vrijdag 12 januari 2024

24. AMERICA LATINA. NIEUWE GRACHT 47

Gezusters Landzaat met naar ik aanneem hun moeder. De oudste Gien zit links, haar zus staat in het midden. Naar ik vermoed, staat hun beider moeder rechts. De foto is gemaakt in januari 1929.


Ik voel me als activist thuis bij CLAT Nederland. De acties die we voeren komen in overleg en samenwerking met de vakbonden van CLAT tot stand waardoor ze gebaseerd zijn op feitelijke informatie en de nuances van de werkelijkheid. Geen acties om de acties, maar acties die verwant zijn aan vakbondsactie daarginds.

Ons kantoor, het woord actiecentrum gebruiken we niet, is in een een deftig pand aan de Nieuwe Gracht, de mooiste gracht van Utrecht. Je denkt bij een kantoor in een klein monumentaal pand niet meteen aan een solidariteitsclub met vakbonden in Latijns Amerika. Het zou een notariskantoor kunnen zijn van waaruit op donkere dagen een gezellig warm licht naar buiten straalt.  

Wij, de twee vaste krachten Gerrit en ik, hebben de benedenverdieping, een voorkamer en een achterkamer gescheiden door schuifdeuren, tot onze beschikking. Die schuifdeuren zijn handig als er in de achterkamer een vergadering wordt gehouden. In de voorkamer staan onze bureau’s tegen elkaar. Dat bespaart ruimte en is goed voor de onderlinge communicatie. Hoewel Gerrit uit een andere hoek van Nederland komt dan ik, schept ons werk een goede band tussen ons. 

De huur is schappelijk omdat we voor een goed doel werken, aldus mevrouw Landzaat. De twee zussen wonen op de bovenste verdieping, een bescheiden woonruimte zoals trouwens alles aan hun bescheiden is. De oudste zus zorgt voor haar jongere geestelijk gehandicapte zus. Ik denk dat mevrouw Landzaat daarom nooit getrouwd is. Ze wijdt haar leven aan haar zus en naar ik meen in alle bescheidenheid ook aan God. Mevrouw Landzaat is menslievend. In oorlogstijd heeft ze joden verborgen in een kast onder de trap. Ze vertelt daar niet veel over omdat ze het als vanzelfsprekend beschouwt.

Soms brengt ze ons een kort bezoek beneden, een beleefdheidsbezoek met een heel klein beetje nieuwsgierigheid. Op een mooie zomerdag tref ik haar aan terwijl ze de ramen aan het zemen is. Staande op de trap zegt ze tegen mij dat het houtwerk tegenwoordig vuiler is dan vroeger. Dat komt door het vele autoverkeer over de smalle straat langs de gracht. Ze laat me zien hoe zwart de stofdoek is geworden waarmee ze de omlijsting van het raam boven de deur heeft afgedaan.

Het water in de emmer waarin de stofdoek verdwijnt is net zo vuil en grijs als dat van de gracht. De heldere kleuren groen van de volle bomen langs de gracht met daarboven de blauwe lucht veranderen daar niks aan. Ze gaat verder met het wassen en zemen van de ramen. Zoals ze daar in een ouderwetse bloemetjesjurk een beetje moeilijk vanwege haar leeftijd op de trap staat, doet ze me denken aan vroeger tijden toen de Nieuwe Gracht nog een deftige gracht was met mooie burgerhuizen.

Waarschijnlijk lapte in die tijd een dienstmeid de ramen. Mevrouw Landzaat is echter fit en meegaand genoeg met de tijd om het zelf te doen, zonder schaamte of onvrede. Ze draagt haar eenzaamheid die haar omringt op een lichte manier, met liefde zelfs. Vanaf de trap glimlacht ze naar me. Achter de brillenglazen schitteren ogen van plezier en ijver. 

Ik loop de gang in die schemerig is maar netjes. Ook de gang roept herinneringen op aan het deftige verleden van het pand aan de gracht net zoals alles in en rond het huis: het koperwerk aan de voordeur, het koperen haakje op de wc, het diploma aan de muur met de naam Landzaat. Iemand van haar familie is blijkbaar bij de  pompiers geweest die zoals vermeld op het diploma onder bescherming staan van de Belgische koning Leopold XII. Op de kapstok staat een Indisch beeldje, nog uit de tijd van Nederlands IndiĆ«, vermoed ik.

 

1 opmerking: