Het ziet er naar uit dat in Latijns Amerika een golf van
nationalisaties op komst is. Of is het al een epidemie? Het is een aloude
ziekte van veel Latijns Amerikaanse landen. Een ziekte omdat tot nu toe er geen
enkel land echt mee is opgeschoten. Het begon met de Mexicaanse revolutie aan
het begin van de twintigste eeuw. De meest radicale nationalisaties vonden in
de jaren zestig plaats op Cuba. De Cubanen leven nu nog steeds in grote
armoede.
De tweede golf begon tien jaar geleden met de
Venezuelaanse president Chavez, een grote vriend van de Cubaanse leider Fidel
Castro. Nu wordt hij dan gevolgd door de Argentijnse president Kirchner en de
Boliviaanse president Morales. Beiden hebben zich met hun linkse populisme economisch muurvast gereden daarom nu
hun vlucht naar voren.
Het begon met een verbod van Kirchner aan de
oliemaatschappijen hun prijzen te verhogen ook al is de inflatie huizenhoog.
Hogere prijzen voor energie terwijl de lonen al worden weggevreten door de
inflatie is voor een populiste als Kirchner een doodzonde. Dat zou maar tot
rellen en wie weet erger leiden. Dus wordt een Spaanse oliemaatschappij
aangepakt. Daarmee snijdt het mes van de populariteit aan twee kanten. De
prijzen blijven laag en de buitenlandse boosdoener wordt aangepakt.
Bovendien is Spanje een mooi doelwit nu het zelf
economisch op apegapen ligt en de Europese Unie als gevolg van de economische
crisis even minder hoog van de toren kan blazen. Een kans die haast te mooi is
om waar te zijn. Natuurlijk schrik je er buitenlandse investeerders mee af.
Natuurlijk moet straks de belastingbetaler toch opdraaien voor het oppompen van
de benodigde olie maar voorlopig heeft Kircher haar status als redder van het volk
kunnen behouden en daar gaat het per slot van rekening om. Kirchner wil
natuurlijk ook proberen Evita Peron te evenaren.
De Boliviaanse linkse populist Morales kon uiteraard niet
achterblijven. Net als Kirchner nationaliseerde hij een Spaans bedrijf, de
belangrijkste elektriciteitstransporteur van het land. Morales koos daarbij nog
de ouderwetse methode van een militaire bezetting van het bedrijf op 1 mei. Een
duidelijke boodschap op de Dag van de Arbeid aan de bevolking dat hij bereid is om desnoods met geweld
terug te nemen wat van het volk is. Dat de Bolivianen straks zelf zullen moeten
opdraaien voor de achtergebleven investeringen, vertelde Morales er niet bij.
Lossen die nationaliseringen wat op? Behalve dat de beide
presidenten daarmee politiek
krediet winnen bij hun kiezers, zal de bevolking er weinig mee opschieten. De
investeringen moeten hoe dan ook gedaan worden. Aangezien buitenlandse
investeerders geen risico willen lopen in een land waar niks zeker is, zal de
bevolking zelf daarvoor via belastingen of dure staatsleningen moeten
opdraaien.
Bovendien, particuliere buitenlandse bedrijven mogen onbetrouwbaar zijn,
de eigen politici zijn geen haar beter. De corruptie onder politici en bestuurders
in Argentinië en Bolivia is berucht. Op de corruptieschaal van Transparancy
Internationaal scoort Argentinie nog altijd een 8 en Bolivia zelfs een 9. De
kans dat de genationaliseerde bedrijven een voorbeeld van efficiency en
dienstbaarheid aan de bevolking zullen worden, is dus erg klein. Ondertussen
scoort Venezuela een 10.
Je ziet het ook weer terug in de hele discussie over de Falklands tussen Argentinië en Groot-Brittannië. Linke soep.
BeantwoordenVerwijderen