![]() |
Francisco Goya (1746-1828), De Ramp die Oorlog heet, "Grootse prestatie! Met doden!" |
Is de natuur onze vriend of onze vijand? Hoe dan ook, hij schenkt ons leven maar jaagt ons ook de dood in. De dood is het einde van ieders leven, van alle leven. Je kunt veel beweren over de dood maar een vriend is hij niet. Tenzij je gelooft in een leven na de dood dan kan de dood meevallen. Maar dat blijft natuurlijk een gok. Geloof is geen wiskundige zekerheid.
Voor het overige is de natuur nu ook niet direct een vriend van de mens. We worden, naakt en hongerig geboren. We moeten het zelf in de natuur uitzoeken. Gelukkig kun je in de natuur eten vinden en je dorst lessen. Vooral in de warmere landen is het een en ander voorhanden. In onze streken valt dat tegen. Hij is dus een beetje onze vriend.
De klimatologische omstandigheden zijn voor de mens over het algemeen gunstiger in warme landen. In onze contreien is het al gauw te koud om er naakt bij te lopen. Een berenvelletje biedt uitkomst. Helaas doen beren daar moeilijk over tenzij ze je dood maakt.
Plantaardige kleren maken is moeilijker maar kan, dankzij bijvoorbeeld katoen. Daar komt een hoop werk en water bij kijken maar dan heb je ook een leuk katoenen ruitje of streepje in verschillende kleuren. Met wat fantasie kun je mooie modestoffen maken.
De onvriendelijke ofwel vijandige kant van de natuur zijn ziektes. Een niet aflatende reeks ziektes bedreigt ons voortdurend, ons leven lang tot aan het einde. Hebben we ons verlost van de ene ziekte, daagt er een nieuwe op. Zo blijven we aan de gang. Sommigen worden zelfs met een ziekte geboren zodat ze hun eerste levensjaar niet halen. Dan laat de natuur zich van zijn gemeenste kant zien.
Overleven we honger, dorst, kou en ziektes dan staan ons nog rampen te wachten: bosbranden, orkanen, aardbevingen, sneeuwlawines, droogte, overstromingen, enz. Op zulke momenten is de natuur een vijand van de mens. Het ergste is dat je er niks of weinig aan kunt doen. Een orkaan hou je niet tegen net zo min als en aardbeving.
De natuur herbergt nog meer vijandschap. De dierenwereld is ook niet altijd aardig voor de mens. Niet ieder dier is een lieve spinnende poes op de bank of een brave hond op de achterbank van je auto. Als dieren hongerig zijn of zich bedreigd voelen kunnen ze aardig gemeen zijn. Sommige dieren vreten je het liefst met huid en haar op.
Onze grootste en meest verraderlijke vijand is onze eigen menselijke natuur. Die kan behoorlijk huishouden onder mensen zodat er honderden, duizenden of zelfs honderdduizenden doden vallen. Kleine en grote oorlogen, wat hebben we ons zelf allemaal al niet aangedaan?
Dan heb ik het nog maar niet over martelingen, brandstapels, stroppen en galgen, elektrische stoelen, gifspuiten, onthoofdingen, executies enz. Het schier ondenkbare is mogelijk als het gaat om het doden van de ene mens door de andere mens. De moord van Kaïn en Abel was nog maar een klein beginnetje voor de mensheid.
Nee, de natuur en dan bedoel ik ook de menselijke natuur, is op zijn voordeligst gezegd geen vriend van de mens. Het is meer een vijand van ons mensen. De natuur bedreigt ons tussen geboorte en dood voortdurend.
Er zit niks anders op dan voortdurend op onze hoede te zijn voor de natuur. De natuur kent geen harmonie of balans, hoe graag we dat ook zouden willen. In de natuur is het een kwestie van overleven, 24 uur per dag je leven lang.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten