dinsdag 2 oktober 2018

DE EENZAAMHEID VAN DE ONGELOVIGE 59

 
Schoolfeest 1964

Ik ben een hele tijd bezig om te kijken wat ik zou kunnen gaan studeren. Allerlei studiegidsen neem ik door maar ik vind niks waar ik echt warm voor kan lopen. Sommigen weten al vanaf hun achtste jaar dat ze brandweerman, politie agent, filmster, kapitein of burgemeester willen worden maar ik sta op mijn achttiende nog altijd met lege handen. Niemand die me kan helpen, ook de leraren niet. In mijn naaste familie is nog nooit iemand gaan studeren dus daar kan ik ook niet terecht voor adviezen of goede raadgevingen. Komt tijd komt raad zeggen ze maar bij mij komt niks.

Totdat mijn vader voor mijn neus staat met een advertentie van het Nederlandse leger. Ze zitten verlegen om Kort Verband Vrijwilligers. Hij vindt dat wel wat, betaalde dienstplicht maar dan wat langer en een flinke bonus aan het het einde van het vierjarige contract. Een mooie start om aan iets anders te beginnen. Alsnog een studie misschien? Ik meld me aan en wordt opgeroepen voor een tweedaags verblijf in een kazerne alwaar ik met een groepje kandidaat vrijwilligers de bekende legeroefeningen doe in bos en hei onderwijl we beoordeeld worden op teamgeest en leiderschap en nog wat van die belangrijke zaken om een oorlog te kunnen winnen. Aan mij is het niet besteed. Ik word na enige onderzoeken medisch afgekeurd vanwege astma en voormalig meningitis patiënt. Je ziekteverleden blijft je achtervolgen. Ik ben terug bij Af en ontvang geen tweehonderd gulden.

Maar mijn vader geeft zich niet gewonnen. Hij heeft alweer een nieuwe advertentie met nieuwe mogelijkheden ontdekt. De Nederlandse belastingdienst biedt zijn toekomstige belastinginspecteurs een gratis studie rechten aan mits hij of zij bereid is daarna een aantal jaren de belastingen daadwerkelijk te inspecteren. Het is beter dan bakker worden vindt hij want dan moet je elke dag opnieuw veel te vroeg opstaan. Dan is kapper worden beter. Haren moeten altijd geknipt worden en je hoeft niet zo vroeg op. Maar het beste is notaris worden, dat is pas een goed betaalde baan en ook nog levenslang.

Ik zie in de verste verte geen toekomst voor mij weggelegd als belastinginspecteur maar je weet nooit waar het goed voor is. Ik doe mee aan de test in een daartoe opgezette grote witte tent in een park in Utrecht samen met honderden ander kandidaten. Als het maar gratis is dan zijn er altijd kandidaten genoeg. We zitten in lange rijen achter elkaar op klapstoeltjes achter klaptafeltjes. In de middagpauze eet ik samen met mijn vaste vriendin D. in het park onze meegebrachte boterhammen op. Terwijl zij verder leest over “De avonturen van Pa Pinkelman en Tante Pollewop” van Godfried Bomans, ga ik weer examen afleggen. Maar ook dit blijkt niet aan mij besteed. Heb ik te hoog gegrepen? Ik kan er niet mee zitten maar ik heb ook geen idee hoe het nu verder moet.


(verschijnt elke dinsdag)

2 opmerkingen: