“Aan de Katholieke Universiteit Leuven was in de jaren zestig van de 20e eeuw nog steeds een Franstalige sectie werkzaam. Dit vormde een afwijking van het principe van de taalhomogeniteit van de landsdelen, zoals vastgelegd in 1962. (bedoeld wordt de taalgrens). In 1963 werd aan de Franstalige bevolking die direct of indirect met deze sectie verbonden was, bestuurlijke faciliteiten verleend. De Vlaamse Beweging bespeurde in deze maatregelen een dreiging tot verfransing van een groot deel van Vlaams-Brabant. Het uitbreidingsprogramma van de Franse sectie in Leuven, gepubliceerd in 1968, lokte hevig verzet uit bij de Vlaamsgezinde studenten en professoren en bracht al vlug het gehele land in beroering. Uiteindelijk moesten de Franstaligen uitwijken naar Wallonië en zij richtten daar de universiteitsstad Louvain-la-Neuve op." (Wikipedia: Taalstrijd in België)
De Leuvense crisis had verstrekkende politieke gevolgen voor de federalisering van het land. De Christelijke Volkspartij (CVP), de grootste unitaire politieke partij na de Tweede Wereldoorlog en als zodanig een belangrijk bindmiddel tussen de Nederlandstalige en Franstalige Gemeenschappen, viel als eerste politieke partij uit elkaar in twee regionale partijen, een Waalse en een Vlaamse partij. Achteraf zou je dit het begin van het einde van het unitaire België kunnen noemen.
Na verloop van tijd vielen alle traditionele partijen uiteen in Vlaamse en Waalse of Brusselse varianten. Zo is er een Waalse en een Vlaamse versie van de liberalen en uiteindelijk ook de socialisten. De eerste echte Vlaams nationalistische politieke partij was de Volksunie opgericht in 1954 als de politieke vleugel van de Vlaamse Beweging. Anders dan eerdere, vooroorlogse afscheidingsbewegingen ging de Volksunie uit van een federale staat waarin Vlaanderen zelfstandig zou kunnen zijn.
“ De nieuwe partij rekruteert haar aanhang overwegend in kringen van gelovige Vlamingen, de kleine burgerij en de intellectuele middenklasse. Om electoraal te kunnen overleven evolueerde de partij van een duidelijk rechtse partij naar een meer pluralistische partij die niet alleen nationalisten aansprak, maar ook de kiezer die zich niet kon vinden in het klassieke driepartijenstelsel. Naast een rechtervleugel, waarin heimwee naar het verleden overheerst, en een sterke centrumgroep doe ook een sociaal progressieve minderheid zich tegen het einde van de jaren zestig gelden. Het aantal verkozen groeide stelselmatig.” (Wikipedia: Volksunie)
(verschijnt elke vrijdag)
In Leuven ben ik nog nooit geweest. In Louvain-la-Neuve wel. Triestig om aan te zien.
BeantwoordenVerwijderen