vrijdag 14 oktober 2022

70. HET BELOOFDE LAND. DE GEHEIME DIENST

 

Ik kon tijdens mijn verblijf in Colombia niet vermoeden dat de drugsmaffia een bedreiging zou worden voor rechtstaat en democratie, hoe beperkt ook in zijn zijn uitvoering. Op 6 december 1989 vond een aanslag plaats op het DAS-gebouw, gepleegd door het Medellín-kartel met als doel de toenmalige directeur van de Administratieve Afdeling Veiligheid (DAS), Miguel Alfredo Maza, te vermoorden. Márquez. was de belangrijkste bestrijder  van drugsbaron Pablo Escobar. Generaal Maza Márquez bleef ongedeerd omdat zijn kantoor gepantserd was, maar bij de aanslag met een autobom beladen met 500 kilo dynamiet vielen 63 doden en ongeveer 600 gewonden.

Maar Fernando zou Fernando niet zijn als hij geen raad zou weten met dit nijpende probleem. Een oom van hem werkt bij de geheime dienst op een niet onbelangrijke post. Zo geheim is de dienst toch ook weer niet dat je niet weet dat familieleden daar werken.

Hij belooft een afspraak voor ons te maken zodat we het probleem op hoog niveau kunnen bespreken. Een zeer welkom voorstel om de boete te drukken of wie weet misschien helemaal te besparen.
We krijgen naam en functie van de hoog geplaatste oom. 

Voor vertrek naar de afspraak drukt Fernando ons op het hart om bij binnenkomst vanaf het begin vriendelijk aan te dringen zijn oom te spreken te krijgen. We moeten ons niet laten afschepen met een of ander bureaucratisch praatje ergens op de benedenverdieping. Ook niet het doel van ons gesprek noemen. Alleen dat we een afspraak hebben. 

We krijgen op de koop toe kledingadvies. Ik moet formeel gekleed gaan met hemd, stropdas en colbert. Krullebol moet vrouwelijk elegant gekleed gaan met een korte rok maar ook weer niet te kort. Dat is te opdringerig en dat wordt niet op prijs gesteld. Ze moet de aandacht op zich vestigen zonder te overdrijven.

We moeten altijd en overal Spaans spreken. Overschakelen op Engels moeten we niet doen. Spaans spreken versterkt het gevoel van vertrouwdheid en het benadrukt dat we vertrouwen hebben in het land en zijn mensen.

Daar staan we dan eindelijk voor het indrukwekkende DAS gebouw. Dat we zo maar binnen kunnen stappen bij de Colombiaanse geheime dienst voor een afspraak met een ons onbekende man kunnen we haast niet geloven. Maar als Fernando zegt dat het geregeld is, dan is dat zo en dus stappen we zo vrijmoedig mogelijk naar binnen. 

De entree verloopt vlekkeloos, precies zoals het moet zijn. We worden meteen naar de gevraagde verdieping door verwezen alwaar we worden ontvangen in een ruim en luxe ingericht kantoor met royaal uitzicht over Bogotá. Het is prachtig om te zien ondanks het besef dat daaronder een miljoen mensen of meer in grote armoede in krottenwijken wonen. 

Bogotá is een stad die qua bevolkingsomvang kan wedijveren met Parijs alleen groener en omgeven door bergen en geen iconen als de Eiffeltoren en de Sacré Coeur. De misère en schrijnende armoede waaraan niet te ontsnappen valt als je beneden door de straten loopt, is hier van boven ver weg en niet te zien. Van deze hoogte ligt de stad er vredig en bijna welvarend bij.

Wat je ziet zijn moderne met bakstenen gebouwde woontorens, de plaza central met het paleis en de kathedraal en de drukke straten met verkeer. Het door de Spanjaarden aangelegde rechthoekige straatpatroon tekent zich scherp af. Je kunt straatgewoel vermoeden maar je ziet het niet. 

De oom komt binnenlopen, geeft joviaal een hand en stelt ons op ons gemak. We komen te zitten in de zithoek van het kantoor waarna we wat te drinken krijgen aangeboden. De koffie wordt binnengebracht door een bedeesde dienster. Hoe kan het ook anders in het land van de muchachas, de dienstmeisjes? Hij breekt het ijs met de cliché vraag wat we van Colombia vinden?

We steken de loftrompet over het land. Niet omdat dat de beste kans geeft op een naar we hopen goedkoop doorgangsbewijs maar omdat we het menen. Colombia is voor ons een grote verrassing om niet te zeggen een openbaring. Het is een rijk en majestueus land met prachtige natuur zoals we in Europa niet kennen en een rijke geschiedenis net zo rijk en spannend als die van Nederland en Europa. 

Toegegeven er is armoede en misère en er woedt ver weg in de wouden een kleine oorlog maar het land heeft ook veel mogelijkheden, meer dan in Europa. Europa en zeker Nederland is  af. Je zou er zo een museum van kunnen maken waar toeristen uit de hele wereld kunnen zien hoe een welvarend Europees land er in de twintigste eeuw bij ligt. Alles is geregeld van de wieg tot het graf.

Colombia daarentegen staat pas aan het begin van zijn opbouw met naar we hopen enigermate van sociale rechtvaardigheid en welvaart. Er is nog van alles mogelijk. Het is een land met een jonge bevolking. Dat brengt dynamiek en ongeduld. We zouden langer willen blijven om daar meer over te weten te komen maar helaas ik wil ook afstuderen en moet dus terug naar Nijmegen.

Ik zie aan het gezicht van de oom dat we de goede toon hebben geraakt. Hij voelt zich gevleid alsof het land zijn persoonlijk eigendom is en dat is het in zekere zin ook. Per slot van rekening houdt de DAS een streng oogje in het zeil misschien wel te streng, maar dat weten wij niet. 

Hij spreekt zijn verbazing uit dat we zo goed Spaans spreken. Meent hij dat of is het gespeeld, een compliment voor twee sympathieke Nederlanders? Dat weet je nooit. Toch voelen wij ons een beetje gevleid. We zijn blij dat het hem opvalt. 

Bescheiden zeggen we dat we de afgelopen acht maanden onze woordenschat, uitdrukkingsvermogen en in het algemeen het taalgebruik flink hebben kunnen oefenen. Ik spreek graag Spaans en naar mijn idee intussen beter dan Engels.

(wordt vervolgd)
 

 

1 opmerking: