zondag 7 april 2013

MOEDIG VERFBEEST ARMANDO

Armando tentoonstelling in Galerie Post + Garcia aan de Avenue Ceramique tegenover het Bonnefantenmuseum, Maastricht.

Je fietst door de koude wind naar het Bonnefantenmuseum en komt terecht bij Armando. Alsof de goden het zo willen. Ik zie toevallig dat er een tentoonstelling van recent werk van hem is in de galerie Post + Garcia aan de Avenue Ceramique (de Maastrichtse elite geeft graag een Frans tintje aan de stad) tegenover het museum. Een chique, voor Nederlandse begrippen monumentale galerie met grote strak witte muren en grote ramen. Alleen het gedeelte met werk van Armando was open.

Ik ken Armando's schilderwerk al een tijdje. Telkens sta ik versteld van zijn zoektocht naar de essentie, het wezen der dingen. Het lijkt alsof hij de goden uitdaagt om met hun hebben en houden, incluis verschrikkingen, naar beneden te komen, terug naar de aarde die zij gemaakt hebben tot wat ze is, een oord van wreedheid, geweld én schoonheid. Armando gaat daarmee het gevecht met de verf aan. Zonder angst en met een zekere woede. Armando is niet bang om te schilderen. Hij smeert de verf op het doek. Hij is een verfbeest.

Het eerste echte verfbeest was Vincent van Gogh met zijn hartstocht voor schoonheid van mens en natuur. Bij hem geen penseeltje verf met een toetsje hier of daar maar penselen met klodders geel, vooral veel geel, rood, groen en donkerblauw. Bij Van Gogh willen verf en kleur als het ware uit hun keurslijven springen. Van Gogh schept zo op het doek een nieuwe wereld. Appel doet hetzelfde maar dan anders. Die gooit de verf op het doek, smeert het uit als klei, zand en modder. Kleuren gaan over elkaar, tegen elkaar in en in elkaar over. De verf gaat bij Appel nog meer dan bij van Gogh zijn eigen gang. Geen keurslijven meer van vorm en maat. Alles wordt buitensporig. Helaas wordt Appel later braaf en netjes in zijn werk. Ik vrees dat de sirenen van de markt en van zijn bewonderaars hem daartoe verleid hebben. 



Armando heeft zich daarentegen niet laten temmen ook nu niet terwijl hij al over de tachtig is. Hij blijft even krachtig en heftig alsof hij het lot, de goden en de wereld wil tarten met zijn schilderijen en zijn beelden. Soms lijkt het dat hij nog driester en misschien zelfs ook wel woester is geworden. Misschien is het haast. Schrikaanjagend is Armando ook. Bij hem geen mooie plaatjesschilder voor in het designinterieur maar woede én liefde. Je ziet zijn woede over wat mensen elkaar kunnen aandoen in de jas, de vlag en het hek. Alles draagt de sporen van onze barbaarsheid. Maar je ziet ook liefde, liefde voor de natuur die haar wreedheid niet kan helpen.

Een tijdje geleden zag ik een documentaire over Armando. Je zag een man van ver in de zeventig op een hoge stoel voor een doek zitten met grote gummi handschoenen aan waarmee hij in de verf graaide als was het smurrie van klei en modder. Een verfmachine of was hij zelf verf geworden? De verf danst over het doek, geen subtiele, elegante danspasjes maar kringelend, wild en woest. Wit gaat over blauw en duwt grijs opzij, groen verdringt het rood en het blauw, rood strijkt woest langs zwart dat terug duwt. Alles beweegt ruw en woest door en naast elkaar.

Je herkent de primitieve vormen van de wolken, de zeegolven, het hek, de jas, de das en de zon. Ze zijn daar, ze waren daar, ze zullen er altijd zijn, ze zullen zijn. Armando is niet bang voor de ondergang of de dood. Hij is een schilder zonder vrees. Hij hecht ook niet aan zijn werk. Het is er, maar kan er ook niet zijn. Daarom jammerde hij ook niet over de brand die het aan hem gewijde museum in Amersfoort in de as legde waardoor veel van zijn werk verloren ging. Armando durft het lot te tarten maar er zich ook bij neer te leggen. Daar is moed voor nodig, veel moed. Armando is een moedig verfbeest.

Ik vraag aan de bewaker (je moet wel eerst toestemming vragen of je foto's mag maken) of hij zelf schilder is? Nee dat niet. Of ik schilder ben, vraagt hij terug. Ik hou het bescheiden, zeker in de buurt van zo'n grote schilder als Armando en zeg “een beetje”. Even later zegt hij tegen twee bezoeksters (die ook een beetje schilderen, zo had hij mij vertelt) dat met het licht uit de schilderijen van Armando mooier en dieper worden. Om ons te laten zien wat hij bedoelt, doet hij het licht uit. En verdomd, de schilderijen werden inderdaad dieper en mooier, schrikwekkend mooier. Je moet het gezien hebben.  

2 opmerkingen:

  1. Knap wat jij allemaal in een schilderij ziet. Als het mij niet meteen duidelijk is, hoeft het voor mij ook niet.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Hoe zit het dan met gedichten? Die zijn ook niet altijd meteen duidelijk. En muziek, daar moet je je toch ook in verdiepen?

      Verwijderen