vrijdag 5 april 2019

MAKE LOVE NOT WAR (WERKTITEL) 6. EERSTEJAARS STUDENT

Digitaal bewerkte foto van mijn vaste vriendin gemaakt in Nijmgen, 1966 of daaromtrent.


Ik heb een kamer in Nijmegen maar daar is het ook wel mee gezegd. Nu nog een sociaal leven. Ik heb geen ander plan dan te vertrouwen op mijn sociale antenne, mijn intuïtie en mijn ervaring. Het begin is er al, mijn buurman op de overloop, een ouderejaars rechtenstudent. Tijdens het rondje Hollandse koffie met melk en suiker beneden in de al even Hollandse huiskamer van onze hospita zien we elkaar voor het eerst. Ik word uitgenodigd om later op de avond te komen buurten. 

Zijn kamer is twee keer groter dan die van mij, maar het blijft een slaapkamer in een rijtjeshuis met behang, een hangkast, een tafeltje voor het raam en een bed tegen de zijmuur. Een studentenkamer zoals die hoort te zijn, droevig met een sprankeltje hoop. Gelukkig stelt hij meteen voor om naar het buurtcafé te wandelen. Het is een kaartcafé met biljart, gordijntjes voor het raam, kleedjes met asbakken op houten tafels, een tap met krukken en de cafébaas. Kortom, een café als een huiskamer met bijbehorende gezelligheid.
 

We gaan aan de tap zitten en bestellen een pilsje. Hij is voor een ouderejaars heel bescheiden, beleefd en voorkomend, in ieder geval heel anders dan de praatjesmakers van de studentenvereniging die ik ontmoet heb. Die waren vooral vol van pils en zichzelf. We wisselen op ons gemak wat ervaringen uit over college lopen, op kamers wonen en waar je goedkoop een fatsoenlijke warme maaltijd kunt eten. 

Tijdens mijn eerste colleges sociologie raak ik in gesprek met twee meisjes die tegenover mij blijken te wonen. We spreken af voor een het bekende kopje koffie met melk op mijn kamer. Er is plek voor drie maar ik heb maar twee stoelen. Ik ga op het bed zitten zonder bijbedoelingen. Ze lopen over van enthousiasme voor het nieuwe studentenleven. Ze zijn zo ongeduldig en nieuwsgierig naar wat hun te wachten staat, dat ze bijna op barsten staan. geestelijk dan toch want ze vragen het hemd van mijn lijf wat ik enigszins geamuseerd onderga.


Ik ben een beetje ouder dan zij en heb in hun ogen dus al heel wat meegemaakt. Zij komen rechtstreeks van de middelbare school in het echte studentenleven.  Ze kunnen haast niet wachten. Ik laat mij hun bewondering aanleunen. Ik maak niet elke dag mee dat meisjes aan mijn lippen hangen. Ze kunnen er niet over uit dat ik al gewerkt heb. Ik ben het leven en de weg voor ze. Maar dan vertel ik dat ik al sinds de danslessen in mijn middelbare schooltijd een vaste vriendin heb en alles wordt anders, minder boeiend en interessant. We zien elkaar nog een enkele keer na afloop van en college of toevallig in de straat maar het enthousiasme is weg.



(verschijnt elke vrijdag)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten