vrijdag 2 mei 2025

MEXICAANSE VERTELLINGEN 37. DE PIJN VAN ROSA

Het gesprek van de dag. Mexico 1976. (foto:petrus)


Rosa is niet meer te stoppen. Eindelijk kan ze haar pijn en verdriet kwijt aan iemand van wie ze houdt en die ze vertrouwt. Diego verroert zich niet, net zo min als Sara. Beiden beseffen dat ze haar niet moeten onderbreken nu ze ontwaakt uit een toestand van verdoving die veel te lang heeft geduurd.


Met tranen in haar ogen vertelt ze over de bevalling van Adam. Er zat niets anders op dan op zoek te gaan naar hulp toen de weeën steeds vaker opkwamen. Ze dwaalde over de paden op zoek naar iemand die haar wilde helpen. Ze struikelde over de losse stenen en gleed uit op de stijle paden. Uiteindelijk vond ze een hut waarin een vrouw zat die haar wilde helpen.


Die begreep onmiddellijk de toestand van Rosa. Ze legde Rosa op haar eigen bed, zette warm water klaar en haalde lappen en doeken voor haar en het nog ongeboren kind. Ze mocht na de bevalling blijven tot ze sterk genoeg was om terug te gaan naar haar hut. Al die tijd zag ze geen Efraïm, ze vreesde dat hij haar verlaten had om elders zijn heil te zoeken.


Nadat ze thuis was met Adam liet Efraïm zich weer zien. Rosa had gehoopt dat de komst van hun zoon hem zou veranderen, dat de liefde tussen hen weer zou terugkeren maar niets was minder waar. De toestand werd slechter. Rosa begon hard te snikken toen ze zei dat Efraïm niet eens naar hun zoon had gekeken.


Hij bleef drinken en het ergste van alles ook slaan. Er was niks meer wat Rosa of het kind nog goed konden doen. Alleen al hun aanwezigheid was genoeg om hem boos te maken. Eigenlijk wil hij ze niet meer in zijn hut hebben. Rosa zelf raakte verward en voelde zich in het nauw gedreven.


Ze kon maar niet vatten wat zich afspeelde in het hoofd van Efraïm en waar zijn hart was gebleven. Misschien waren de problemen hem in het hoofd geslagen? Misschien was hij bezig gek te worden? Ze was in haar jonge leven nog nooit door iemand geslagen, niet door haar vader en zeker niet door haar broers. Ze had haar vader nooit dronken gezien en zijn vrouw zien mishandelen. Zoiets bestond niet in haar wereld. Ze was radeloos en wist niet waar heen of waar naar toe te gaan.


Op een dag komt Efraïm niet meer thuis en ook de dagen die volgen niet. Er zit niks anders op dan uit bedelen te gaan langs de hutten in de bergen. Ze weet zeker dat Efraim niet meer terugkomt. Ze vermoed dat hij gevlucht is naar Amerika waar zoveel mannen naar toe gaan om hun geluk te beproeven.


Ze begint opnieuw te huilen. “Wat moet ik helemaal alleen met een kind daarginds in de bergen?”, zegt ze wanhopig huilend tegen Diego en Sara. Ze kan er nooit goed voor zorgen. Er is niemand daarginds in de bergen waar ze terecht kan. Ze kijkt Diego hulpeloos aan en vraagt hem, “Wwaar moet ik heen met Adam?”


 Diego beseft dat hij voor een oplossing moet zorgen. Haar toestand verdraagt geen uitstel meer. Haar zo terug laten gaan naar de hut zou wel eens haar dood en die van haar kind kunnen zijn. Dat kan hij niet verdragen. Hij overlegt kort met Sara. Ze nemen het besluit om met Rosa haar kind te gaan halen en daarna met zijn ouders te praten. Waarom zou Rosa niet met Adam bij hun ouders kunnen wonen? 

1 opmerking: