Harry Mulisch met Cubavlagje. Een digitale fotobewerking van PETRUS. |
Waarom nam Harry Mulisch zijn leven lang geen afstand van
het Cubaanse regime? Als hij op Cuba was gaan wonen dan was hij waarschijnlijk
op den duur hoogst waarschijnlijk terecht gekomen bij dissidente schrijvers. Mulisch
was geen communist maar hooguit een revolutionaire poseur en dat gaat over als
het echt tegen zit.
Onlangs las ik een lang geleden interview (1970) van Ischa
Meijer (1943-1995) met Harry Mulisch (1927 – 2010). Daarin komt de Cubaanse
revolutie met Fidel Castro ter sprake als een soort tegenhanger van het Nazisme
zoals Mulisch dat had leren kennen tijdens het proces tegen de Nazi
massamoordenaar Eichmann (hieronder Schreibtischmörder genoemd) in Jeruzalem
(1961).
“De confrontatie met de Schreibtischmörder in zijn glazen
kooi in Jeruzalem veroorzaakte bij halfjood Mulisch een ‘shock’, die hij pas
jaren later op Cuba te boven zou komen. ‘Het was het openbreken van een zweer.
Voor mij en voor veel anderen die de oorlog beleefd hadden in hun eigen kleine
wereldje. Met ouders en familie van wie er een paar waren doodgemaakt en dat
was het dan. Eichmann is de ideale man voor de psychotechnische test. De juiste
man op vrijwel iedere plaats, die zijn niet herkenbaar. Integendeel, het is het
soort mensen dat nou juist door deze maatschappij gemaakt wordt. Een
waardevrije man, die doet wat hem wordt opgedragen. Daar moest wat tegen gedaan
worden en dat zag ik niet zo gauw. Dat zag ik pas op Cuba in 1967.’ ” (blz.60
en 61, Harry Mulisch in Ischa Meijer, de interviewer, Prometheus Amsterdam 1999
Voor Mulisch was Fidel Castro een man ‘van een en al waarde’
dit in tegenstelling tot de waardevrije Eichmann. In die tijd was het
gebruikelijk om vanuit links de “waardevrije wetenschap” aan te vallen. Die
ondersteunde immers het kapitalisme en het imperialisme, de uitbuiting van de
ene mens door de andere. Om aan die wantoestand een einde te maken was een
kritische of geëngageerde wetenschap nodig, een die in dienst zou staan van het
volk of meer Marxistisch in dienst van de arbeiders en hun klassenstrijd.
Mulisch achtte deze maatschappelijke theorie blijkbaar ook van toepassing op individuele mensen. Hij onderscheidt ‘waardevrije mensen’ als Eichmann, een product van
onze samenleving, en ‘mensen van waarde’ zoals Fidel Castro, een revolutionaire nieuwe mens. Volgens de
inzichten van die tijd en dus van Mulisch moest dat kwaad maatschappelijk
verklaard worden. Dat inzicht is intussen grotendeels achterhaald. Vermoedelijk
heeft Mulisch toch nooit afscheid kunnen nemen van deze persoonlijke theorie.
Hij zou dan immers geen raad meer geweten hebben met Eichmann als het vlees
geworden kwaad.
Volgens het interview is dat soort redeneringen ook niet de
sterkste kant van Mulisch. “Geen
van zijn vrienden heeft overigens ooit getwijfeld aan zijn integere
bedoelingen, maar ‘Harry kan absoluut niet redeneren, hij is eerder de man van
de sublieme inval’. Naar aanleiding van dit Cuba-boek Het woord bij de Daad werd de schrijver-politicus geïnterviewd door
W.L.Brugsma in het politiek café C-66 van Hans Gruyters. Brugsma: ‘Het is in de
politieke discussie met hem net of je een baby een koekje afpakt.’ (blz. 62)
In De Kring keek en hoorde ik toe hoe Mulisch stomdronken onder het biljart de Duitsers bedankte voor 'Het Stenen Bruidsbed'.
BeantwoordenVerwijderenEinde Mulisch voor mij.
@kingbilly
BeantwoordenVerwijderenZo komt Mulisch bij veel lezers aan zijn einde.