petrus nelissen, "Emmy leest brief", 1998 |
Sociologie is de kunst om het alledaagse tot een bijzonder verschijnsel te verklaren en het vervolgens te systematiseren. Vandaar dat sociologiestudies een déjà vue gevoel oproepen soms tot op het komische af. Er wordt van alles en nog wat onder het sociologisch vergrootglas gelegd: het al dan niet bestaan van gedragsverschillen tussen jongens en meisjes, de voor en nadelen delen van vrije seks, het drie of meer ouder gezin als veilige haven of gevangenis, enz. Allemaal ervaringen waar de mensheid al duizenden jaren mee worstelt maar die nu te boek worden gesteld als een nieuwe kijk op het menselijk universum. Sociologie is een komische vak met de mens in de hoofdrol die voor meer verwarring dan voor verheldering van zorgt.
Het hart van mijn eerste jaars studie sociologie is de goedkope Aulapocket ‘Moderne Sociologie, een systematische inleiding’ geschreven door de professoren J. A. A. van Doorn & C. J. Lammers, uitgegeven bij Het Spectrum in Utrecht en Antwerpen. Ter inwijding in de moderne sociologie beginnen de beide professoren met de sociologische anatomie van de briefschrijver.
“Wie een brief schrijft, communiceert met een ander. Hij legt zijn gedachten en gevoelens, zijn bedoelingen en ervaringen vast, niet om deze te bewaren - zoals de dagboekschrijver -, maar om ze over te dragen. De lezer van de brief is in het bewustzijn van de schrijver aanwezig: wát hij schrijft en hóe hij zich uitdrukt wordt niet alleen door hem, maar ook door de toekomstige lezer bepaald. Brieven schrijven is dus een activiteit tussen mensen, d.w.z. een sociale activiteit, met de schrijver in de meest actieve rol, de lezer meer passief, maar toch niet zó passief dat zijn bestaan geen invloed heeft op de activiteit van de schrijver. De briefschrijver drukt zich immers niet alleen uit, maar anticipeert op reacties die hij door zijn schrijven hoopt uit te lokken. Hij verwacht tenminste kennisneming van de brief, vaak ook een antwoord, soms een handeling van de lezer: een bezoek afleggen, geld overmaken, zich ergens melden, een spreekbeurt vervullen, een contract tekenen. De lezer ervaart brieven dan ook niet als een ‘expressie’, maar als een ‘boodschap’, aan hem persoonlijk gericht.” (Hoofdstuk I, Sociologie en Sociale Werkelijkheid, I.Een brief schrijven, p.20)
Met een beetje gezond verstand kun je wat hierboven staat zelf ook allemaal verzinnen. Vandaar de beroemd geworden uitdrukking “sociologie vertelt je wat je al lang weet.” Maar vooruit met de geit, je kunt niet altijd origineel zijn. Maar er zit ook nog een tragisch aspect aan de sociologie. Dat wat de sociologie net zo mooi heeft opgeschreven, wordt meestal alweer snel achterhaald door een nieuwe onvoorziene ontwikkeling. Zo houdt de briefschrijver op met schrijven, dankzij de introductie van de telefoon gaat hij bellen. De sociologie loopt achter de feiten aan. Dat kan ook niet anders. Je kunt moeilijk bestuderen wat er nog niet is.
“Veel wisseling van brieven heeft plaats gemaakt voor het telefoongesprek, dat naar zijn aard minder formeel is, alleen al doordat de onmiddellijke reactie van de beide partijen alle gelegenheid biedt om naar toon en inhoud voortdurend ‘bij te sturen’. Het contact is nu veel directer: degene die wordt opgebeld, kan gemakkelijker worden ‘klemgereden’; hij moet onmiddellijk antwoorden en kan het verzoek minder gemakkelijk naast zich neerleggen. Telefonische communicatie ‘democratiseert’ daarom in hoge mate, terwijl hier tevens een verandering in sociale normen is op te merken: méér dan vroeger is het thans maatschappelijk ‘gepast’ iemand van hogere status telefonisch te benaderen.” (pagina 24 van voornoemde Aulapocket)
(verschijnt elke vrijdag)
De sociologen zullen het nu wel druk hebben met het bestuderen van het gedrag van de mens op de sociale media.
BeantwoordenVerwijderen