vrijdag 20 augustus 2021

HET BELOOFDE LAND. DE OCEAAN

De haven van Bilbao, de eerste haven op onze vaart naar Colombia

Op onze eerste zeedag varen we naar Bilbao om vracht te laden. We kunnen aan de haven en in de nabij gelegen wijk onze benen strekken, meer is er niet te doen. Terug in ons drijvend hotel zijn we nog net getuigen van een tragisch ongeluk op het dek. Bij het binnenboord hijsen van een heftruck probeert de jongste matroos vanaf het dek het schommelende gevaarte in goede banen te leiden, wat natuurlijk niet lukt. Het gevaarte is gewoonweg te zwaar om door mensenhand geleid te worden. De heftruck slaat hem tegen de opstaande rand van het laadruim waardoor zijn benen worden gebroken. De matroos wordt afgevoerd naar een ziekenhuis. Einde van zijn reis, wij beginnen aan de grote oversteek van de oceaan.

Terwijl ik lig te doezelen op het ritme van het intussen vertrouwde gestamp van de machines overvalt me de gedachte dat ik rond zwerf op een oneindig uitgestrekte oceaan met onder mij zoveel diep water dat ik het me niet eens kan voorstellen. Een grote golf en ons schip zal als een notendopje weg zinken in de diepste vergetelheid van de oceaan. Hoeveel mensen heeft de oceaan in de loop van de mensengeschiedenis al niet verzwolgen? Zal dat ook mijn lot zijn? Ik kijk door de patrijs naar buiten en besef ik aan de goden ben overgeleverd. Mensen kunnen van alles verzinnen maar het zijn de goden die beslissen of het wat zal worden of op niks zal uitlopen. Gek genoeg ben ik daar niet bang voor. Integendeel, ik heb er vertrouwen in dat het goed komt.

En dat doet het ook, want de volgende morgen staat in de eetsalon een overdadig ontbijt klaar met grapefruit, griesmeel, puffed rice (nog nooit gegeten), shredded weat,  ei naar keuze, gemarineerde haring (lijkt me typisch voor een ontbijt op zee), rookvlees, gouda en edam kaas, gesorteerde jams en honing, wit en bruin brood, franse broodjes, beschuit en roggebrood, joghurt, koffie, thee of melkchocolade. Ik vrees dat als dat zo alle dagen gaat tot we op onze plaats van bestemming zijn, ik flink wat zal aankomen. Ik ben een lekkerbek en wil altijd alles proberen. 

Gelukkig heb ik meer te doen dan drie keer per dag eten met tussendoor koffie of thee met versnaperingen. Ik heb mij voorgenomen om de dagen aan boord niet in ledigheid door te brengen maar mijn grammaticale kennis van het Spaans flink bij te spijkeren. Spaans spreken gaat me al aardig goed af, ik praat zogezegd gemakkelijk, maar van de grammatica weet ik nog te weinig.

Ik heb me ook voorgenomen het standaardwerk over politieke partijen van Duverger door te worstelen. Met elke dag een hoofdstuk met aantekeningen kom ik nog voor aankomst door het boek heen. Het is de bedoeling dat ik zijn studie gebruik als raamwerk voor mijn studie van de Liberale en Conservatieve partij van Colombia. Ik hoop ter plekke dat raamwerk aan te vullen met literatuurstudies en een bescheiden aantal interviews met politieke leiders van beide partijen. Vooral dat laatste zal niet gemakkelijk zijn. Hoe overtuig ik straks Colombiaanse politieke leiders om mij, een student uit Nijmegen zonder enige politieke ervaring, te vertellen hoe het in hun partij zit en waar zij politiek staan? Ik reken daarbij op Rosier en zijn hulptroepen maar of dat ook inderdaad wat zal opleveren, is maar de vraag. Enfin, dat is van later zorg.

(wordt vervolgd)

 

1 opmerking: