![]() |
Onderweg naar huis poseert deze Tlachiquero met zijn vrouw. Een Tlachiquero haalt op traditionele wijze de honing uit de maguey (agave) om pulque van te maken. (foto: petrus nelissen, 1976) |
Dat zijn de vroege herinneringen van Diego aan zijn dorp, herinneringen die hem met liefde aan zijn dorp terug doen denken. Hij vindt dat hij een gelukkige jeugd heeft gehad en dat kan niet iedereen zeggen. Hij denkt dat hij dat te danken heeft aan de liefde van zijn ouders waarmee ze voor hem hebben gezorgd en opgevoed.
Hij bedenkt dat zijn vader ook niet naar Mexico-stad had kunnen om geld te verdienen. Hun gezin zou dan misschien wel in de onmacht van armoede ten onder zou zijn gegaan. Hij kent zulke mensen, ginds ver in de bergen, maar niet in zijn dorp. Nu ja, op een enkeling na, zoals zij die ten offer vallen aan de pulque, de drank die gemaakt wordt van de honing uit de maguey, de robuuste plant die je overal in de bergen tegenkomt.
Pulque is zo oud als zijn oudste voorouders, in zijn geval de Otomie, een vergeten stam in het rijk van de Azteken. Volgens de duizendjarige overlevering, voor de komst van de Spanjaarden, was het een drank voor de goden. Die kunnen er waarschijnlijk beter tegen dan de mensen. Er wordt gezegd dat pulque de goden gunstig moest stemmen zodat ze luisteren naar de wensen van hun aardse dienaren.
De Spanjaarden hebben een einde gemaakt aan het rijk van hun goden. Ze hebben hun tempels en piramiden en zelfs woningen gesloopt en daarna bovenop de ruïnes hun eigen tempels gebouwd. Maar de pulque is gebleven als een blijvende herinnering aan hun oude geloof net als de mais voor de tortilla.
De maguey groeit als onkruid langs de velden, de paden en de wegen. De kunst is om de goede plant te vinden, die welke de beste honing geeft. Er zijn dorpelingen die daar goed in zijn. Die maken thuis pulque. Elk dorp, hoe arm en afgelegen ook, heeft een pulqueria waar je voor een paar peso de oude godendrank kunt drinken.
Gelukkig weten de meeste mannen het met mate te gebruiken, maar ook weer niet altijd. Op feesten en ander gedenkdagen worden de meeste mannen dronken. De stoom moet van de ketel. De drank is gangmaker van gesprekken tussen de gewoonlijk zwijgzame boeren. Gesprekken die de vriendschap verstevigen maar ook oude vijandschappen nieuw leven inblazen.
Dan komen gevoelens van haat en vijandschap naar boven. De machetes worden tevoorschijn gehaald en dan vallen er gewonden. en doden. Diego heeft de ellendige gevolgen daarvan gezien toen hij naar school ging. Bijna elke maandagmorgen liggen er een of meer doden in een kist voor het politiebureau. De overlevenden van het gevecht zitten in de cel.
In een of meer gezinnen zal er weer een man minder zijn. Dat betekent armoede. Mannen zijn nodig voor het zware werk op het land met de paarden, de ezels of de ossen. Wie doet dat werk als de man dood is of in de gevangenis zit? Vrouwen worden radeloos en raken in paniek, huilen en smeken om hun man vrij te laten. Ze hebben hem nodig voor het werk.
Sommige mannen gaan dagelijks naar de pulqueria om rust te krijgen na een dag zwaar werk, kopzorgen over de oogst of zijn het gekijf van hun vrouw zat. Ze zitten daar zwijgend achter hun beker pulque te wachten tot ze bevrijd worden uit de misère van hun leven. Niks zo een treurige aanblik als de man die zijn leven heeft opgegeven.
Diego kan gelukkig net als zijn vader de pulque laten staan. Hij is wel eens dronken geweest maar dat hoort er bij. Een man hoort dronken geweest te zijn, anders is hij geen man. In dronkenschap kan men zichzelf leren kennen tenminste als je de grenzen ervan kent. Dan weet je van jezelf waar je aan toe bent en wat je aankunt. Zo ziet Diego het. En nu hij Sara heeft gevonden, weet hij nog beter wat hij wil.
Te veel is nooit goed. Dat geldt dus ook voor pulque.
BeantwoordenVerwijderen