"Egoistisch ist Musik. Jeder, der Musik hört,ist auf der Suche nach etwas von sich Selbst." Entwurf: Marieke Nelissen, 's Hertogenbosch, Nederland 1998. |
De VPRO zond op 27
maart de documentaire uit “The next big thing”
over de toch weer hogere prijzen voor moderne kunst ondanks de
financiële crisis. Een onthutsende documentaire waarin vooral tegen
het einde duidelijk wordt dat het net zo'n speculatieve handels is
als die van van de handel in Wallstreet of op het Beursplein.
Vrienden en/of belangen groepen (Syndicates) drijven de prijs op van
het werk van een bepaalde kunstenaar, meestal een door hen
gefinancierde kunstenaar. Speculanten halen kunstwerken van de markt
met als enig doel ze later voor veel hogere prijzen te verkopen.
En dan worden marketing
mannen als Saatchi, die met hun geld en naam er in geslaagd zijn
jarenlang de Britse kunstmarkt te manipuleren, niet eens genoemd.
Marketing lijkt me het ergste wat kunst kan overkomen maar dat zeg ik
op basis van mijn intuïtie. Marketing is verraad aan de kunst omdat het over het hoe - de markt - gaat en niet over het wat. Bij
kunst hoort het te gaan over het wat. Het hoe van de markt hoort
daaraan ondergeschikt te zijn.
"Mit seelenaufrührender Musik wollte man nicht zu tun haben", Entwurf: Marieke Nelissen, 's Hertogenbosch, Nederland 1998. |
Handel in kunst is niet
nieuw. Er wordt al eeuwen gehandeld in kunst. Maar de manier waarop
is wel veranderd. Over die verandering las ik onlangs een passage in
het boek “De kunst van Mexico” (Meulenhoff Editie 1993) van de
Mexicaanse dichter Octavio Paz (1914-1998) , essayist en
Nobelprijswinnaar voor de litteratuur*.
Volgens hem is de markt “de dood van de geest”. Vroegere kopers
-de mecenas, de kerk of andere instellingen -hadden misschien een
slechte smaak, maar ze hadden tenminste een smaak, de markt heeft
helemaal geen smaak.
Zijn kritiek op de
kunstmarkt zou je tot de Marxistische school kunnen rekenen en is
zoals alle kritiek niet geheel onterecht.
“Voor de markt
hebben kunstwerken slechts een prijs, en dus legt de markt geen
enkele esthetiek, geen enkele moraal op. De markt heeft geen
principes; en ook geen voorkeuren: ze aanvaardt alle kunstwerken,
alle stijlen. Het gaat niet om iets wat wordt opgelegd. De markt
heeft geen wil: het is een blind proces, waarvan de essentie ligt in
de circulatie van voorwerpen die door de prijs homogeen gemaakt
worden. Krachtens het principe dat haar drijft, onderdrukt de markt
automatisch elke betekenis: wat kunstwerken definieert is niet wat ze
te zeggen hebben maar wat ze kosten. Door de circulatie -nooit was
dit woord veelzeggender – veranderen kunstwerken, die
uitdrukkingsvormen zijn van mensen (hun vragen, hun beweringen, hun
twijfels en afwijzingen), in betekenisloze dingen. Het afschaffen van
de wil tot het geven van betekenis maakt van de kunstenaar een
onbetekenend wezen.” (blz. 118)
Requiem, Lacrimosa. Musik, Kunst in der sich das Rationelle und die Seele, die im herzen wohnt, technisch verwoben haben", Entwurf: Marieke Nelissen, 's Hertogenbosch, Nederland 1998 |
Paz heeft gelijk. Wie
de markt omhelst, verkoop t zijn ziel en zaligheid. Kunstenaars die
dat doen zijn de moderne versie van Goethe's Faust. Maar net als
Faust hoeft een kunstenaar zijn ziel niet te verkopen. Hij kan de
verleidingen van de markt - de trend, de tijdgeest en de mode -
weerstaan. Toegegeven, zulks maakt zijn bestaan moeilijk maar dat
geldt net zo goed voor veel andere mensen. Mensen die betekenis
willen geven aan hun werk, kunnen net zo goed als kunstenaars soms
maar moeilijk werk vinden dat goed betaald wordt. Zulke mensen noemen
we idealisten en daar is de markt niet altijd van gediend. Kunstenaars vormen daarop geen uitzondering. Maar zij die de markt durven te
trotseren en daarvoor een prijs betalen, blijken uiteindelijk ons
mensen het meest te bieden te hebben. Dat is nu het verrassende van
idealisme en kunst.
Soms kan de markt ook
een zekere bevrijding brengen zoals bijvoorbeeld bij Mozart. Dank
zij de verkoop van zijn composities aan muziekhandel en producenten
van opera's kon hij van zijn muziek leven. Weliswaar geen gemakkelijk
leven maar hij was niet langer meer aangewezen op de kerk, zoals zijn
vader die werkte bij de bisschop van Salzburg. Om zijn inkomen aan te
vullen, wilde Mozart ook wel werken voor een de koning, toen een baan
en pensioen voor het leven, maar zo'n betrekking was voor zijn
dagelijks brood niet meer noodzakelijk. Maar Mozart liet niet de
markt zijn werk dicteren zoals modieuze kunstenaars doen. Hij bleef
de baas over zijn werk.
Helaas zijn sommige
kunstenaars niet (meer) gediend van zo'n lijdensweg. Net als veel
mensen laten zij zich het succes op de markt -al dan niet met
marktmanipulatie tot stand gekomen – gemakkelijk aanleunen. Zij en
hun kopers maken zich wijs dat hun succes hun ook betekenis geeft en
dat is natuurlijk niet zo. Het kan wel dat succes op de markt en betekenis samenvalt, zoals Rembrandt die tijdens zijn
leven succes had op de markt, maar zoiets is zeldzaam. En Rembrandt stond niet in dienst van de markt. We kennen de
uitdrukking goedkoop succes niet voor niks. Paz heeft gelijk als hij zegt dat de kunstenaar op de eerste plaats betekenis moet geven aan wat hij maakt of doet, maar moet ieder mens
dat niet doen?
Zie ook mijn blogs “Is werken en straf?” (3 sept. 2013) en “Het verraad van Frida Kahlo”(16 november 2013)
Rembrandt mag dan marketingsucces hebben gekend, hij stierf straatarm bij mijn weten.
BeantwoordenVerwijderen@ZJA Hij kreeg de wind tegen en zijn geld had ie opgemaakt.
VerwijderenDat typeert de echte kunstenaar :-).
BeantwoordenVerwijderen