vrijdag 27 maart 2015

ERWIN BLUMENFELD: SCHOONHEID EN DE DOOD

Bloomfield President dada-chaplinist (1922).
 Een collage van Erwin Blumenfeld met een zelfportret uit het pré-digitale tijdperk.
Met deze collage bekende hij zich tot dadaïst en chaplinist.
Dat laatste is vermoedelijk een hoogst persoonlijke uitvinding.

Ik moet bekennen dat ik nog nooit van de fotograaf Erwin Blumenfeld (Berlijn 1897- New York1969) had gehoord totdat ik onlangs de documentaire zag 'Erwin Blumenfeld: The Man Who Shot Beautiful Women'. Hij heeft vooral bekendheid gekregen als modefotograaf voor het bekende modetijdschrift Vogue. Hij fotografeerde dan ook veel bekende en vooral ook mooie vrouwen zoals Marlene Dietrich, Grace Kelly en Josephine Baker. Blumenfeld was gek op vrouwen of nauwkeuriger 'de schoonheid van vrouwen', maar je begrijpt wel dat het een het ander nu eenmaal niet uitsluit. Vrouwen speelden dan ook voor en achter zijn lens een hoofdrol in zijn leven.

Zijn eerste fotografische succes begint dan ook met vrouwenportretten. Als hij vanwege een faillissement van zijn Amsterdamse tassenwinkel in de Kalverstraat verhuist (1932) naar een ander pand vindt hij in de kelder een volledig uitgeruste donkere kamer. Hij slaat nu pas echt aan het fotograferen. Hij nodigde vrouwelijke klanten uit om foto's van hen te maken. Die foto's plaatste hij vervolgens in de etalage van zijn winkel. Dat trok uiteraard de aandacht. Enkele foto's werden geëxposeerd en ook gepubliceerd. Maar van de fotografie leven was er nog niet bij.

'Hitler met Bloedende Ogen', een collage van Erwin Blumenfeld.
Dat Blumenfeld als Duitse Jood uit Berlijn afkomstig,
geobsedeerd was door Hitler,
is uiteraard niet verwonderlijk.
Na een faillissement van zijn winkel (1936) gaat hij in Parijs op zoek naar opdrachten. Daar fotografeert hij ook voor het eerst bekende schrijvers, schilders en artiesten waaronder de befaamde danseres Josephine Baker, de schilder Henri Matisse en de schrijver Francois Mauriac. Hij krijgt ook de Engelse modefotograaf Cecile Beaton over de vloer. Die brengt hem in contact met het Franse modetijdschriftVogue. Hij besluit met zijn gezin definitief naar Parijs te verhuizen (1937).

Eerst wordt hij als Duitser door de Duitse bezetters geïnterneerd. Wanneer hij in 1941 vrij komt vertrekt het hele gezin naar New York. Daar krijgt hij een contract bij het modetijdschrift Harper's Bazaar. Vervolgens werkt hij als freelancer voor Vogue. Met zijn artistieke inzichten en zijn grote liefde voor vrouwelijke schoonheid wordt hij de spraakmakende modefotograaf van zijn tijd. Blumenfeld deed alles voor de schoonheid.


Een van de vele voorpagina's van Vogue waar Blumenfeld zo beroemd om werd.

Maar met zijn succes, waarmee hij de modefotografie in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw voorgoed veranderde, vroeg zich ook af of hij met zijn modefotografie zich niet prostitueerde. Hij was meer dan alleen fotograaf van mode en hij moet het gevoel gehad hebben dat hij aan zijn artistieke talent en inzicht verraad pleegde door zich zo over te geven aan de goed betaalde modefotografie. Aan de andere kant is het natuurlijk ook zo dat hoe artistiek je ook bent, er ook brood op de plank moet komen.

Blumenfeld moet er zich van bewust zijn geweest dat er nog een schaduwkant zat aan zijn grote liefde voor vrouwelijke schoonhei, die van de vergankelijkheid met als definitief einde de dood. Zo lang je zelf jong bent, schenk je er weinig of geen aandacht aan. Je negeert het en werkt des te harder aan de schoonheid om de vergankelijkheid te overwinnen. De liefde voor de vrouwelijke schoonheid is dan ook meteen een strijd tegen de vergankelijkheid en de dood. Een strijd die je nu eenmaal verliest, altijd.

Uiteraard experimenteerde Blumenfeld met vrouwelijk naakt.
© Stern FOTOGRAFIE Portfolio No. 65 Erwin Blumenfeld,
distributed by teNeues, www.teneues.com,
Photo © Lisette Blumenfeld Georges,
courtesy Galerie Kicken Berlin and Art + Commerce

Blumenfeld deed uiteindelijk niet anders wat zoveel mannen doen namelijk hun aftakeling en uiteindelijke dood zo lang mogelijk buiten de deur te houden door zich zoveel mogelijk te omringen met mooie en liefst ook jonge vrouwen. Blumenfeld deed dat in zijn fotografisch werk maar ook in zijn dagelijks leven . Zijn Nederlandse vrouw Lena Citroen (een nicht van de Nederlandse schilder Paul Citroen) had daar moeite mee maar kon leven met de affaires van haar man omdat hij nu eenmaal kunstenaar is en die zouden net als Dracula mooie en jonge vrouwen nodig om zich energiek en jong te voelen.


Een zelfportret van Blumenfeld op latere leeftijd.

Lena had meer moeite met de 19 jarige Zwitserse Marina Schinz met wie Blumenfeld op 64 jarige leeftijd nog een verhouding begon. Hij zelf bekende eerlijk dat hij haar nodig had om zich jong te blijven voelen. Maar niet alleen hijzelf verouderde, ook zijn artistieke werk. Hij kon de veranderingen in de jaren zestig niet meer aan. Het ziet er naar uit dat hij in 1969 in Rome willens en wetens de dood verkoos boven de nederlaag van de ouderdom en de vergankelijkheid van werk en roem. 

1 opmerking:

  1. Tja, of je nu eeuwig jong blijft door ver in de zestig een relatie aan te gaan met een 19-jarig meisje, betwijfel ik toch ten zeerste.

    BeantwoordenVerwijderen