vrijdag 1 december 2023

18. AMERICA LATINA. WERELDCONGRES VAN HET WERELD VERBOND VAN DE ARBEID

Een foto van de bestuurders van de NKV Voedingsbond Sint Joris met hun vrouwen ergens in de jaren zestig van de vorige eeuw. In die tijd waren collega bestuurders van de bond tevens vrienden. Links zit als vierde van boven Ton Bastiaansen, voorzitter van de bond. Zijn vrouw lacht breeduit naar de camera. Links van hem zit mijn moeder. Rechtsboven in de hoek mijn vader. De andere gezichten herinner ik me, maar ik ben helaas hun namen vergeten evenals de gelegenheid waarop deze foto is gemaakt. Het was toen gebruikelijk om bij een huwelijksjubileum een etentje voor al je collega's  met hun vrouwen te organiseren. 


Dit wordt mijn eerste wereldcongres ooit, nog wel van een internationale vakbond. CLAT en CLAT Nederland hebben ervoor gezorgd dat ik als waarnemer kan deelnemen aan het 18e congres van het Wereld Verbond van de Arbeid (september-oktober 1973) dat gehouden wordt in Évian, gelegen aan de Franse kant van het meer van Génève. 

Ik heb geen enkele ervaring met internationale congressen zodat ik in een zee van indrukken en gesprekken terecht kom. De vertegenwoordigers van CLAT met voorop Emilia Maspero hebben geen tijd om mij te informeren of te oriënteren. Ik ben op ontdekkingsreis met een gebrekkig kompas.

Een geluk is dat ik een collega van mijn vader tref, Ton Bastiaansen voorzitter van de NKV Voedingsbond, de bond waar mijn vader als regionaal bestuurder bij werkt voor Noord Oost Brabant en Limburg. 

Op een bijna vaderlijke wijze leidt hij me langs  kopstukken van het NKV zoals Piet Brussels met zijn bestuur van de metaalbond en Henk van Eekert van het secretariaat. Met enige trots stelt hij me voor als de zoon van zijn collega Theo Nelissen, die al net zo lang voor de vakbond werkt als hijzelf. Ik ben er verlegen mee maar ook geholpen. 

Voor het eerst besef ik dat mijn vader in deze vakbondsomgeving van betekenis is, waardoor dat nu ook uitstraalt naar mij. Daar ben ik hem dankbaar voor. Het maakt niet alleen mijn werk gemakkelijker, het geeft me ook het gevoel onder vrienden te zijn.

De ceremoniële opening en de procedures die nu eenmaal horen bij zo een congres gaan voornamelijk langs me heen. Ik vind het belangrijker om met de aanwezigen te praten en van gedachten te wisselen. De aanwezige Latino’s weten ondertussen wel wie ik ben. Zij zijn vooral druk met elkaar. Ik begrijp dat er voortdurend overleg wordt gevoerd over de inzet van CLAT als regionale organisatie van het WVA.

Dat is logisch want het belangrijkste werkstuk van het congres is een strategisch document van de hand van Emilio Maspero, algemeen secretaris van CLAT en vice-voorzitter van het WVA, waarin de grote beleidslijnen voor de nabije toekomst worden vastgelegd. 

Maspero heeft met zijn vakbondscollega’s een omvangrijk werkstuk afgeleverd dat vanwege zijn omvang al snel de welwillend kritische titel krijgt van “De bijbel van Maspero”, niet zo verwonderlijk natuurlijk in een wereldorganisatie met sterke christelijke wortels. 

Het woord bijbel slaat op de dikte van het document en de inhoud. Latijns Amerikanen zijn nu eenmaal breed-sprakerig én  breed-schrijverig. Woorden hebben in hun cultuur een emotionele betekenis die verder reikt dan het strikt functionele. En net als in de echte bijbel worden in het document uitvoerig beginselen, waarden en normen beproken.

Het is voor het eerst in de geschiedenis van het WVA en in de hele internationale vakbeweging dat een vakbond uit de derde wereld, in dit geval uit Latijns Amerika, het voortouw neemt om het internationale beleid van een wereldorganisatie te bepalen. Dat is niet alleen een hele eer maar ook een grote verantwoordelijkheid. 

Tegelijk, zo merk ik in de wandelgangen maakt het de CLAT vakbondsleiders zelfbewuster en trots. Er speelt zich op dit congres een stukje emancipatie af waarvan de volle omvang in de toekomst pas duidelijk kan worden. Latijns Amerika eist zijn plaats op op het wereldtoneel, te beginnen bij de internationale vakbeweging.

Het straalt ook af op de Aziatisch en Afrikaanse delegaties. Ook zij voelen zich meer erkend door de Europeanen. Ze zijn nieuwsgierig naar wat CLAT Nederland is en vragen aan me of het ook niet mogelijk is om zo een vereniging op te richten voor Afrika en Azië. 

Bij de Nederlandse delegatie is men niet onverdeeld gelukkig met het werkstuk van Maspero. Ton Bastiaansen is er van meet af aan positief over. Hij begrijpt het radicale taalgebruik en de radicale visie van Maspero vanuit zijn gesprekken met de Curacaose vakbondsman Oscar Semerel. 

Zijn vakbond maakt het op basis van maandelijkse bijdragen van bestuursleden mogelijk dat Oscar voltijds vakbondsbestuurder kan zijn voor zijn vakbond op Curacao.  Hij schrikt niet van woorden als revolutie en klassenstrijd, woorden die in Maspero’s werkstuk gebruikt worden om te sociale situatie in Latijns Amerika te duiden.

Andere NKV’ers hebben er moeite mee. Zij bekijken de wereld door de bril van de Koude Oorlog. Een al te eenvoudig wereldbeeld, maar wel een dat de wereldpolitiek sinds de Tweede Wereldoorlog domineert. 

Dat is niet uit leerstellige starheid maar omdat de ervaring hun heeft geleerd dat het gevestigd communisme (het reëel bestaande socialisme zoals het in de linkse studentenwereld heet) nu eenmaal een vijand is van kerk en geloof. Voor hen klinken woorden als klassenstrijd en revolutie eerder communistisch en bedreigend, dan bevrijdend.

Er wordt gekscherend tegen me gezegd dat ik met mijn CLAT opvattingen achter het IJzeren Gordijn thuishoor, het soort kritiek dat je ook krege te horen tijdens je verzet tegen de Vietnam Oorlog. Gelukkig zijn er ook NKV'ers die er anders over denken. Zij helpen een brug te slaan tussen de verschillende opvattingen. 

1 opmerking: