Humberto heeft er geen moeite mee de dag in een luie stoel door te brengen. |
In de middag komt van Oscar de vraag of ik zin heb om vannacht mee te gaan vissen. Zijn vraag komt precies op tijd. Alles is welkom als ik maar wat te doen heb. Ik ben geen visser geweest, nooit naar getaand ook ondanks pogingen van mijn vader om mij deze sport jong te leren. Het was aan mij niet besteed. Een hele middag aan de Maas zitten, turend naar een dobber was teveel gevraagd.
Om negen uur het is dan al tropisch donker, vertrekken we. Dora gaat ook mee. Ze wil dit meemaken en ook voor haar is alles beter dan je vervelen. Voor ons vertrek smeren we ons goed in met anti-muggen spul. Wat volgt is een moeizame tocht in het schemerdonker door velden, onder prikkeldraad door, langs lege sloten en beekjes. Maar zoals gezegd, alles beter dan je vervelen.
Onderweg worden we al flink gepikt door alsmaar zoemende muggen om ons heen. Ik volg de raad van Oscar op een sigaret op te steken. Rook verdrijft de muggen. Voor het eerst van mijn leven zie ik vuurvliegjes, tientallen. Piepkleine lichtpuntjes dansen om ons heen. Ze verdwijnen plotseling en dan floept er weer een aan, zo maar vlak voor je neus. Het is een wisselend schouwspel van oplichtende puntjes in de diepe duisternis van de nacht. Een wonder van de natuur.
Als aas gebruiken we kleine visjes die Oscar 's morgens gevangen heeft in de beek naast het huis. Ik heb nog nooit een vis gevangen en nu ben ik de eerste die er een vangt. In het pikkedonker nog wel. Ik haal hem op de kant en doe hem in de emmer. Ik had nooit kunnen vermoeden dat ik nog eens de reputatie zou verwerven van visser. Voor de rest van de nacht vang ik niks meer.
De anderen hebben net zo weinig geluk. In totaal vangen we met z'n vijven vier vissen. Oscar vangt de grootste. Door zijn enthousiasme zwaait hij zo hard met zijn hengel dat de vis van de angel het donkere gras in vliegt. Met z'n allen zoeken we al rokend met zaklampen aan naar Oscar's vis. Vroeg in de ochtend zeulen we nog steeds sigaretten rokend met de emmer vissen huiswaarts waar we een gat in de dag gaan slapen.
(wordt vervolgd)
Die vissen kijken wel uit om in de nacht toe te happen. Of ze zien het aas niet eens ...
BeantwoordenVerwijderen