ODE AAN LUCEBERT
Hoewel ver van ons huis,
besloten we om de tentoonstelling van Lucebert in Museum Kranenburgh in
het voormalige kunstenaarsdorp Bergen aan Zee te bezoeken. Het was
tijd geworden om weer werk zien van de dichter die ooit de zin
schreef “ik draai een mooie kleine ritselende revolutie af “,
tevens de titel van de tentoonstelling. Dat het geen blockbuster
is, maakt het alleen maar aangenamer voor de bezoeker. Je kunt op je
gemak in het museum, een voormalige villa waar Lucebert ook ooit
gewoond heeft, rond lopen.
Je kunt gedichten aan de muur
lezen, tekeningen stuk voor stuk bekijken, luisteren naar de
gedichten die hardop voorgelezen worden, dicht bij een schilderij
gaan staan of veraf. Het nagebouwde atelier kun je van alle kanten
binnen lopen, zijn bureau bekijken, zelfs de boeken en de platen
bekijken en beluisteren. Ik zie verrast en blij dat hij ongeveer
dezelfde boeken las als ik zelf indertijd. Ik hoor dat hij van jazz
hield zoals ik zelf. Zou hij ook geschilderd en getekend hebben met
muziek op de achtergrond om de geest te stimuleren?
Ik word al meteen vanaf het
begin overdonderd door de tentoonstelling. Al wandelend langs zijn
tekeningen, zijn schilderijen, zijn nagebouwde atelier en onderwijl
ook nog gedichten lezend, besef ik dat ik een geestverwant van
Lucebert ben. Dat alleen al vond ik ontroerend want hoe vaak kom je
op je levenspad een geestverwant tegen? Je kunt ze al gauw op een
hand tellen en als je lang genoeg mag leven misschien twee handen.
Nu moet ik natuurlijk aan mijn
trouwe lezers uitleggen waar die geestverwantschap uit bestaat. Dat
is moeilijk want geestverwantschap is een wederzijds verstaan maar
ook aanvoelen en zo'n combinatie is altijd moeilijk onder woorden te
brengen. Het is net als met liefde. Begin die maar eens uit te
leggen. Toch maar een poging wagen anders zou mijn bewering als een
goedkope pretentie in de lucht blijven hangen en dat wil ik Lucebert
niet aandoen. Dan had ik beter mijn kop kunnen houden.
Ik werd aan het begin van de
tentoonstelling overrompeld door zijn tekeningen. Die getuigen van
een vrije geest met humor. Dat kan ook niet anders. Die twee gaan
samen, hand in hand: zonder humor geen vrijheid, zonder vrijheid geen
humor. De basis daarvan is het besef dat ook al zijn we met handen en
voeten gebonden aan de wereld, we er toch vrij en achteloos boven
kunnen zweven. Sterker nog we zijn zo vrij dat we om onszelf kunnen
lachen zonder onze ernst voor het leven te verliezen.
Wie zo vrij is ziet scherp de
verraderlijkheid van de leugen, het geld en de ontrouw aan de ander
en zichzelf. Een vrij mens is onbevreesd en onbevangen. Vrije mensen
durven elke dag opnieuw het leven aan als een ontdekkingsreis. Ze
klampen zich nooit vast aan regels, conventies of dogma's. Vrije
mensen durven te experimenteren, op zoek naar de waarheid, de
betekenis van leven en dood, de wereld en de natuur. Ze schuwen
daarbij niet om wegen en paden in te slaan die weinigen of nog
niemand heeft bewandeld.
De foto's in de
tentoonstelling vertellen mij dat Lucebert ook een intens sociaal
leven had: een gezin met vrouw en kinderen, een open huis waar
vrienden, collega kunstenaars en bekenden welkom waren. Hij was thuis
in het grote mensenbad zoals Kierkegaard ooit zijn wandelingen door
de straten van Kopenhagen noemde. Hij had de mensen lief. Cynisme en
sarcasme waren niet zijn ding. Medeleven met hen die lijden haalde
kunstzinnig het mooiste en hoogste uit hem. Daardoor had hij ook een
heldere blik op de wreedheid, de huichelachtigheid en
meedogenloosheid, bij het bestaan waarvan hij zich niet neerlegde.
Hij schreef en schilderde zijn
boosheid over de het kwaad , over de liefdeloze, de wrede en de
genadeloze mens van zich af. Maar hij bleef daarbij altijd speels.
Zijn oog voor het kwade tastte zijn goedaardigheid niet aan. Met zijn
gedichten zocht hij naar een taal om zijn wereld van liefde,
medeleven en troost tot leven te brengen. Met zijn schilderijen zocht
hij naar beelden om hetzelfde uit te drukken.
Zo'n zoektocht wordt
niet altijd begrepen. Onbekende paden in woord en beeld stuiten op
onbegrip, afwijzing of zelfs afschuw. Mensen die aan het vertrouwde
hechten, het geestelijk avontuur niet aandurven of er te lui en te
gemakzuchtig voor zijn, slaan op de vlucht. Ik weet het nu zeker,
Lucebert is nog altijd een onderschatte kunstenaar.
Dan moet je ook iets met Rotterdam hebben. Daar valt al sinds jaar en dag de spreuk 'Alles van waarde is weerloos' van Lucebert te lezen aan de gevel van een pand in de binnenstad.
BeantwoordenVerwijderenJa, ik ken de spreuk maar veel met R'dam heb ik toch niet of het moet het museum Boijmans van Beuningen zijn, de Kunsthal en de Brienenoordbrug op weg van hier naar Den Haag en omstreken of omgekeerd.
Verwijderen