maandag 4 juni 2012

HARRY MULISCH TUSSEN EICHMANN EN FIDEL CASTRO


Harry Mulisch met Cubavlagje. Een digitale fotobewerking van PETRUS.

Waarom nam Harry Mulisch zijn leven lang geen afstand van het Cubaanse regime? Als hij op Cuba was gaan wonen dan was hij waarschijnlijk op den duur hoogst waarschijnlijk terecht gekomen bij dissidente schrijvers. Mulisch was geen communist maar hooguit een revolutionaire poseur en dat gaat over als het echt tegen zit.

Onlangs las ik een lang geleden interview (1970) van Ischa Meijer (1943-1995) met Harry Mulisch (1927 – 2010). Daarin komt de Cubaanse revolutie met Fidel Castro ter sprake als een soort tegenhanger van het Nazisme zoals Mulisch dat had leren kennen tijdens het proces tegen de Nazi massamoordenaar Eichmann (hieronder Schreibtischmörder genoemd) in Jeruzalem (1961).

“De confrontatie met de Schreibtischmörder in zijn glazen kooi in Jeruzalem veroorzaakte bij halfjood Mulisch een ‘shock’, die hij pas jaren later op Cuba te boven zou komen. ‘Het was het openbreken van een zweer. Voor mij en voor veel anderen die de oorlog beleefd hadden in hun eigen kleine wereldje. Met ouders en familie van wie er een paar waren doodgemaakt en dat was het dan. Eichmann is de ideale man voor de psychotechnische test. De juiste man op vrijwel iedere plaats, die zijn niet herkenbaar. Integendeel, het is het soort mensen dat nou juist door deze maatschappij gemaakt wordt. Een waardevrije man, die doet wat hem wordt opgedragen. Daar moest wat tegen gedaan worden en dat zag ik niet zo gauw. Dat zag ik pas op Cuba in 1967.’ ” (blz.60 en 61, Harry Mulisch in Ischa Meijer, de interviewer, Prometheus Amsterdam 1999

Voor Mulisch was Fidel Castro een man ‘van een en al waarde’ dit in tegenstelling tot de waardevrije Eichmann. In die tijd was het gebruikelijk om vanuit links de “waardevrije wetenschap” aan te vallen. Die ondersteunde immers het kapitalisme en het imperialisme, de uitbuiting van de ene mens door de andere. Om aan die wantoestand een einde te maken was een kritische of geëngageerde wetenschap nodig, een die in dienst zou staan van het volk of meer Marxistisch in dienst van de arbeiders en hun klassenstrijd.

Mulisch achtte deze maatschappelijke theorie blijkbaar ook van toepassing op individuele mensen. Hij onderscheidt ‘waardevrije mensen’ als Eichmann, een product van onze samenleving, en ‘mensen van waarde’ zoals Fidel Castro, een  revolutionaire nieuwe mens. Volgens de inzichten van die tijd en dus van Mulisch moest dat kwaad maatschappelijk verklaard worden. Dat inzicht is intussen grotendeels achterhaald. Vermoedelijk heeft Mulisch toch nooit afscheid kunnen nemen van deze persoonlijke theorie. Hij zou dan immers geen raad meer geweten hebben met Eichmann als het vlees geworden kwaad.

Volgens het interview is dat soort redeneringen ook niet de sterkste kant van Mulisch.  “Geen van zijn vrienden heeft overigens ooit getwijfeld aan zijn integere bedoelingen, maar ‘Harry kan absoluut niet redeneren, hij is eerder de man van de sublieme inval’. Naar aanleiding van dit Cuba-boek Het woord bij de Daad werd de schrijver-politicus geïnterviewd door W.L.Brugsma in het politiek café C-66 van Hans Gruyters. Brugsma: ‘Het is in de politieke discussie met hem net of je een baby een koekje afpakt.’ (blz. 62)

2 opmerkingen:

  1. In De Kring keek en hoorde ik toe hoe Mulisch stomdronken onder het biljart de Duitsers bedankte voor 'Het Stenen Bruidsbed'.

    Einde Mulisch voor mij.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. @kingbilly

    Zo komt Mulisch bij veel lezers aan zijn einde.

    BeantwoordenVerwijderen