dinsdag 15 januari 2019

DE EENZAAMHEID VAN DE ONGELOVIGE 73

 
© petrus nelissen, 'Moeder met Kind', acryl op paneel. (Geïnspireerd op het schilderij 'De Madonna met de Lange Nek' van de Italiaanse schilder  Parmegianino 1503-1540)


Ik kan met Krulkop niet naar mijn kloosterkamertje. Dat heeft mijn immer zorgzame hospita van begin af aan verboden. Verdere uitleg is niet nodig. Ik weet het zo wel. Net als iedereen is zij bang voor seks in huis. Je moet geen gelegenheid geven, de kat niet op het spek binden zo luidt de volkswijsheid. Protesteren is zinloos. Het zou leiden tot onbegrip en wantrouwen. Dat zou een blamage zijn voor mijn vader en ik zou een ander kosthuis moeten gaan zoeken. Het is zo al moeilijk genoeg. Om dat te voorkomen, vooral met de patriarch van het gezin, hou ik mijn mond.

Mijn hospita staat niet alleen in haar angst voor seks. Het is een volkomen normaal verschijnsel en het zit diep, heel diep want van seks kunnen kinderen komen en daar waar kinderen komen, moet getrouwd worden. Een simpele waarheid die naar ik vermoed al eeuwenlang geldt. Als er getrouwd moet worden vanwege een voorhuwelijkse zwangerschap heet dat in de volksmond een ‘moetje’. 


De schande van zo een moetje ken ik van thuis. Toevallig zag ik in het trouwboekje dat het eerste kind van mijn ouders ruim binnen de periode van de negen maanden durende zwangerschap is geboren. Mijn moeder vertelde dat ze daarvoor door de kerk werd gestraft. Ze mocht niet in het wit trouwen zodat iedereen wist wat er aan de hand was. Een kaars branden voor het Maria altaar was er ook niet bij. Kort daarna volgde een nog veel groter drama. Het pasgeboren meisje stierf een paar maanden na de geboorte bij gebrek aan medicijnen in oorlogstijd.

Het afscheid van haar eerstgeborene moet zwaar zijn geweest, heel zwaar. Onzegbaar zwaar want ze sprak er nooit over anders dan kort en terloops. Ik weet niet of ze in haar verdriet veel steun heeft gehad van mijn vader of misschien ook wel van haar moeder. Ik neem aan van wel. Daarentegen voelde zij zich door de kerk in de steek gelaten.

Alleen de Heilige Maagd Maria is ze trouw gebleven. Zij had immers net als zijzelf haar kind, de Zoon van God de Vader nog tijdens haar leven verloren. Daarom is Moeder Maria voor mijn moeder een troost en toevlucht. Het is daarom maar goed dat de Roomse kerk zoveel plaats heeft ingeruimd voor Maria en haar steevast vereert als de Moeder van God’s Zoon.

(verschijnt elke dinsdag)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten