vrijdag 12 augustus 2022

61. HET BELOOFDE LAND. KINDEREN

 

Colombia 1976

Dankzij de medicijnen van de huisarts sta ik na een langere nachtrust fris op. Gek eigenlijk dat je zo ziek kunt zijn dat je denkt dat je doodgaat en vervolgens dankzij een wonderdokter weer de oude wordt. Ik kan de wereld weer aan, maar nu is Dora aan de beurt. Ze heeft vandaag de Spaanse les niet afgemaakt. Ze kreeg last van duizelingen en dat is niet best. Nu is het haar beurt om op de bank te liggen. Ze voelt zich slapjes maar heeft verder geen lichamelijke klachten. 

Ik ben bezorgd en vraag haar wat er aan de hand is. Dat weet ze niet maar ze vindt het niet ernstig genoeg om er de arts van gisteren bij te halen. Dat is typisch Dora. Niet meteen de arts erbij maar afwachten hoe het verder gaat. Ze is taai maar ook verstandig genoeg om als het nodig is alsnog een arts er bij te halen.  

Ik durf het haar niet te vragen maar zou het kunnen dat ze zwanger is? Sinds een tijdje slikt ze de pil niet meer. Hoe lang precies weet ik niet maar op een gegeven moment, op een zondagochtend in bed besloten we om het erop te wagen. We lagen te mijmeren over de levenslust en kracht van zelfs arme mensen en onze misschien toch wel overdreven bezorgdheid over de toestand in de wereld, toen we besloten om als het kan kinderen te nemen. Waarom niet? We zijn jong en kunnen het leven aan en in de toekomst kijken kun je toch niet en dat hoeft ook niet. Het leven moet een waagstuk blijven. Kinderen zijn het meest natuurlijke wat een mensenpaar kan overkomen. Laten we maar vertrouwen op Moeder Natuur, de Rooms Katholieke God en zijn heiligen en de toekomst. Bovendien willen we onze liefde voor elkaar bevestigen in het meest tastbare wat er is op de wereld en dat is nog altijd een kind. 

Ik ga me vandaag maar eens nuttig maken en spreek af met Fernando in het appartement van Frans. Ik heb hem dringend nodig voor contacten met hotemetoten van de Conservatieve partij in verband met mijn onderzoek. In Neiva is er ondanks vage beloften van Oscar niks van terecht gekomen en ook Fernando zet er weinig vaart achter. Tijdens ons gesprek verzekert hij me dat het in orde komt. Ik hoef me echt niet ongerust te maken. Het zij zo. Ik heb in paar maanden Colombia geleerd dat de stroom des levens er anders en trager loopt dan in Nederland. Niet agenda’s zijn belangrijk maar persoonlijke betrekkingen en vriendschappen, ook als het om een “wetenschappelijk” onderzoek gaat. En ik heb geleerd dat geduld een schone zaak is.

Tijdens ons gesprek belt Oscar. Hij nodigt Fernando, diens verloofde Beatrice, Dora en mij uit voor het avondeten bij hem thuis. Ik zeg hem dat Dora ziek op de bank ligt en met haar zal overleggen. Dora heeft er geen bezwaar tegen dat ik alleen ga. Het etentje verloopt helaas veel minder aangenaam dan ik hoopte.

(wordt vervolgd)
 

1 opmerking: