Bloomfield President dada-chaplinist (1922). Een collage van Erwin Blumenfeld met een zelfportret uit het pré-digitale tijdperk. Met deze collage bekende hij zich tot dadaïst en chaplinist. Dat laatste is vermoedelijk een hoogst persoonlijke uitvinding. |
Zijn eerste fotografische succes begint dan ook met vrouwenportretten. Als hij vanwege een faillissement van zijn Amsterdamse tassenwinkel in de Kalverstraat verhuist (1932) naar een ander pand vindt hij in de kelder een volledig uitgeruste donkere kamer. Hij slaat nu pas echt aan het fotograferen. Hij nodigde vrouwelijke klanten uit om foto's van hen te maken. Die foto's plaatste hij vervolgens in de etalage van zijn winkel. Dat trok uiteraard de aandacht. Enkele foto's werden geëxposeerd en ook gepubliceerd. Maar van de fotografie leven was er nog niet bij.
'Hitler met Bloedende Ogen', een collage van Erwin Blumenfeld. Dat Blumenfeld als Duitse Jood uit Berlijn afkomstig, geobsedeerd was door Hitler, is uiteraard niet verwonderlijk. |
Na
een faillissement van zijn winkel (1936) gaat hij in Parijs op zoek
naar opdrachten. Daar fotografeert hij ook voor het eerst bekende
schrijvers, schilders en artiesten waaronder de befaamde danseres
Josephine Baker, de schilder Henri Matisse en de schrijver Francois
Mauriac. Hij krijgt ook de Engelse modefotograaf Cecile Beaton over
de vloer. Die brengt hem in contact met het Franse modetijdschriftVogue. Hij besluit met zijn gezin definitief naar Parijs te verhuizen
(1937).
Eerst wordt hij als Duitser door de Duitse bezetters geïnterneerd. Wanneer hij in 1941 vrij komt vertrekt het hele gezin naar New York. Daar krijgt hij een contract bij het modetijdschrift Harper's Bazaar. Vervolgens werkt hij als freelancer voor Vogue. Met zijn artistieke inzichten en zijn grote liefde voor vrouwelijke schoonheid wordt hij de spraakmakende modefotograaf van zijn tijd. Blumenfeld deed alles voor de schoonheid.
Een van de vele voorpagina's van Vogue waar Blumenfeld zo beroemd om werd. |
Blumenfeld moet er zich van bewust zijn geweest dat er nog een schaduwkant zat aan zijn grote liefde voor vrouwelijke schoonhei, die van de vergankelijkheid met als definitief einde de dood. Zo lang je zelf jong bent, schenk je er weinig of geen aandacht aan. Je negeert het en werkt des te harder aan de schoonheid om de vergankelijkheid te overwinnen. De liefde voor de vrouwelijke schoonheid is dan ook meteen een strijd tegen de vergankelijkheid en de dood. Een strijd die je nu eenmaal verliest, altijd.
Een zelfportret van Blumenfeld op latere leeftijd. |
Tja, of je nu eeuwig jong blijft door ver in de zestig een relatie aan te gaan met een 19-jarig meisje, betwijfel ik toch ten zeerste.
BeantwoordenVerwijderen