vrijdag 23 augustus 2019

MAKE LOVE NOT WAR (WERKTITEL) 22, DE EROTIEK VAN DE VERLEIDING

 
De Grote Verleider, Erotisch Avonturier en Aristocratische Schelm Giacomo Casanova door Anton Raphael Mengs 1760

Aristocratische erotiek kennen we, zover ik weet in het burgerlijke Nederland niet. Daarvoor moet je in landen zijn als Frankrijk en Italië. Een mooi voorbeeld van Italiaanse erotiek kwam ik tegen in de geromantiseerde memoires van de Venetiaan Giacomo Casanova (1725-1798). Naar eigen zeggen was hij boven alles een vrouwenversierder, die de verleiding van vrouwen tot vleselijke wellust tot een ware kunst verhief.

Verleidingskunst tussen het serviesgoed in de aristocratische salons. Hij maakt handig gebruik van ouderwetse hoffelijkheid, overdreven sierlijke omgangsvormen en niet te vergeten de eeuwige verveling van de rijke en mooie dames. Verleiding was de kunst, het bed de slotscène waar hij als elegante minnaar triomfantelijk zijn vlag van de overwinning plant. Daarna volgt een nieuwe nieuwe verovering.
 

Casanova is de eeuwige jager die bij het besluipen van zijn buit dankbaar gebruik maakt van de romantische gevoelens bij vrouwen, hun verlangen naar eeuwige en altijd durende liefde. Alleen, bij Casanova kunnen ze naar die eeuwigheid of wat daar voor moet doorgaan fluiten. Trouw is niet zijn handelsmerk. Trouw zou de beoefening van de hogere kunst van de verleiding in de weg staan. Bij Casanova is verleiding tevens misleiding. Vrouwen die rekenen op meer dan een een eennachtsvlinder komen bedrogen uit.
 

Casanova waakt er ondertussen over dat hij met zijn erotische avonturen binnen het maatschappelijk betamelijke blijft. Zijn liefdesspel zonder liefde is een tijdverdrijf, een manier om spannend te leven zonder de maatschappelijke orde te verstoren. Casanova is geen opstandig avonturier. Hij heeft niets tegen de heersende moraal, de bestaande maatschappelijke orde en het gezag. Integendeel, hij laat zich de voordelen van het aristocratisch leven gretig aanleunen.

“Casanova reisde in zijn leven door een groot deel van Europa, waaronder in ieder geval Spanje, Londen, de Nederlanden, Frankrijk, Pruisen, Rusland, Zwitserland en Napels. Hij nam daarbij een zelf verzonnen achternaam aan. Zoals veel beroemde mannen in die tijd, inbegrepen Mozart en George Washington, was Casanova een vrijmetselaar. Niet alleen werd hij geboeid door de geheime rituelen, maar de vrijmetselarij was voor hem ook een goede manier om belangrijke contacten te leggen. Hij werd eveneens aangetrokken door de Rozenkruisersbeweging.
Hij vergaarde en verloor fortuinen en ontmoette veel beroemde persoonlijkheden, zoals paus Clemens XIII (1760), Voltaire (1760), Rousseau en Mozart (1787). De ontmoeting met de laatstgenoemde wordt niet in de herinneringen beschreven, maar is wel gedocumenteerd. Casanova zou in Praag volgens J. Rives Childs mogelijk aan Lorenzo da Ponte suggesties hebben gegeven voor zijn libretto van Don Giovanni voor Mozarts opera.
Paus Clemens XIII was zo gecharmeerd van de jonge avonturier dat hij Casanova in 1760 tot Ridder in de Orde van de Gulden Spoor verhief. Sindsdien bediende deze zich vaak van de titel 'chevalier.' “
(Wikipedia: Casanova)
 

Zo is Casanova het voorbeeld geworden van de succesvolle minnaar, van de geobsedeerd erotische schelm die de vrije liefde tussen de mazen van de bestaande maatschappelijke orde in praktijk bracht. Dan moet je natuurlijk niet op een stuiver hoeven letten. Gelukkig voor Casanova was hij ook handig in de wereld van het geld. Niettemin eindigde hij arm en berooid als bibliothecaris bij de hertog van Waldstein in het kasteel van Dux in Bohemen (nu Duchcov in Tsjechië).  Daar schreef hij omringd door achttiende eeuwse kasteelromantiek zijn memoires en overleed er aan een blaasaandoening. 
 
(verschijnt elke vrijdag)

1 opmerking: