“Een groot gebied rond Someren ( ten oosten van Eindhoven) werd tussen 1750 en 1800 geteisterd door wolven en daarom werd in augustus 1804 een laatste “generale” klopjacht op wolven georganiseerd. In de Somerse gemeenteraadsvergadering werd het volgende gezegd: “Dat zich alhier in de heide en Peel enige wolven ophouden, welke aanmerkelijke schade aan de schapen hebben aangericht”. Voor deze act leverde Someren 175 “weerbare” mannen en de omliggende gemeenten 1220 man. Dit aantal was zo groot omdat niet alleen de Somerense maar ook de heide en de woeste gronden van Asten, Nederweert, Weert, Heeze, Geldrop en Leende , zo’n 10.000 hectare woeste grond, belopen moest worden. De mannen zoude ’s morgens vroeg uit hun gemeente vertrekken. Het centrum van de klopjacht was de “Jan Lammershut” in Someren. “
Aldus te vinden in het boekje “Noeste Werkers op Woeste Grond, de ontginningen in de gemeente Someren, geschreven door C.P.J. Verhagen. De passage over wolven staat op blz. 19.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten