Voor ongelovigen zal het lezen van gedichten van de op God verliefde ziel moeilijk zijn, zo niet onbegrijpelijk. Hoe kan een ziel verliefd zijn op God, een wetenschappelijk niet aan te tonen wezen? Is dit niet een vorm van een of andere psychische stoornis, het gevolg van een afwijking in de hersenen?
Er is vast een psychologische verklaring voor te vinden. Zou het kunnen dat het thuis hoort bij het ziektebeeld van de schizofrenie? Veel voorkomende symptomen van schizofrenie zijn wanen, hallucinaties, verward denken, zichzelf terugtrekken en verwaarlozing van de sociale omgeving.
Het vervelende bij Jan van het Kruis is dat nergens uit zijn gedichten, zijn toelichtingen en zijn brieven aan de heilige Teresia van Avila blijkt dat hij verward is. Integendeel, hij schrijft helder en duidelijk. Hij weet zijn mystieke ervaringen goed uit te leggen voor zijn volgelingen.
Verwaarlozing van zijn sociale omgeving is er ook niet bij. Als pas afgestudeerd Karmeliet is hij ontevreden over de heersende regels. Hij wil leven volgens de oorspronkelijke - strengere - regels van de orde. Daardoor wordt hij “een gemakkelijke prooi van de heilige Teresia van Avila”, die daar al eerder mee is begonnen onder de vrouwelijke Karmel.
Zij had vijf jaar eerder in Avila ondanks hardnekkige tegenwerking een kleine gemeenschap gesticht van vrouwen die het oorspronkelijke ideaal van de Karmel willen beleven. Dat is haar niet genoeg. Zij wil ook voor mannen een dergelijke orde. Jan van het Kruis laat zich overtuigen en stort zich samen met haar en nog een karmeliet in het avontuur van de oprichting van een gemeenschap van ongeschoeide Karmelieten, zoals de hervormde orde zich noemt.
“Teresia heeft er alle vertrouwen in als Juan, samen met Antonio en de lekenbroeder José de Cristo, op 28 november 1568 in armzaligste omstandigheden het eerste klooster van ongeschoeide Karmelieten begint. Het is hetzelfde jaar, waarin Alva te Antwerpen de Raad van Beroerten opricht en de tachtigjarige oorlog begint.” (zie verzamelde werken Sint-Jan van het Kruis, Algemene inleiding, blz.28)
Terwijl in de Lage Landen een burgeroorlog woedt tegen katholieke dwang van Filips II en voor protestants christelijke hervormingen, beginnen de H. Teresia met Jan van het Kruis de orde van de Karmelieten die in verval was geraakt, te hervormen.
Maar in de wereld van religieuzen gaat het er niet altijd zo devoot aan toe als buitenstaanders wel eens denken. Het zijn per slot van rekening ook maar mensen. Karmelieten van de oude observantie (de geschoeide karmelieten) zien in de hervormingen een afwijzing van hun kloosterleven, alsof dat niet meer goed genoeg zou zijn. Zij gaan zo ver om Jan van het Kruis gevangen te zetten. Hij zit negen maanden in een cel in Toledo op een rantsoen van water en brood.
Tijdens zijn gevangenschap dicht hij het grootste deel van het Geestelijk Hooglied dat als een samenvatting van zijn geestelijke leer kan worden beschouwd. Ondertussen is hij praktisch genoeg om na te denken hoe hij uit zijn gevangenschap kan vluchten. Dat lukt hem na het feest van Maria Hemelvaart in 1578. Waarna hij verder gaat met te werken aan zijn ideaal: vorming van Karmelieten en Karmelietessen en leken die ernst willen maken van hun geestelijk leven.
Vasthoudendheid kun je de karmelieten niet ontzeggen.
BeantwoordenVerwijderen