dringender. Ik vind het prima. Het is mooi geweest aan de universiteit. Door mijn twee jaar bij Philips in Eindhoven, direct na de middelbare school, heb ik de universiteit van meet af aan beleefd als een verlengde speeltijd, als een tijd van uitgestelde verantwoordelijkheid, mede mogelijk gemaakt door mijn ouders, de samenleving (de belastingbetaler) en de politiek. 

Ik ben dan ook nooit meegegaan met de idee van de Studenten Vakbond dat een student een arbeider is die recht heeft op een vaste uitkering van 400 gulden per maand, onafhankelijk van het inkomen van de ouders. Het inkomen van ouders mag wat mij betreft meegenomen worden bij de vaststelling van een beurs of renteloos voorschot. Het progressief linkse idee dat studenten intellectuele arbeiders zijn, is er bij mij ook nooit ingegaan. Wie dat denkt weet niet wat een arbeider is.

Hoe je het ook wendt of keert, als student behoor je tot een bevoorrechte groep die de existentiële ervaring van een arbeider nooit helemaal kan doorgronden ook al werk je nog zo vaak in een fabriek. De fabriek is niet jou lotsbestemming zoals dat voor de arbeider is. 

Rosier loste dat probleem op door maanden te gaan werken in en fabriek of kolenmijn en zoveel mogelijk met de arbeiders samen te leven maar ook dan nog heeft elk zijn eigen wereld. Het is het lot van mensen dat we ons bestaan nooit helemaal met de ander kunnen delen. De enige echte brug die tussen mensen geslagen kan worden, is de liefde en de daaruit vloeiende gedeelde ervaring. Maar dat kan ook zo maar een brug te ver zijn en dan valt alles in duigen.

Hoe dan ook, vanaf nu had ik mijn eigen prioriteiten. Op de eerste plaats afstuderen en een baan zoeken. Daar heb ik intussen plannen voor. Ik heb na Colombia mijn missie gevonden en dat is ontwikkelingssamenwerking en dan liefst ter plekke in een Derde Wereldland, bij voorkeur in een Latijns Amerikaans land. Voor nu hier in Nijmegen wil ik me inzetten voor het Derde Wereld Centrum, een van de weinig concrete voorstellen om de universiteit en de studenten in de toekomst meer te betrekken bij ontwikkelingssamenwerking en Derde Wereld. 

Tijdens Colombia heeft de tijd in Nijmegen niet stil gestaan. Meteen na mijn aankomst verschijnt het “Zwartboek Derde Wereld Centrum”, een zorgvuldig met de hand in eigentijds 'progressief' Nederlands geschreven verslag van de lange lijdensweg die het idee aan de Katholieke Universiteit van Nijmegen heeft afgelegd.

Na vijf jaar in bureaucratische loopgraven te hebben gelegen, met professoren gebakkeleid te hebben, in studentencommissies gezeten te hebben en actie gevoerd te hebben, dreigt het initiatief tot de oprichting van een Derde Wereld Centrum alsnog te stranden op het universiteitsbestuur die, ondanks eerder gemaakte afspraken, weigert de benodigde middelen ter beschikking te stellen.

“het beschrijft het moeizame, nee beschamende verloop van bijna 4 jaar praten, comissies instellen, goedkeuren, afkeuren etc. en hoe men na dit alles - voorjaar ’72 - op een punt staat dat verder van het te bereiken doel afligt dan het prille begin, toen men alleen nog maar praatte.
dit zwartboek is samengesteld door een groep antropologie - en politicologiestudenten die -zich gesteund wetend door een grote achterban - op deze manier blijk willen geven van hun misnoegen en minachting over deze gang van zaken.
zij zijn het beu om alsmaar op sleeptouw genomen te worden door formeel-legalistische overwegingen, door zgn. anti-ideologiese, objective hoogleraren, door kleinzielige instituutsbelangen, door wanbeleid van universitaire instanties, maar vooral door mooie prietpraat die, hoe principieel ook, uiteindelijk leidde tot niets.”
(Deel I: inleiding. zwartboek derde wereld centrum)

(wordt vervolgd)
 

zondag 1 september 2013

IS MIJN TIJD GEKOMEN?

Foto van een studentenhuis in of omstreeks 1968. Het huis stond in Jacobslaan 147.

Dank zij Rector Magnificus Professor Mr. Bas Kortmann van de Nijmeegse Radboud Universiteit besef ik dat mijn tijd gekomen is. Ik ben afgestudeerd aan de Katholieke Universiteit van Nijmegen maar die bestaat niet meer. Dat is veranderd in Radboud Universiteit Nijmegen. Ik had gehoopt mijn kleinkinderen met enige trots te kunnen vertellen dat ik gestudeerd heb aan een universiteit met een geschiedenis. Maar nu moet ik eerst uitleggen dat de oude universiteit heeft plaats gemaakt voor de Radboud Universiteit. Geen start om trots op te zijn en eigenlijk een beetje belachelijk.

Opa, je universiteit bestaat niet meer. Nee, jongen. Waarom niet, opa? Ik denk omdat Katholiek uit de mode is geraakt en mode is belangrijker dan geschiedenis. Geschiedenis is sterfelijkheid en daar willen de nieuwe generaties niet meer van weten. Het zijn net communisten die willen ook altijd de oude geschiedenis uitwissen. Ze vinden dat de echte geschiedenis pas met hen begint. Alles voor hun tijd was ouderwets en achterlijk.

De rector nodigt mij in de brief uit voor een alumnidag. Alumni is het meervoud van alumnus en is Latijn voor een oud-leerling of afgestudeerde aan de universiteit. Dus toch nog een beetje traditie in de Universiteit? In Wikipedia lees ik dat “Universiteiten en hogescholen in Vlaanderen en Nederland steeds meer aandacht besteden aan het onderhouden van goede contacten met hun alumni, dit voor het verkrijgen van donaties en het regelen van stageplaatsen of banen voor hun studenten.” Ik dacht het al. Het draait weer om geld en goed. In mijn tijd werden om die reden het lidmaatschap van het Studentencorps of een Dispuut aangeraden. Voor mij hoefde dat toen ook niet. Ik ben lid geworden van het Dispuut Marsipulami, dat paste beter bij mij als liefhebber van stripverhalen.

Waarom wordt aan de ene kant de geschiedenis van de Universiteit in de vuilbak gegooid met het schrappen van het woord Katholiek en aan de andere kant komt men op de proppen met zo'n belachelijk woord als alumnidag? Dat is pronken met een Latijns woord terwijl je blijkbaar niks van het verleden moet hebben. Wat is hier aan de hand? Om misverstanden te voorkomen, ik ben geen praktizerend Katholiek maar dat wil nog niet zeggen dat ik meteen ook wil breken met alles wat ik in mijn Katholieke opvoeding heb meegekregen. Je verwacht dat een eerbiedwaardig instituut als een Universiteit dat ook zou beseffen.

Die Alumnidag (een lelijk woord) wordt georganiseerd door de Faculteit der Managementwetenschappen. Maar ik heb nooit aan de Faculteit der Managementwetenschappen gestudeerd. Ik ben student geweest aan de Sub Faculteit Westerse Sociologie, Niet Westerse Sociologie en Culturele Anthropologie van de Faculteit der Sociale Wetenschappen. Op mijn kandidaats en doctoraal bul staat dit alles keurig uitgeschreven in het Latijn. Dat had van mij ook toen al in het Nederlands gemogen.

Denk je nu echt dat ik mijn kleinkinderen ga vertellen dat ik heb gestudeerd aan de Faculteit van Managementwetenschappen? Wat is er in 's hemelsnaam voor wetenschappelijks aan management? Dat is een uitvoerende functie die zekere vaardigheden vereist en verschilt daarin niks van een of ander ambacht. Niet eens een eerbiedwaardig ambacht want managers blijken meer en meer mannen en vrouwen te zijn die geleid worden door efficiency, winstgevendheid en kosten-baten analyses. Continuïteit en menselijkheid schijnen niet op hun lijstje vaardigheden te staan.

Ik hoop dat de Faculteit der Managementwetenschapen net zo snel wordt ingehaald door nieuwe ontwikkelingen als indertijd de Floppy Disc. Dat zal ze leren om geschiedenis modieus over boord te gooien.