vrijdag 22 maart 2019

MAKE LOVE NOT WAR (WERKTITEL). 4. MENS & MAATSCHAPPIJ

Groep studenten in San Juan, Puerto Rico 2008. © petrus nelissen

De eerste weken aan de universiteit waan ik mij in een paradijs. Dit is wat anders dan elke dag om half negen tot half zes op een kantoor werken bij een grote gloeilampenfabriek in het zuiden des lands.  Dit is vrijheid. De twintig uren college per week doen daar geen afbreuk aan. Ik hoef namelijk geen colleges te volgen als ik dat niet wil. Er is ook geen mens die daar op toeziet. Ik moet het allemaal zelf weten. Het is mijn eigen verantwoordelijkheid. Waar kom je dat nog tegen? Je maakt zelf uit wat je doet, elk uur van de dag, elke dag van de maand, elke maand van het jaar en elk jaar van mijn leven. Dit is wat ik altijd al heb gewild. Niemand anders die mijn leven bepaalt, hoe goed bedoeld ook. Ik beslis waar ik sta, waar ik ga en wat ik ga doen.

Ik vier mijn vrijheid om te gaan en staan waar ik wil voortaan bijna elke avond in het studentencafé aan de Oranjesingel. Met het onafscheidelijke pilsje in de hand bespreek ik de nieuwe mogelijkheden van mijn bestaan met mijn confraters van de universiteit, broekjes die net de middelbare school verlaten hebben. We worden bijna opgewonden van onze nieuwe mogelijkheden. Wie had kunnen denken dat we zo ver zouden komen? In het café dringt het tot ons door dat de wereld aan onze voeten ligt.

Na alweer een lange nacht van praten en drinken fiets ik in het verschaalde ochtendlicht naar huis en duik mijn bed in. Ik leef in een ideale wereld totdat ik langzaam aan uitgefeest raak. Elke dag feest is ook niet alles. De verveling begint toe te slaan en om die met pils te verdrijven is ook saai. De gesprekken herhalen zich. Ik hoor geen nieuwe dingen meer.

Ik besluit ernst te maken met mijn studie en colleges te gaan volgen. Als ik ooit wereldverbeteraar wil worden, zal ik toch ook het voorbereidende werk ter hand moeten nemen. Bovendien zullen mijn ouders en vadertje staat me niet eeuwig ten dage onderhouden, die zijn niet gek. Ik zal aan de slag moeten, wil ik straks niet belanden in een bed van het Leger des Heils.

De colleges vallen me mee. Sociologie houdt zich bezig met mens en maatschappij. We leren hoe we daar een echte moderne wetenschap van kunnen maken. Dat is niet gemakkelijk. Je kunt mens en maatschappij niet in een laboratorium ontleden zoals kikkers in een biologieles. Je kunt ze ook niet in hokjes onderbrengen zoals scheikundigen dat doen in hun periodiek van scheikundige elementen. Je kunt ze ook niet in een soort wiskundige formules stoppen. Eigenlijk is sociologie een hopeloze wetenschap. Het is wetenschap bij benadering, een misschien wel zus of zo wetenschap, een kan vriezen of dooien wetenschap. Of dat erg is? Welnee, je kunt er wat van opsteken dat  in de toekomst misschien wel bruikbaar is om je staande te houden als wereldverbeteraar.


(verschijnt elke vrijdag)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten