Efraïn, Dora en twee meisjes van de familie bij de plaza central van het lepardorp Agua de Dios. |
“Bogotá, 23 juni ‘71
Ik heb helaas nog geen briefje van jullie ontvangen maar ik denk dat dat aan de vakantie ligt. In ieder geval stuur ik maar weer mijn maandelijks verslagje. Ik heb een brief van L.P. gehad en lees daarin dat hij naar Tanzania vertrekt. Hoe gaat het met de WSO, lopen de zaakjes goed en lukt het met de financiering? Met ons gaat het uitstekend en ook over de vorderingen binnen mijn studie heb ik niet te klagen.
Ik heb contact gehad met Dr. Cepeda van de Los Andes Universiteit, hoofd van de afdeling politieke wetenschappen. Hijzelf was niet zo bereid mij verder te helpen in mijn studie maar ik heb wel via hem een nieuwe informatiebron gekregen, nl. een afgestudeerd politicoloog die momenteel werkt bij de Escuela Superior de Administración. Hij helpt mij op het ogenblik met het opsporen van statistisch en historisch materiaal.
Dan ben ik bezig de eerste voorzichtige contacten te leggen met de Conservatieve partij. Deze contacten heb ik dan weer te danken aan een van de assistenten van Rosier. Verder hoop ik dezer dagen een bezoek te brengen aan het Centro de Investigación y Acción Social. Zij beschikken over veel cijfermateriaal en publiceren regelmatig gestencilde monografieën m.b.t. de Colombiaanse problematiek, een daarvan geeft een goed overzicht van de sociale situatie in Colombia en een ander handelt over de politieke partijen.
We hebben een weekeinde doorgebracht in Agua de Dios, het bekende lepra-dorp beschreven in een boek van Wim Hornman. Wij hebben bij zeer gastvrije Colombianen gelogeerd. Aangezien vader en zoon van het gezin in bestuursorganen van het dorp zitten, hebben we via hen het een en ander gehoord over de situatie in het dorp.
Hornman heeft indertijd een collecte voor een recreatiecentrum in Nederland op touw gezet. We hebben het centrum bewonderd evenals het monument ter herdenking van de actie. Dat laatste leek mij overbodig. Overigens heeft men hier wel kritiek op het boek van Hornman, het is te sentimenteel en geeft geen juist beeld van de situatie. (Wim Hornman, 'Wij willen leven', 1969, zie Wikipedia pagina Wim Hornman.)
Hij zal een en ander overdreven hebben om meer medeleven op te wekken om zo meer geld op te halen maar men vraagt zich af of het dorp daar nu wel zo gediend mee is. Er is ook kritiek op het feit dat het geld is gegeven aan padre Juan die er op zeer autoritaire wijze mee omspringt en bepaalt hoe het besteed dient te worden. Binnenkort verschijnt een studie over Agua de Dios van o.a. een student wiens gast ik was en het lijkt me een interessante studie om met behulp daarvan de verkeerde informatie recht te zetten.
Zo dit was het dan weer en ik hoop spoedig weer iets van jullie te horen.”
Naschrift.
Voor de leprozen is Agua de Dios het beloofde land. Een dorp met een dak boven hun hoofd en vooral een verzekerd inkomen, laag weliswaar maar wel verzekerd en dat is wat maar heel weinig mensen hebben in Colombia. Daarenboven is de gezondheidszorg zo goed als kosteloos en ook dat hebben maar heel weinig Colombianen. Belangstelling uit het buitenland zorgt voor extra’s in het dorp zoals de Wim Hornman recreatiezaal betaald met geld van Nederlanders.
Om hun inkomen aan te vullen worden allerlei projecten in het dorp ontwikkeld waar mensen met lepra kunnen werken. Agua de Dios is dan ook geen arm dorp vol met zielige mensen die zwaar gebukt gaan onder hun ziekte. Natuurlijk, je ziet er lichamelijk ernstig aangetaste mensen, zowel mannen als vrouwen maar hun lichamelijke leed wordt verlicht door de mogelijkheid een min of meer fatsoenlijk leven te leiden, zelfs in gezinsverband. Mijn Colombiaanse vriend Efraïn is opgegroeid in Agua de Dios als de zoon van een gezin waarvan beide ouders lepra hebben.
Het is moeilijk voor te stellen voor ons Nederlanders maar Agua de Dios roept bij sommige Colombianen jaloezie op. Zij zouden ook wel een fatsoenlijk dak boven hun hoofd willen hebben, een vast inkomen, hoe laag ook en zo goed als gratis gezondheidszorg. Sommigen zouden daarvoor wel lepra willen krijgen. Hoe afschuwelijk dit ook klinkt, helemaal ongelijk hebben ze niet. Een armoedig leven in een krottenwijk ergens in de bergen rond Bogota is diep en diep treurig, het is pure misère met eeuwige onzekerheid van bestaan in een schamele krot zonder enige privacy, in permanente geldnood met als toegift de voortdurende dreiging van honger en ziekte. Daarmee vergeleken is wonen in Agua de Dios misschien zo gek nog niet.
(wordt vervolgd)
Doet me denken aan Het Dorp nabij Arnhem, beroemd geworden door Mies Bouwman. Tegenwoordig zou dat niet meer het ideaal zijn. Inclusie is de norm. Meedoen midden in de samenleving.
BeantwoordenVerwijderen