Kaart van het strijdtoneel. |
Je leest en hoort nogal eens over
strijd tegen kanker. Er zijn ook allerlei fondsen die strijd tegen
kanker financieren. Het lijkt wel een potje oorlog. Maar eerlijk
gezegd, ik zou niet weten hoe je als patiënt moet strijden tegen
kanker. Ik heb huidkanker maar om nu te zeggen dat ik daar strijd
tegen lever. Je ondergaat de ziekte met hulp van artsen, verplegers
en allerlei ander volk dat ergens in is gespecialiseerd: longfoto's
maken, ct scans, bloedproeven, dermatologen enz.
Het begon sowieso onschuldig. Een paar
jaar geleden zei mijn huidarts dat ze een vervelende mededeling voor
me had. Een huidvlekje bleek na onderzoek kwaadaardig. Ik vond het
niks om je druk over te maken. Zo'n klein vlekje. Het werd in Leuven
al keuvelend door 2 artsen weg gesneden. Ik maakte uit hun gesprek
op dat ze moeite hadden met diëten. Ik kon me dat voorstellen. Ik
heb dat ook, al jaren. Het vervolg was dat ik me voortaan elk jaar
zou melden bij de afdeling oncologie te Leuven en elk half jaar bij
de specialiste in mijn dorp. So far, so good.
Twee jaar geleden ging er bij de
jaarlijkse controle een bel rinkelen. Een vlek naast de weggesneden
vlek zag er niet goed uit. Of ik 's middags me nog een keer wilde
melden op de afdeling oncologie zodat meerdere specialisten
geraadpleegd konden worden. Prima. Het besluit viel na enig beraad.
Een oorlogsverklaring aan de vlek. Hij werd voor alle zekerheid net
zo vakkundig als de vorige keer weg gesneden. Die middag nog reed ik
dus weer vlekvrij naar huis. De volgende dag was ik de strijd alweer
vergeten.
Dit jaar gingen er bij de jaarlijkse
controle ineens een heleboel bellen rinkelen. Er volgde onmiddellijk
een briefing van de prof en de assistent. Een strategisch aanvalsplan
om de uitzaaiing met grove middelen te verwijderen. Of ik me maar
eventjes oorlogsklaar wilde maken. Maar ik zat met mijn hoofd nog in
vredestijd, dus ik wilde het maar niet bevatten. Zoals het een
gehoorzaam soldaat betaamt, luisterde ik zonder tegenspreken, beaamde
alles wat ze zeiden maar wist bij god niet waar ze het over hadden.
Er moesten foto's gemaakt worden, extra scans waarna opname in het
ziekenhuis waar operatief het melanoom (kwaadaardig gezwel)
verwijderd zal worden tezamen met alle andere lymfeklieren in mijn
linkeroksel, zenuwen worden beschadigd maar dat hoort er bij en zo
nog wat van die oorlogszuchtige taal.
Ik probeerde ondertussen door te gaan
met mijn gewone leventje. Dat was wel zo geruststellend. Maar
langzaam maar zeker drong het tot me door dat de medische stand een
oorlogsverklaring had afgelegd en zich nu met alle middelen
voorbereidde om ten strijde te trekken tegen het gezwel. Er zat niets
anders voor mij op dan me te schikken als een brave soldaat. Na extra
scans kwam ik in een loopgraaf in het ziekenhuis te liggen, notabene
naast een veel oudere man die hoogst waarschijnlijk aan zijn laatste
veldslag bezig was.
De medici wonnen de strijd en het
kankergezwel werd verwijderd. Enige collateral damage was niet te
vermijden maar daar zou wel weer goed komen zo verzekerde mij een van
de officieren. Als gehoorzaam soldaat geloofde ik dat onmiddellijk.
Ik begon met herstelwerkzaamheden aan mijn lijf met behulp van de
onvermijdelijke pillen en een kinesist. Volgens de laatste moest ik
nu vooral zelf strijden met oefeningen tegen het vastroesten van mijn
schoudergewrichten en tegen het dikker worden van mijn arm. Bewegen
en nog eens bewegen, zo luidde het devies.
Na verloop van tijd werd duidelijk dat
ik deze veldslag dankzij bekwame officieren en oversten had gewonnen
ook al wordt je lijf natuurlijk nooit meer de oude. Dat kan ook niet.
Ik mocht al lang blij zijn dat ik er zo goed was afgekomen, vonden de
verplegers en de wijkzusters. Maar had ik nu ook de oorlog gewonnen?
Wel, dat konden ze me niet vertellen. Dat kan, maar dat kan ook niet.
Een nieuwe uitzaaiing en dan hoogst waarschijnlijk van een veel
ernstiger aard, is altijd mogelijk maar hoef niet. Het kan best dat
er nooit meer wat komt en dat ik uiteindelijk aan iets heel anders
dood ga. Nu ja, dood ga je toch dus gaan we nu maar welgemoed verder
met leven. Wat moet een brave soldaat anders? Profiteren van zijn
verlof tot de volgende oorlog zich aandient.