Voor het maken van een schilderij bestaat geen methode zo besluit kunstschilder Theo van der Steen het boek dat zijn vriend Evert Brongers over hem gemaakt heeft (blz.89, Evert Brongers, ‘Een Methode bestaat niet, over Theo van der Steen Tekenaar & Schilder’, uitgave in eigen beheer)
Schilderen kun je van niemand leren, dat moet je zelf doen. Voor de techniek van het schilderen kun je een cursus volgen maar daarmee houdt het op. De rest ben jezelf. Dat kan ik overigens als fotograaf ook zeggen van fotograferen. Je kunt techniek leren maar de rest - de inhoud - moet jezelf doen.
Maar hoe vind je die inhoud? Dat is een hele worsteling zo blijkt uit de brieven die Theo aan zijn vriend Evert schreef. “Op het moment ben ik weer heftig aan het schilderen, toch zijn de nederlagen talrijk. Ik blijf ook wel erg kritisch op mijn werk. Tja, de schilderkunst, ook ’n manier van leven.” 7 februari 1985. (blz. 27 in genoemd boek)
Je kunt zo maar gaan twijfelen of je het al die tijd wel goed geschilderd hebt. “Ik kom even terug op m’n werk. Zou het kunnen dat je op een goede dag erachter komt dat je jarenlang verkeerd hebt zitten zoeken, in de verkeerde richting en dat dat gevoel ineens levensgroot overeind komt: dat je in de verkeerde trein bent gestapt?” 6 oktober 1986. (Blz. 29)
Hoe verhouden kunst en religie zich? Gerard Reve heeft ooit in een reeks universitaire lezingen gezegd dat alle kunst religie is. Theo kijkt er zo tegenaan. “Nu heb ik al ’ns eerder geprobeerd te verduidelijken met de vergelijking tussen kunst en religie. Ik geloof nu dat kunst van vandaag over iets anders moet gaan: de vrijheid en dat heb ik niet geleerd. Ik ben nog geen vrij mens. Ik moet weer helemaal opnieuw beginnen, begrijp je? ’t Wordt een hele klus.” 6 oktober 1986. (Blz.29)
Hier stuit Theo in zijn briefwisseling op de kern van de moderniteit; de vrijheid van de mens. De moderniteit is volgens filosofie professor Marc de Kesel in zijn serie lezingen over moderniteit in de bibliotheek van Oss, begonnen met Descartes. Sindsdien staat de mens tegenover de wereld als vrij mens. Daarvoor was hij een gelovig mens opgenomen in de wereld van God.
Die moderniteit is sindsdien onontkoombaar de kunstwereld binnengedrongen en zoeken wij als kunstenaars naar onze positie in en tegenover de wereld ofwel wat is kunst eigenlijk?
“Binnenkort moet ik werk leveren voor de nieuwe ledententoonstelling in Arnhem. Het is zo’n beetje klaar en ik ben er wel tevreden mee. Het zijn voornamelijk werken waar ik zogezegd lang heb moeten doorzeuren. Ik ben nou eenmaal niet iemand die ’t er direct opgooit. Emoties heb ik wel maar ik uit ze niet direct. Ik ben daarom wel eens afgunstig op ’n kunstenaar die dat wel kan en daarvoor heel eenvoudige middelen gebruikt. Dat is kunst. Bij zo iemand straalt de zon.” 2 september 1990. (blz 33)
Emoties op het doek. Theo is een kind van zijn tijd ook al kost het hem veel moeite. Hij formuleert het zelf met de volgende woorden. “Schilderen gaat over de eigen dichterlijke/filosofische verhouding tot de realiteit. Ook is het een poging om aan materie een betekenis, een ziel te geven. Als een werkstuk slaagt dan heeft het dus uitdrukking, zeggingskracht. Het is een projectie van eigen gevoelens en ideeën in de materie die ik gebruik.” 2 september 1990 (blz.33)
Theo worstelt naast de inhoud van zijn werk, ook met de verkoop van zijn werk. Daarin staat hij niet alleen. Veel kunstenaars vragen zich af hoe hun werk te verkopen zonder commercieel te worden, zonder gelikte kunst voor boven de zitbank te leveren.
Hij stelt in een brief van 2 maar 1992 vast dat zijn werk commercieel niet aantrekkelijk genoeg is. “Collega Han Klinkhamer vindt dat ik wat mijn werk betreft zeer integer ben. Maar ik kan er weinig mee doen. Bovendien mag ik dan integer wezen, ik ben ook naïef en onhandig. Dat merk ik weer bij zo’n bezoek aan een galeriehouder. Ik betrap mezelf dan op onprofessionele uitspraken. Ik mis een bepaalde zakelijke handigheid.” 2 maart 1992. (Blz.37)
Je zou denken dat na verloop van tijd het er iets eenvoudiger op wordt. Dat is het dus niet. Daar kan elke kunstenaar over meepraten. Niettemin gaat hij ondanks twijfel aan zijn verfkunsten door op zijn eigen weg en weigert in de val van wat hij mooie plaatsjes noemt, te lopen. “Mooie plaatjes, leugens eigenlijk, zijn geïdealiseerde beelden. Het is wat anders wanneer onder mijn handen iets ontstaat waaruit toch nog als het ware, schoonheid ontsnapt.” 7 februari 1994 (blz.43)
Het zal de lezer duidelijk zijn geworden dat het boek over Theo een nuttig boek is voor iedereen die meer wil weten hoe de kunstschilder zich verhoudt tot zichzelf, de wereld en zijn kunstwerk. Zijn worsteling met verf is een voorbeeld, geen methode zoals hijzelf terecht opmerkt.
Het boek is royaal geïllustreerd met werk van Theo zodat je een goed indruk krijgt van zijn Werdegang in schilderkunst en leven. Je zult maar een vriend hebben als Evert Brongers die zo’n boek over je maakt. Wat mij betreft heeft hij met zijn boek over Theo meteen de schilderkunst een dienst bewezen, net als Theo zelf met zijn brieven, teksten en uiteraard vooral en voornamelijk met zijn schilderijen.
Prachtig geschreven Petrus !
BeantwoordenVerwijderenMooi om te lezen ook!
BeantwoordenVerwijderen