Als voormalig revolutionair is Diego zich bewust van zijn geschiedenis en die van zijn land. De revolutie heeft zijn levenslot, zijn bestaan en zijn denken over het leven veranderd maar of het ook een verbetering is, is nog maar de vraag.
Zijn land lijkt reddeloos verloren in een strijd om macht terwijl hij zelf moet zien te overleven in de stad en overleven in een stad is heel wat anders dan in het dorp waar je geboren en getogen bent.
Gelukkig heeft hij David ontmoet. Niet alleen kent hij Mexico-stad maar ook de rest van de wereld of tenminste Frankrijk. Sinds zijn kunstreis naar Parijs weet David meer van de wereld dan wie ook in zijn naaste omgeving. David is een kosmopoliet die je niks meer wijs maakt over het leven, de mensen en de wereld. Daarom is David meer dan een vriend. Hij is zijn gids die hem door de onrust en onwetendheid in zijn land leidt.
Ook David had gehoopt dat de revolutie zijn land zou bevrijden van de onderdrukking, de uitbuiting en vooral van de onwetendheid. Op het uitgestrekte platteland beseft men vaak niet eens dan men inwoner is van een immens groot land, dat het een eigen geschiedenis heeft, een geschiedenis van veroveringen en strijd, van vergane steden en talen en de grootste verovering van allemaal, die van de Spanjaarden.
Maar daar vergist hij zich in, vindt Diego. Goed, de mensen in zijn dorp kennen de geschiedenis van hun land niet en zeker de wereld niet zoals David die kent. Ze zijn nooit in een stad geweest, nu ja, misschien in een kleine provinciestad, maar een stad zo groot als Mexico-stad kennen ze niet uit eigen ervaring. Hooguit van horen zeggen. Bij de stad Parijs kunnen ze zich al helemaal niets voorstellen net zo min als van het bijbehorende land Frankrijk.
De schilderkunst, de kunst waar David voor naar Parijs is geweest, is in zijn dorp ook zo goed als onbekend. Dorpelingen hebben heel andere zorgen aan hun hoofd dan een schilderij aan de muur. Maar dat wil niet zeggen dat ze helemaal geen weet hebben van het leven, van de aard van de mensen en het lot van de mensheid. Als dorpelingen ergens diep van doordrongen zijn, is dat hun lot en dat van alle mensen verbonden is met dat van de natuur.
Kom daar bij stadsmensen eens om. Die denken dat ze de natuur aan kunnen, niet met hulp van de goden, die hebben ze afgeschaft, maar zijzelf met hun kennis en inzichten. Die brutaliteit, te geloven dat je alles zelf in de hand hebt van het het wieg tot het graf, verbaast Diego dagelijks. Hoe kunnen mensen denken dat ze zelf goden zijn, zo vraagt hij zich soms vertwijfeld af. De ellende en misère van elke dag is toch genoeg om die overmoed te logenstraffen?
Daar is David het niet met Diego eens. Nu ja, er is veel ellende en leed en de revolutie heeft tot nu toe niks opgeleverd, al was het maar dat er een einde zou worden gemaakt aan Mexico als het land van veroveraars en veroverden. Dat stedelingen en dorpelingen voortaan allemaal Mexicanen zouden zijn, dat zij die afstammen van de oude culturen zich verzoenen met zij die afstammen van de Spaanse cultuur.
Dat zelfs het tegendeel gebeurt, dat generaals met hun politieke adviseurs vastlopen in de doolhof van de macht en hun eigen machtswellust. Onmachtig om zich daaruit te bevrijden loopt de revolutie dood. In plaats van een nieuw Mexico waarin plaats is voor alle Mexicanen komt een nieuwe mythe met nieuwe namen, maar blijft alles verder bij het oude. Mexico wordt niet opnieuw geboren en toch, toch moet dat eens gebeuren vindt David.
Mooie beschrijving van een cultuurbotsing.
BeantwoordenVerwijderen