Met Dora in de keuken van het huis waar ze samenwoont met 3 vriendinnen. (Foto: Clara Neuhaus) |
Het apart en toch samen wonen in Nijmegen brengt ons weer wat dichter bij elkaar totdat ik op een verloren namiddag met enkele studievrienden te gast ben bij een slanke, artistiek in het zwart geklede antropologie studente met zwaar zwart opgemaakte ogen en fel rode lippen waarop ik op slag verliefd raak.
Ik bemerk dat ik net zo van de kaart geraak als indertijd op het schoolplein toen ik voor het eerst de dansende blonde krullen van B.B. zag. Ik word zenuwachtig, ik zweet teveel, ik hoor haar praten maar volg het niet en weet zelf niet wat te zeggen. Ik voel me een houterige pop of een schooljongen in korte broek. Ik weet niet of mijn onhandige gedrag opvalt. Ze laat het in ieder geval niet merken.
Thuis gekomen probeer ik mijn gevoelens op orde te krijgen maar dat gaat moeilijk zo verrast als ik ben door de overval van verliefdheid. Ik ben moe of zelfs bijna uitgeput van de ontmoeting. Ik ben nu eenmaal geen onverstoorbare koele minnaar en ook geen flirt die weet hoe hij zich moet etaleren. Doe maar gewoon dan doe je gek genoeg is dankzij mijn moeder een levensmotto van me geworden. Nog verward en zwaar te moede ga ik die avond, zoals bijna elke avond, langs bij Dora. Bij wie anders kan ik mijn verhaal kwijt dan bij haar, moet ik in een moment van verstandsverbijstering gedacht hebben.
Ik zie al meteen aan haar gezicht dat ik een grote vergissing bega door met haar dit probleem te willen bespreken. Als ze niet meer dan een vriendin was geweest, zou het nog gekund hebben maar we zijn geliefden en hoe je het ook wendt of keert mijn verliefdheid op een andere vrouw is en bedreiging van onze liefde en zo voelt het ook voor Dora.
Dat was ik in mijn liefdeskoorts even vergeten. Hoe kun je zo stom zijn? Ze vraagt me verbaasd en verbijsterd wat dit betekent? Is het nu uit tussen ons? Zo ver was ik nog niet en dus zwijg ik en haal uit onmacht mijn schouders op. Nu begint ze zacht te huilen zonder mij verwijten te maken. Op dat moment dringt het pas tot me door dat ik erg egoïstisch te werk ben gegaan. Ik was de gevoelens van Dora gewoonweg vergeten. Dat is dus wat verliefdheid met je doet. Het zet alles op zijn kop. Ik ben niet opgewassen tegen haar verdriet en waar zou ik haar mee moeten troosten. Er zit niks anders op dan in stilte te vertrekken.
De volgende middag ga ik op bezoek bij de vrouw in het zwart. Gezeten op de grond drinken we thee. Ik probeer voorzichtig het thema verliefdheid en liefde aan te roeren. Ik maak in het gesprek omtrekkende bewegingen om te zien of zij misschien ook last heeft van enige verliefdheid. Dat blijkt geenszins het geval zodat het langzaam maar zeker tot me begint door te dringen dat ik in een hopeloze situatie verzeild ben geraakt.
Eenmaal op de fiets terug naar mijn kamer zie ik glashelder voor me wat me te doen staat. Dora zo snel mogelijk geruststellen dat er niks aan de hand is, dat mijn verliefdheid nog sneller dan een strovuurtje is opgebrand en dat ik alles in het werk wil stellen om haar vertrouwen terug te winnen want die zal door mijn domme actie wel een flinke knauw hebben gekregen. Die avond praat ik nog lang met Dora na.
Ik kan me na zulke beslommeringen van geest en lichaam verliezen in de vraag wat liefde nu eigenlijk is als het zodanig je ziel en hoofd zo op hol kan brengen dat je in een koortsdroom verzeild raakt. Hoort dit bij de instinctmatige drang om de soort in stand te houden, en dat die drang wordt verfraaid wordt door gevoelens van schoonheid en lust om vervolgens te worden behangen met romantische versierselen als poëzie, liefdesliedjes en mode? Vanwaar komt het gevoel dat je opgaat in de ander, de ander je volledig maakt en dat het goed voelt om bij elkaar te zijn? Dora heeft minder dan ik de behoefte om zich dit soort vragen te stellen. Liefde zit in je, het is er of het is er niet en dat is genoeg voor haar. Je moet je er aan overgeven en de rest vol vertrouwen overlaten aan het leven zelf.
(verschijn elke vrijdag)
Tja, er zijn veel mooie, aardige vrouwen op de wereld, maar er kan er maar één de ware zijn normaal gesproken.
BeantwoordenVerwijderen