vrijdag 8 januari 2016

DE 3 NARREN FREEK, HERMAN EN YOUP

Picasso, Drie musici, 1921, De New York Museum of Modern Art.

Na de oudejaarsconference van Herman Finkers, een felicitatie waard met zijn meer dan 3 miljoen kijkers, overviel me de gedachte dat Nederland 3 grote cabaretiers heeft. In willekeurige volgorde: Freek de Jonge, Herman Finkers en Youp van ’t Hek. Blijkbaar komen inderdaad alle goeie dingen in drieën. Zij zijn de opvolgers van de 3 groten van een generatie voor hen. Eveneens in willekeurige volgorde: Toon Hermans, Wim Kan en Wim Sonneveld. Het is Wim Kan die de traditie van de oudejaarsconference heeft opgebouwd.

Wim Kan was het politieke dier van die drie. Politici waren bij hem niet veilig en niet heilig. Hij nam ze te grazen met hun eigen (politieke) zwakheden maar hij verloor daarbij nooit de grenzen van het fatsoen uit het oog. Beledigen of voor lul zetten, was niet zijn stijl. Ik weet niet of ooit een politicoloog zich aan een proefschrift heeft gewaagd over de bijdragen van Nederlandse cabaretiers aan de democratische cultuur, maar dat zou alsnog een goeie zaak zijn. Wim Kan zou dan genoemd moeten als de man die de Nederlandse burgers leerde politiek te relativeren en te bekritiseren maar ook te accepteren dat politici maar mensen zijn. Kan leerde ons met een lach politieke Verdraagzaamheid met een hoofdletter te schrijven.

Tijden zijn veranderd. Alles is scherper geworden, ook in de politiek. Gek genoeg in een tijd dat de onderlinge ideologische verschillen tussen de traditionele politieke partijen minder zijn geworden. Natuurlijk kun je Youp van ’t Hek niet een op een vergelijken met Wim Kan maar van de drie groten van deze tijd staat hij het dichtste bij Wim Kan, maar dan wel met en hardere en scherpere humor. De nadruk ligt op moraliteit en het falen van politiek en politici, het verraad aan idealen als fatsoen, bescheidenheid en eenvoud. Bij Youp wordt de lach daardoor nogal eens een grimlach.

De vorige generatie was over het algemeen veel zachter en misschien ook wel humaner. Sonneveld en Hermans hielden hun publiek een spiegel voor. Die van de gewone of de kleine man die worstelt met liefde, gezin, werk en leven. Ze hielpen ons het leven te aanvaarden zoals het was met hier en daar een kritische kanttekening en humor als troost. Het was het theater van de gulle lach zoals ik meen Sonneveld ooit eens heeft gezegd. 

Dat is dus voorbij. Nu moet alles uit het leven gehaald worden, het onderste uit de kan en liefst nog meer: een avontuurlijk liefdesleven en gevarieerde seks, goed drinken en eten, verre en exotisch reizen, muziekfestivals, gekleed volgens de mode en wonen volgens de laatste trends, enz. Het leven is Vermaak met een hoofdletter geworden tot aan de dood want dan is het echt over en uit.


We staren in een leegte ondanks dat we technologisch meer kunnen en wetenschappelijk veel verder zijn. Natuurlijk was toen ook het leven tragisch maar achter het gordijn van de tragiek en het drama lag troost en zingeving. Dat is verdwenen. Dat maakt het voor Finkers en de Jonge moeilijker dan hun voorgangers om zich nog een weg te banen naar een geestelijk leven. Toch proberen ze alle drie als narren ons een spiegel voor te houden om de leegte te ontmaskeren. Misschien is dat wel veel moeilijker dan wat indertijd hun voorgangers deden.

1 opmerking:

  1. Ik ben nooit een fan van Youp geweest. Hij liet dit jaar sowieso verstek gaan. Freek en Herman heb ik beiden gezien. Bij vlagen aardig, maar niet de gehele voorstelling boeiend. Ik vond de beste conference die van Antwerpenaar Michael Van Peel. Al had hij het natuurlijk over Vlaamse en Belgische zaken, naast de terreur.

    BeantwoordenVerwijderen