dinsdag 24 oktober 2017

DE EENZAAMHEID VAN DE ONGELOVIGE 11

Zomerkamp 1961 met de Vossen patrouille in Renkum. 
De vlag van de Vossen hangt op zijn kop naast mij. 
Bij de verkenners ben ik mijn eigen held op avontuur.

Om te voorkomen dat ik weer blijf zitten, kom ik onder toezicht te staan. Ik moet mijn huiswerk voortaan verplicht in de aula maken meteen na schooltijd, twee uur lang, vijf dagen per week. Dat kost extra geld maar dat is tot mijn verbazing geen probleem. Want soms kan mijn vader het niet kan nalaten om me te vragen of ik dat schoolgerei wel echt nodig heb?  Hij bedoelt een passerdoos, wiskunde driehoeken en zo voort.

Mijn grote geluk is dat ik bij de verkennerij mag blijven, terwijl dat toch mede schuldig is aan mijn zitten blijven. Maar schuldig of niet, ik ben er blij mee. Verkennen is nu eenmaal spannender dan school. Bij de verkenners heb ik de ruimte om me uit te leven. Ik ben er mijn eigen held met mijn eigen avonturen. Ik mag die zomer mee met het jaarlijkse kamp.

De verplichte huiswerkklas in de aula valt me mee. Eigenlijk is het wel praktisch. Thuis verneuzel je tijd met thee drinken, tijdschriften inkijken of wat rond hangen. Nu kijk in mijn agenda wat er van me verwacht wordt en ga aan het werk. Ik leer zo het pad van succes kennen: gedisciplineerd werken. Ik begin met wiskunde en exacte vakken, die zijn een uitdaging voor de geest. De geestloze arbeid van rijen woordjes van buiten leren bewaar ik tot het laatst.


(verschijnt elke dinsdag)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten