We vervolgen onze mesjogge reis. Ten zuiden van Madrid rijden we door een streek waar volgens de Spaanse schrijver Cervantes de nobele en moedige ridder Don Quichot de la Mancha op zijn paard Rossinant tezamen met zijn schildknaap Sancho Panza heeft rondgedoold. We vangen in de verte een glimp op van de windmolens waartegen Don Quichot ondanks waarschuwingen van Sancho Panza moedig ten strijde trok, want waar Sancho Panza windmolens ziet, ziet Don Quichot reuzen.
Hij mag dan tegen de grond gemaaid worden door een van de molenwieken, hij was toch maar mooi niet bang ten strijde te trekken tegen reuzen en dat is meer dan van menigeen gezegd kan worden. Ik vraag me af of het gezegde “hij heeft een klap van de molen gehad” een erfenis is van deze heldendaad van Don Quichot. Hij was gek maar wel van het goedmoedige soort. Eigenlijk is hij een doorgedraaide idealist, die zich op reis waant in een ridderboek in plaats van in de echte wereld. Wat Don Quichot overkwam kan ons ook overkomen als we teveel met ons neus in de boeken blijven steken. Een zorg die mijn vader ook had. Zijn “Ga buiten spelen” als ik weer eens zat te lezen, is een niet te onderschatten bijdrage geweest aan mijn opvoeding.
Geloof het of niet maar ook hier valt ons autootje stil. Deze keer is geen twijfel meer mogelijk, het is weer tijd voor een schoonmaak beurt. De bemanning weet intussen wat er staat te gebeuren en gaat op zijn gemak aan de kant van de weg zitten terwijl ik de carburateur als een routineklus schoonmaak. Ik ben mijn vader dankbaar dat hij mij met Sinterklaas meccano heeft gegeven. Over schroefjes en boutjes hoef je mij niks meer wijs te maken. We kunnen weer op pad.
Een paar honderd kilometer verderop begint tot onze verbijstering en wanhoop het autootje in de heuvels voor de illustere Moorse stad Granada geheel onverwacht aan een nieuwe kuur. Hij blijft weliswaar ter been maar de fut is eruit. Hij sukkelt alsof hij oververmoeid is, er het bijltje definitief bij wil neergooien. Dat zou een ramp zijn ook al hebben we ons voorbereid om als het moet liftend verder te reizen. Maar dat willen we voorlopig toch nog wel even uitstellen. Maar hoeveel gas Bernard ook geeft, de motor geeft geen sjoege. Als een onwillige ezel sukkelt hij door de heuvels richting Granada.
Dan maar een extra schoonmaak beurt, wie weet is er toch weer zand in de carburateur gekomen. Wat ik al dacht, ik vind niks. Ik geef hem meteen ook maar een oliebeurt van een liter afgewerkte olie wie weet laat hij zich vermurwen door dit liefdevolle gebaar en gaat hij weer vooruit zoals het hoort. Maar nee, hij blijft aan de sukkel. Mijn kennis van motoren schiet tekort om ook maar bij benadering te weten wat er aan de hand zou kunnen zijn. Niettemin ga ik op onderzoek uit onder de motorkap. Wie weet vind ik iets onregelmatigs, een draadje los of zo.
Tijdens mijn ongerichte zoektocht krijg ik ongevraagd gezelschap van twee behulpzame jongelui die aan zijn komen lopen. Ze zijn zo vriendelijke om met me mee te kijken en duiken onder de motorkap. Na verloop van tijd wijst een van hen naar een onderdeel met de woorden “bomba de agua”. Ik spreek geen woord Spaans maar mijn talenkennis reikt ver genoeg om te weten dat hij de waterpomp bedoelt. Helaas voor hem, ik zie geen verband tussen het rond pompen van koelwater en de slakkengang van ons autootje. Ik doe de motorkap omlaag en we besluiten naar een garage in Granada af te zakken.
(verschijnt elke vrijdag)
Gefeliciteerd met de 100e aflevering! Benieuwd of jullie Marokko nog halen met die Renault.
BeantwoordenVerwijderen