vrijdag 14 augustus 2020

73. MIJN SPROOKJESJAREN ZESTIG, DE JOINT




Voorzitter Mao leert dat macht uit een geweer komt. Wij denken dat verbeelding uit een joint komt. Voor een joint heb je hasj nodig en dat is in Nijmegen niet te koop. Daarvoor moet je in de hoofdstad zijn. De avond na aankoop roken we licht gespannen en een beetje plechtig, per slot van rekening is het onze eerste keer en die vergeet je van je leven niet meer, onze joint. Eindelijk zullen onze geesten verruimd worden of zoiets dan toch. Op TV bij Willem Duys heb ik nog gezien dat je met een gaatje in je hoofd te boren hetzelfde resultaat bereikt, maar daar begin ik niet aan. Het moet wel gezellig blijven.

Maar het gaat mis. Niks geestverruiming maar misselijkheid, duizelig en overgeven in de wasbak. De eerste keer zullen we inderdaad niet meer vergeten.

Maar wat is er fout gegaan? De joints zijn volgens de regelen der kunst gedraaid: hasj gemengd met ons huismerk halfzware shag van Drum waarna vakkundig gerold met Mascotte vloeitjes. Hebben we er misschien teveel hasj bij gedaan? De hasj wordt aan inspectie onderworpen. Tot onze verbijstering is het geen hasj maar een mengsel van samengeperste peper. We zijn als een stel provinciale klungelaars terzake kundig opgelicht door een beroepsdealer uit de hoofdstad. Amsterdam is en blijft een zondige stad.

Deze keer kopen we echte Rode Libanon bij een verantwoordelijke dealer. Het resultaat is er naar. De joint heeft het verwachte geestverruimende effect. Mijn platendraaier is een super stereo hifi installatie geworden. Muziek zit niet alleen in mijn oren maar ook in mijn hoofd. Hetzelfde is het geval met kleuren. Mijn kamer staat in een kleurenbrand, gevaarlijk en raadselachtig. Ik zit in een licht en geluidsshow zoals Philips nog niet heeft kunnen maken.

Het draaien of rollen van ene joint vereist een zekere handigheid. Een schaar kan een hulpmiddel zijn maar is niet vereist

Of het nog niet genoeg is, krijg ik geniale gedachten. Uit een denkkraan in mijn hoofd stromen nieuwe ideeën over mens en wereld. Ik schrijf ze op om te bewaren voor de wetenschap. Tegen middernacht word ik hongerig en besluit een boterham met hagelslag te eten. Ik heb nog nooit zo een lekere boterham gegeten. Hasj maakt van hagelslag een delicatesse.

De volgende ochtend sta ik zo fris als een hoen op. Nergens een kater te bekennen. Hasj is gebruiksvriendelijker als geestverruimend middel dan bier, wijn of jenever. Die maken een wandelende dweil van je met koppijn. Daarentegen blijken mijn geniale invallen onzorgvuldig te zijn opgeschreven en nergens op te slaan. Ik kan er geen touw aan vastknopen. Hasj en logica gaan niet samen.

verschijnt elke vrijdag

1 opmerking:

  1. En ik tot de laatste alinea denken dat ik het toch misschien ook eens moet gaan proberen. Ik heb nood aan geniale ideeën. Helaas ...

    BeantwoordenVerwijderen