vrijdag 15 april 2016

GESCHIEDENIS VAN DE CUBAANSE SIGAAR IN EEN NOTEDOP

Pagina uit het boek "Cuba before the World", verschenen in 1915 ter gelegenheid
van de Internationale Tentoonstelling in San Francisco.
In Cuba werd al in de tijd van de Spaanse kolonisatie tabak geteld en tot sigaren verwerkt.

Cubaanse tabak en sigaren zijn een export product van hoge kwaliteit in Cuba en daarmee tevens leverancier van veel inkomsten voor het land. Dat was al zo in de Spaanse koloniale tijd. “During the nineteenth century, tobacco was one of Cuba's main economic activities. Once the prohibition to grow and sell tobacco was lifted at the beginning of the century, the sector expanded rapidly but difficulties soon arose due to Spanish fiscal policy, both in Cuba and in Spain. In the Spanish mainland, where tobacco cultivation was banned, the state monopized the import and manufacture of the product. Attempts to abolish the monopoly failed because the Spanish Treasury depended heavely on its revenu.” (blz. 65 in 'Cuban Studies 33, University of Pittsburgh Press, 2002)

"The Romeo & Julietta cigar factory has been one of the most famous brands of Havana cigars known the world over....This factory has today the enormous production of 85.000 cigars a day and has been in demand by connoisseurs in every country of the world. Senior Rodriguez, Argüelles and Company, the proprietors, claim that the greatest succes in Havana's cigar history of the Romeo & Juliette cigars has been a succes of quality." (Blz.124 in "Cuba before the World"). Het merk  is na de revolutie van 1959 samen met vele andere merken genationaliseerd. Sinds 2008 wordt het merk gemaakt door Habanos SA, het staatsbedrijf op Cuba, en  het vroegere Spaanse Altadis SA op de Dominicaanse Republiek. Altadis SA en Cabanas SA vormen sinds 2008 een joint venture. (Wikipedia Romeo & Julietta)

Toen al gebruikte de staat de tabaksinvoer en uitvoer om er flink aan te verdienen. Het mes van de belastingen sneed aan twee kanten want terwijl Spanje invoerbelastingen hief, werd op Cuba uitvoerbelasting geheven. Het gevolg was dat de Cubaanse tabak te duur werd op de Spaanse markt. De Cubaanse telers weken daarom uit naar de Noord Amerikaanse markt waar ze weer moesten concurreren met een grote lokale tabakssector in aanplant en productie. De onafhankelijkheidsoorlog aan het einde van de negentiende eeuw maakte de crisis in de tabakssector nog groter.

This world renowned and large "Independent" Havana Cigar Factory dates away back to the year 1844, when it was founded by Mr. Hermann Upmann, uncle of the present owner....The "Upmann" factory employs all the year around fully 1200 working people, about 900 of them men and 300 women. The yearly output of cigars is averaging easily 25.000.000 and distributed over considerably more than 200 sizes ranging from $40 to $1500 per thousand." (Blz. 125 in "Cuba before the World"). De eveneens genationaliseerde "Upmann" wordt net als de Romeo & Julietta sigaar tegenwoordig gemaakt door de joint venture Cabanas SA op Cuba en eigendom van de Cubaanse staat en Altadis SA op de Dominicaanse republiek.

Pas na de onafhankelijkheid, in 1899 onder Noord Amerikaanse leiding, kon de tabakssector zich herstellen dank zij Noord Amerikaanse investeerders en de markt aldaar. Het was precies in die periode dat het door ons besproken boek “Cuba before the World” (zie voor meer informatie overt het boek de blog "Cuba before the World") verscheen (1915) ter gelegenheid van een Wereldtentoonstelling in San Fancisco. In het boek wordt tabak aangeprezen als een product waar heel veel geld mee te verdienen is. “The tobacco planters are called “Vegueros” and the plots of land on which they grow the crop are known as “Vegas”. Tobacco grows in may parts of Cuba, wirh varying succes and fluctuating prices; that grown in the western part of Cuba, particularly the extreme west, commanding the highest prices. It is dsitinctively a delicate crop, but one that pays the grower handsomely fort all the trouble he is put to in making it. The returns from the crop will range from a few dollars to $ 1000 per acre annually, and even five times this latter amount is known to have been made. Ordinarily an industrious grower can raise, approximately, ten bales to the leaf to the acre, each bale weighting 100 punds. This tobacco will generally sell for from $20 to $50 per bale, a safe average being $25.(blz. 95)

"Por Larranaga is the oldest of the "Not in the Trust" Havana factories. Its output is 10.000.000 cigars a year, and they are distributed all over the world with the exception of the countries, Italy and Persia (Iran), on account of the State's monopoly. (Biz.126 in "Cuba before the World). Ook dit merk werd genationaliseerd en wordt nu door zowel het staatsbedrijf Habanos SA als Altadis SA geproduceerd in Cuba en op de Dominicaanse Republiek. 

Na de communistische revolutie van 1959 werd een groot deel van de sector onteigend en in zijn geheel onder staatstoezicht geplaatst. De bekende tabaksfamilies en investeerders vertrokken uit Cuba. “The fundamental difference in growing tobacco and making cigars now compared to 50 years ago (d.w.z. voor de revolutie) is that the government controls or owns everything. "It's very simple," says Hiroshi Robaina, the grandson of Alejandro who has been managing the family-owned property on his own for the last three harvests. "We have one client, and we have one place to buy everything. At least prices are up three to 10 times in the last few years for good tobacco." (Zie "Cigars and Cuba: 50 years of history" op de website "Cigar Aficionado")

Het gevolg was een verlies aan kennis en ervaring dat niet gemakkelijk goed te maken is. De daarop volgende Noord Amerikaanse economische blokkade deed de rest. Een jaar voor de revolutie exporteerde Cuba nog 79 miljoen sigaren. In 1970 was de export nog altijd niet meer dan 55 miljoen stuks. Pas in de jaren daarna groeide de export naar 120 miljoen sigaren.

Ook Cubanen zijn fervente sigaren rokers. Hier zien we een straatveger
in Cienfuegos een imposante sigaar roken. Hij heeft er al twee klaar staan 

in zijn borstzak van zijn blouse. Sigaren bestemd voor de
binnenlandse markt zijn van minder kwaliteit dan de exportkwaliteit.
De binnenlandse markt sigarenconsumptie is groter dan de exportmarkt.
In 2005 en 2006 was de consumptie ongeveer 200 miljoen sigaren.
Vanaf 2007 tot en met 2010 is volgens de Cubaanse statistieken
de binnenlandse consumptie bijna 300 miljoen sigaren.
(foto: petrus nelissen, 2008) 

Als gevolg van blauwschimmel zakte in het midden van de jaren 80 de sigaren productie opnieuw in om uit te komen bij nog slechts 50 miljoen per jaar. De verliezen waren enorm waardoor het ook nog eens moeilijk was om de benodigde bestrijdingsmiddelen te financieren. “The worried government decided in 1984 that a young and highly respected economist, Francisco Padron, would take over as head of Cubatabaco. He was given a free hand to do what he wanted. "In 10 years, I put exports at about 110 million cigars," says Padron, who is now retired and writing books in Havana. The outspoken pragmatist lasted a decade with Cubatabaco, which was renamed Habanos S.A. in 1994. He drastically changed the way Cuban cigars were distributed and marketed in the world as well as introducing foreign investment in the cigar industry for the first time since the revolution.” (zie de boven aangehaald website)

Omar was onze gids voor een 4 uur lange wandeling door de
tabaksvelden (mogotes) van V
inales, een van de streken waar het beste dekblad
voor de Cubaanse sigaar wordt geteeld. Hij rookt zelf ook graag een sigaar.
Sigaren van eigen hand. Hij is zelf een van de vele tabaksboeren (guajiros).
Hij mag 10% van zijn jaarlijkse oogst, waar naar zijn zeggen de staat
heel veel aan verdiend, zelf houden. Van de kleinschalige verbouw
van tomaten en ananas mogen ze de helft houden, de andere helft
 is voor de staat die het tegen een vastgestelde prijs opkoopt.
Kokosnoten en bananen groeien in het wild. Van basisvoedsel als rijst,
bonen en maïs moeten ze ook de helft van de oogst aan de staat verkopen.
De prijs die de staat betaalt is volgens Omar altijd veel te laag.
(foto: petrus nelissen, 2008)

Eind jaren 80 begin jaren 90 bereikte de kwaliteit van de Cubaanse sigaar nieuwe hoogten maar de export van 100 miljoen sigaren werd niet meer gehaald. Begin jaren 90 kwam als gevolg van de crisis in de Sovjet Unie, de Cubaanse economie terecht in een neerwaartse spiraal. Het BNP daalde ongeveer met een derde, de export zelfs met 80%. Er was geen geld meer om te investeren in de tabaksproductie. In 1993 besloot Cubatobaco (later dus omgedoopt tot 'Habanos SA') de afnemers elders in de wereld om kredieten te vragen (eisen?) in ruil voor de toekomstige oogst. De productie steeg en tegen 2000 werden er 200 miljoen sigaren, sommigen beweerden zelfs 300 miljoen, geëxporteerd. De uitkomst was echter een ramp voor de kwaliteit van de geproduceerde sigaren. Although exports never reached 200 million, the unbridled expansion was a disaster. From about 1998 to 2001, the country produced close to 160 million cigars annually for export and many were of inferior quality. The main problem was construction—millions of cigars would not draw properly. Moreover, the blends for various brands were less defined. Some critics said the cigars all tasted the same and that factories used too young tobacco to make the cigars in haste.” (citaat uit "Cigars and Cuba:50 years of history")

Deze sigaar rokende vrouw speelt in de straten van Havana de figuur
van een waarzegster uit de vervlogen tijd van het Spaanse kolonialisme
toen de plantages werden bemand door zwarte slaven geïmporteerd uit Afrika.
Dank zij films over piraten en slaven in de Caraïben
(er is ook een James Bond film rond dit thema)
spreken deze vrouwen tot de verbeelding van toeristen.
De sigaar is een belangrijk 
rekwisiet voor de waarzegster,
samen met een spel kaarten en een glas rum.
(foto: petrus nelissen, 2008)

Volgens de Cubaanse statistieken exporteerde in 2007 het land nog altijd 123 miljoen sigaren om daarna te zakken naar 75 miljoen stuks in 2009 en 81 miljoen in 2010. In die periode besluit de Cubaanse regering de helft van Habanas (het voormalige Cubatabaco) te verkopen voor 477 miljoen Dollar aan Altadis S.A., de grootste sigarenmaker in de wereld. In 2008 werd Altadis op zijn beurt gekocht door de Britse tabaksgigant Imperial Tobacco PLC met een omzet van 24 miljard. Sigaren maken daar maar een klein deel vanuit. 

Toeriste die in een van de straten van Havana poseert 
met een man die een slaaf moet uitbeelden. 
Ook hier is de sigaar een belangrijk rekwisiet. 
Dat de man op deze manier wat probeert bij te verdienen,
spreekt voor zich.
(foto: petrus nelissen, 2008)

Het internationale persbureau Reuters meldt in 2011 dat de sigaren productie herstellende was. “The dexterous fingers of Cuba's cigar makers rolled out 81.5 million of the much sought-after smokes last year, compared with 75.4 million in 2009, according to a report released by the National Statistics Office on its Web page.... The partial recovery is due largely to growing demand in Asia -- particularly China -- where the new rich are keen for the largest and most expensive cigars, said Gonzalo Fernandez, deputy director of marketing at Habanos S.A., the worldwide distributor of Cuban cigars. China has climbed into third place, behind Spain and France, among the largest markets for Cuban cigars. Cigars are one of Cuba's top exports."

Op het ogenblik worden wereldwijd ongeveer 150 miljoen Cubaanse sigaren verkocht. Op het moment dat Noord Amerika een einde zou maken aan de economische blokkade van Cuba komt er een markt vrij met een omzet van 300 miljoen stuks per jaar. Natuurlijk, zullen die sigarenrokers niet allemaal overgaan op Cubaanse sigaren maar de verwachting is toch dat het aandeel Cubaanse sigaren op die markt groot zal worden. Voor de productie is er genoeg land beschikbaar in de streken waar de beste tabak geproduceerd wordt (Vuelta Abajo) en er zijn genoeg mensen die de kennis en de toewijding hebben om tabak te planten en de bladen te verwerken.


















1 opmerking: