VN Klimaatconferenties zijn hoogmissen waar een klimaatakkoord wordt gevierd met een demonstratie van wereldwijde eenheid, samenwerking en solidariteit. Maar een klimaatakkoord is geen verdrag en als zodanig niet bindend. Niettemin hebben Nederland en Europa de akkoorden in wetgeving verankerd om ze aldus bindend te maken. De basis van het beleidsakkoord zijn IPCC rapporten over opwarming van de aarde.
Onder leiding van het kabinet Rutte III heeft Nederland zich bekend als klimaatkampioen. waarom? De klimaatimpact van Nederland op wereldschaal is verwaarloosbaar. Is het onze aard om missie te bedrijven of zijn er nog andere politieke, economische of ethische overwegingen geweest? Waarschijnlijk is het zoals alles in het leven een mengelmoes van dit alles.
Het door Al Gore in zijn film ‘Een Ongemakkelijke Waarheid’ aangekondigde klimaatonheil vindt zijn grond in de rapportering van het VN Klimaat panel. De rapporten van het VN Klimaatpanel zijn zo bezwangerd met onheil voor de toekomst dat Al Gore misschien wel moest bezwijken voor een scenario dat vergelijkbaar is met een Hollywoodiaanse rampenfilm.
Waarom het VN Klimaatpanel van meet af aan heeft gekozen voor de aankondiging van een mogelijke wereldramp op basis van extreme computermodellen is niet duidelijk. Zijn de klimatologen zelf zo geschrokken van de mogelijke uitkomsten dat ze elke voorzichtigheid uit het oog verloren? Is het een kwestie van opbieden, een groepsproces of de erfenis van de Club van Rome die aan het einde van de vorige eeuw de wereld waarschuwde voor zijn ondergang als gevolg van uitputting van grondstoffen? Is de activistische opstelling van wetenschappers tegen de atoombom een voorbeeld voor hen? Of is dit het onvermijdelijke gevolg van het feit dat het VN Klimaatpanel opereert op het snijvlak van wetenschap en internationale politiek?
“Het IPCC werd in 1988 gezamenlijk opgericht door het VN-Milieuprogramma (UNEP) en de Wereld Meteorologische Organisatie (WMO), met nog in hetzelfde jaar de bekrachtiging ervan door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties.” Sinds zijn oprichting heeft het IPCC een reeks rapporten gepubliceerd die gelden als referentiewerken voor beleidsmakers, wetenschappers, studenten en andere specialisten. Deze rapporten hebben een grote invloed op het milieubeleid van vele regeringen. Deze rapporten komen om de 5 à 6 jaar uit. Het vierde rapport is in verschillende delen uitgekomen in 2007, het vijfde in 2013 en 2014, het zesde in 2021.” (Wikipedia: Intergovernmental Panel on Climate Change.)
Het VN Klimaatpanel is niet de eerste VN instelling die opereert op het snijvlak van internationale politieke en wetenschap. Een van de oudste VN instellingen te weten de Internationale Arbeidsorganisatie te Génève is zelfs een vorm van internationaal geïnstitutionaliseerd overleg tussen drie spelers op het speelveld van de arbeid: werkgevers, werknemers en overheden. Ik ben jaren te gast geweest op de jaarlijkse internationale conferentie waar gedebatteerd wordt en voorstellen gedaan worden voor verandering en verbetering van arbeidsomstandigheden wereldwijd. In die conferenties wordt gewikt en gewogen over maatregelen, aanbevelingen en acties.
Het VN klimaatpanel bestaat uit overheden en wetenschappers die ongeveer om de 5 jaar een internationale klimaatconferentie houden. Door de schrikwekkende rapporten over mogelijk toekomstige klimaatveranderingen als gevolg van opwarming van de aarde hebben deze conferenties een grotere impact dan de ILO conferenties die toch ook gaan over het lot van honderdduizenden of miljoenen mensenlevens. De ervaring van de ILO deelnemers is dat verbeteringen een zaak zijn van overleg tussen de betrokken partijen en een lange adem vergen.
Klimaatconferenties daarentegen wekken op zijn minst dat er haast is, geen tijd van overleg en dat men uit angst voor meer onheil extreme doelstellingen moet vaststellen waarbij de haalbaarheid naar de toekomst wordt verschoven. Op zulke conferenties zeggen regeringen toe zich aan de doelstellingen te houden zonder echter te weten wat op de langere termijn haalbaar en mogelijk is tegen welke prijs. Er is vertrouwen in de wetenschap en het bedrijfsleven dat dit in de toekomst opgelost wordt.
Klimaatakkoorden zijn politieke akkoorden vergelijkbaar met het door de Amerikaanse regering georganiseerd Manhattanproject waarin ten tijde van de Tweede Wereldoorlog vooraanstaande wetenschappers bij elkaar werden gebracht om samen met technici de Amerikaanse atoombom te ontwikkelen of het maanproject van NASA waar wetenschappers en technici bij elkaar werden gebracht om de eerste Amerikaanse landing op de maan mogelijk te maken. Bij beide projecten waren de kosten niet van belang. Het eerste project was koste wat koste nodig om de militaire overmacht van de VS te garanderen, het tweede project om ten koste van alles het prestige van de VS in de ruimte te herstellen. Het ziet er naar uit dat de klimaatakkoorden van dezelfde orde: ongeacht de kosten moeten klimaatmaatregelen genomen worden op de kortst mogelijke termijn.
Dankzij het VN klimaatpanel is aldus op termijn een wereldwijde stop aangekondigd op het gebruik van fossiele brandstoffen ongeacht de kosten. Het is een ongeziene inperking door overheden van de vrije markt voor productie en kapitaal. Dat verklaart wellicht waarom VN Klimaatconferenties van meet af aan op brede steun konden rekenen van milieugroepen als Greenpeace en Wereldnatuurfonds maar ook van linkse politieke partijen en media. Zij geloven immers in de politieke maakbaarheid van mens en maatschappij en dus waarom ook niet van het klimaat? Bovendien hebben zij om verschillende redenen nooit vertrouwen gehad in vrije marktwerking, vooral niet als het gaat om multinationals. Het gevolg is een heropleving van de aversie tegen multinationals en in dit geval dan vooral tegen de oliereuzen, per slot van rekening de wereldwijde leveranciers van fossiele brandstoffen. Geen wonder dat in Nederland een organisatie als Milieudefensie de oliemultinational Shell voor het gerecht heeft gedaagd.
(wordt vervolgd)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten