woensdag 31 januari 2024

VOER VOOR POLITICOLOGEN 27. HET VERVAL VAN DE VOLKSPARTIJEN


 

Met de verkiezingsoverwinning van de partij Wilders (PVV) is een einde gekomen aan de langdurige dominantie in de Nederlandse politiek van de drie volkspartijen CDA, PvdA en VVD.  


Vanaf 1971 tot aan de verkiezingen vorig jaar zijn CDA en PvdA elk 6 keer de grootste partij geweest en de VVD vier keer. Sinds de Tweede Wereldoorlog waren de Christelijke partijen zowat altijd aan de macht. Met de overwinning van Wilders kwam een einde aan 52 jaar dominantie van de drie volkspartijen. 


De drie volkspartijen staan voor de drie belangrijkste politieke stromingen, liberalisme, socialisme en confessionalisme. Ze dateren uit de vorige eeuw en hebben ruwweg 120 jaar lang het politieke landschap gedomineerd. Nederland is geworden wat het is mede dankzij deze drie stromingen.


De afkalving begon bij de PvdA. Na twee paarse kabinetten Kok (PvdA) met VVD en D66, het eerste zonder CDA, verscheen Pim Fortuyn met zijn boek “ De Puinhopen van Paars”. De PvdA zette de kritiek (arrogant?) weg als rechts populisme. Partijleider Melkert was fysiek niet in staat om met Fortuyn als politicus om te gaan, zo zagen we op TV. Drie maanden na de boekpresentatie werd Fortuyn door een linkse milieu- activist doodgeschoten.


Bij de daarop volgende verkiezingen won de partij van Pim Fortuyn in een klap 27 zetels. Het CDA werd met 43 zetels de grootste waarna de kabinetten Balkenende (CDA) werden geformeerd. De partij van Fortuyn LPF maakte deel uit van het eerste kabinet Balkenende maar hun deelname was geen succes. De partij was onvoorbereid en miste sturing. 


In 2004 kwam het tot een breuk tussen Geert Wilders en de VVD. In 2006 neemt hij met zijn pas opgerichte partij PVV voor het eerst deel aan de Tweede Kamer verkiezingen. Van een partij in de klassieke zin van het woord is geen sprake. Wilders is een einzelganger die graag de touwtjes in handen houdt. Hij is het enige partijlid. Een tot dan onbekend fenomeen in de Nederlandse politiek.


Hij behaalde 9 zetels. Bij de verkiezingen in 2010 wordt hij met 24 zetels ineens de derde partij van het land. Blijkbaar zit de onvrede over de bestaande politiek diep. Het CDA werd de vierde partij (verlies 20 zetels). Aldus kwam een einde aan de kabinetten Balkenende .


De grootste partij werd de VVD met Rutte (31 zetels). Wilders gaf  gedoogsteun aan het kabinet Rutte I. De keus voor een kabinet met gedoogsteun van Wilders leidde tot een bijna scheuring in het CDA tussen preciezen en pragmatici, een strijd waar ze zich nooit helemaal van hersteld heeft. De partijleiding neigt naar links, de kiezers naar rechts. 


De voorstanders wonnen nipt het pleit maar het kwaad was geschied. Het CDA bleek net als de PvdA geen antwoord te hebben op het rechtse nationalistische populisme van Wilders. Het kabinet werd  geen succes omdat Wilders halverwege de rit zijn gedoogsteun introk. Vanaf toen werd de populist Wilders bestempeld als een onbetrouwbare partner.


Het antwoord van Rutte op Wilders was zijn uitsluiting vooraf (cordon sanitair, afgekeken van de Belgische politiek?). De VVD werd de grootste, de PvdA tweede maar de PVV ondertussen wel de derde partij van het land. Het CDA herstelde niet van de interne problemen en werd na de SP (15 zetels) de 5e partij met 13 zetels.


Rutte II werd over links geformeerd. De twee partijen VVD en PvdA hadden samen 79 zetels behaald.  De samenwerking met de VVD werd de PvdA onder fractieleider Samsom, die een nieuw ideologisch paradigma in de partij introduceerde - de klimaatstrijd - uiteindelijk fataal. Bij de daarop volgende verkiezingen in 2017 behaalde de partij nog slechts 9 zetels. Een deel van de traditionele PvdA stemmers herkende zich niet meer in de partij. 


Het CDA herstelde bij de daarop volgende verkiezingen (2017) enigszins met 19 zetels, de VVD was opnieuw winnaar met 33 zetels. Geert Wilders werd de tweede partij van het land met 20 zetels, maar zoals door Rutte beloofd, buiten de regeringsmacht gehouden. Rutte 3 werd een centrum-links kabinet (VVD, CDA, D66 en CU). 


Rutte 4 (2022 tot vandaag)  werd een herhaling van Rutte 3 maar met andere onderlinge machtsverhoudingen. D66 was met 24 zetels tweede geworden na de VVD (34 zetels) . Het CDA na Wilders (17 zetels) vierde partij (15 zetels). 


Hoewel politiek breed opgezet wisten Rutte 3 en 4 geen antwoord te geven op de groeiende problemen van het land rond migratie, woningbouw, de zelf geschapen klimaatproblemen enz.  Het kabinet wilde veel, was eigenlijk overmoedig (D66 wilde de helft van de boeren afschaffen) en had geen politieke controle over haar eigen doelstellingen. Stichtingen als Urgenda en Milieudefensie bepaalden via de rechter het beleid.


Wilders wist het gebrek aan initiatief o.a. als gevolg van een vastlopende technocratische bureaucratie (stikstof, warmtepompen, zonnepanelen, windmolens, elektrische auto’s enz.)  handig uit te buiten op het politieke toneel.


De pseudo-partij Wilders won de verkiezingen met een verrassende 37 zetels. De VVD viel terug tot 24 zetels (min 10 zetels). Het CDA en D66 vielen terug tot een respectievelijk 5 en 9 zetels. De PvdA wist zich min of meer te redden door een pré-fusie met Groen Links.


De combinatie voormalige Arbeiderspartij met de Grachtengordel leverde 25 zetels op, maar is te weinig om een kabinet over links te formeren. Het is een combinatie zonder overtuiging, meer een overlevingscombinatie. De uitslag bevestigde dat de linkse wind naar rechts was gedraaid.


De klassieke partijen zijn hierdoor ontregeld geraakt en niet alleen zij, ook de media. De PvdA is onthand, het CDA is richtingloos en of de VVD stand zal houden tegen de ontregelende krachten valt te bezien. 


De kans is groot dat de politieke kaart van Nederland na 2023 heel anders ingekleurd gaat worden met de volkspartijen hooguit nog in een bijrol. Dat zal wennen zijn voor die partijen. 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten